ArtWay

Kunstenaars openen onze ogen voor rijkdom en betekenis. Sandra Bowden

Kerk en kunst -> Materiaal voor kerkelijk gebruik

Kerst - De heilige familie van Rembrandt

 
Rembrandt: De heilige familie met de engelen
 
 
 
Een kind is ons geboren
 
door Willem L. Meijer
 
De heilige familie bestaande uit Jozef, Maria en het kind ontwikkelt zich in de loop van de tijd tot een belangrijk zelf­standig thema dat uit­groeit tot een voorwerp van bijzondere devotie. Als thema vormt de heilige familie een vrijwel onuitputtelijke bron van moge­lijkheden. Vooreerst kan de kunstenaar bij elk lid van het gezin andere kwali­teiten beklemtonen. Bovendien kan hij ieder van hen in een tweevoudige sta­tus uitbeelden. Jozef als timmerman en pleegvader, Maria als maagd en 'moeder van God' en het kind als echt mens en 'God uit God'.
 
Aanvankelijk legt de traditie grote nadruk op de afstand tussen Jozef en Maria, bijvoorbeeld door Jozef uit te beelden als een oude man. Op een drieluik kan hij verhuizen naar het zijpaneel, op een zelfstandig stuk naar de achtergrond. Jezus prijkt uiteraard op de voorgrond, maar steeds als kind. Zijn menselijkheid ontleent hij zichtbaar aan zijn moeder. Omgekeerd gaat zijn moeder steeds meer goddelijkheid ontlenen aan haar kind. Beklemtoning van het eerste as­pect kan het thema versimpelen tot een genretafereel. Beklemtoning van het tweede aspect kan het thema in dienst stellen van de Mariaverering.
 
Heilige familie met de engelen
Rembrandt voelt zich tot dit thema aan­getrokken. Het inspireert hem tot ver­schillende composities. Van uitzonderlijk bijbels gehalte is zijn Heilige familie met de engelen. Afgezien van de engelen lijkt zich in het spaarzaam verlichte vertrek weinig bijzonders aan te dienen. Op de achter­grond staat een man aan de werkbank zijn ambacht uit te oefenen voor een wand met gereedschappen. De vrouw zat kennelijk te lezen, maar werd af­geleid. Er is iets met het kind dat haar aandacht trekt. Zorgzaam buigt ze zich voorover naar de wieg, waar merkwaar­dig genoeg niets voorvalt. Het kind is diep in slaap, een ontspannen handje op het laken. De linkervoet van de moeder rust op een stoof. Daarnaast smeult nog een vuurtje van brandende takken. Hoog erboven zien we de rand van de schouw zwak oplichten.
 
Als deze inventarisatie compleet was, hadden we niet met een historie te doen, maar met een genretafereel. In zijn soort was het dan weinig overtuigend. Er wordt immers niet zichtbaar wat de aan­dacht van de moeder trekt. Ze had rustig kunnen doorlezen. Onduidelijk is dan ook waarom deze man Jozef zou zijn, deze vrouw Maria, dit kind Jezus. Toch geeft de kunstenaar ons - nog steeds af­gezien van de engeltjes - enkele hints. Zo zien we dat op de plaats waar het rode dekentje op de wieg omgeklapt ligt, het met bont gevoerd is. En over de huif hangt losjes een prach­tige kleine mantel. Zulke uitgelezen stoffen horen niet bij dit milieu. Ook de vrouw is minder gewoon dan ze lijkt. Haar gelaat is te regelmatig, haar kleding te chic. Haar voorkomen heeft voldoen­de trekken van de Italiaanse traditie om haar te herkennen als de Madonna. De timmerman aan zijn werkbank is bezig een juk te vervaardigen. Ook dit houdt gewoonlijk een verwijzing in. En wat de locatie betreft, is het gebruikelijk dat een arbeidersvrouw zit te lezen? En wel in de werkplaats? De aanwijzingen sprin­gen niet in het oog, maar ze zijn er. En ze dienen een doel. Rembrandt gaat tot het uiterste om duidelijk te maken dat Jezus als mens ons leven zonder reserve deelt. Tegelijk laat hij zonneklaar uitkomen dat Jezus' afkomst niet van beneden is.
 
Een schitterend licht
Van linksboven zweeft een groep engeltjes dit sobere interieur binnen, alsof het van­zelf spreekt. In zekere zin spreekt het ook vanzelf. Engelen boven de wieg vormen traditioneel een motief dat verbonden is met het thema van Christus' geboorte. Ze vormen een op­getogen duikelende kring rond de gou­den stralen en accentueren dat dit licht niet van de zon komt, maar van Gods troon. De engel op de voorgrond is de prediker die als een biddend valkje boven de wieg zweeft. Dit cherubijntje brengt zijn boodschap niet in woorden, hij drukt het uit in zijn lichaamshouding. Zijn armpjes spreidt hij zoals het kind onder hem zal doen: aan het kruis.
 
Maria merkt de engeltjes boven haar hoofd niet op, maar het effect van het licht ontgaat haar niet. Terwijl ze de Bijbel letterlijk tegen een donkere ach­tergrond zit te lezen, valt er nieuw licht op een oude profetie. Welke? Het boek op haar schoot geeft een hint: het tipt aan de werkbank. Wat zij leest moet ver­band houden met het juk dat Jozef tegen zijn schouder klemt. De profeet Jesaja betrekt de komst van het kind op een juk: ‘Het volk dat in duisternis ronddoolt, ziet een schitterend licht. Het juk dat op hen drukte, de stok op hun schouder, de zweep van de drijver, u hebt ze verbrijzeld, zoals Midjan destijds. Een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven; de heerschappij rust op zijn schouders. Deze namen zal Hij dragen: Wonderbare raadsman, Goddelijke held, Eeuwige vader, Vredevorst’ (Jesaja 9:1-6).
 
Wanneer Maria deze profetie leest, groeit in haar hart de overtuiging dat dit rustig slapende kind de beloofde is. Ze onder­breekt haar Schriftlezing, buigt zich over naar haar kind en tilt het van de huif af­hangende kleed op, om hem zonder be­dekking te zien en om hem aan ons te tonen. Haar gebaar duidt op onthulling. Dit bepaalt ons bij een merkwaardig ge­geven. Terwijl de wieg prominent op de voorgrond staat, onttrekt het kind zich vrijwel aan het oog. Het gaat schuil onder de huif. Over zijn gezichtje ligt een scha­duw die te maken heeft met de diepere achtergrond van Rembrandts compositie. Als Paulus het nieuwe verbond met het oude vergelijkt, speelt hij met de symbo­liek van de sluier. Eerst bedekt die het ge­laat van Mozes, dan de harten van hen die de wet van Mozes horen voorlezen, en vervolgens de harten van allen voor wie het evangelie van Christus bedekt is, zodat ze 'de luister van de Heer' niet opmer­ken. Maar telkens als iemand zich bekeert, 'wordt de sluier weggenomen' (2 Korintiërs 3: 12-16v.). Anders gezegd: het vraagt geloof om dit gewone kind te leren zien als de Messias.
 
Van Kerst naar Goede Vrijdag
We zagen al, dat het thema van dit schil­derij niet de heilige familie is, maar Kerst: geboorte van de Heiland. Bij deze Geboor­te valt op dat Rembrandt de gangbare uit­beelding van een prachtig kind vermijdt. Hij zoekt niet de schoonheid van maat en getal, maar van vraag en antwoord. Wie is dit kind? En waartoe werd hij mens? Door de voorgrond op de achtergrond te betrekken, vonden we antwoord op de vraag wie dit kind is. Door de etap­pen van het licht te volgen, krijgen we antwoord op de vraag waartoe dit kind geboren werd. De lichtbaan voert de blik van het zwevende engeltje, dat het lijden uitbeeldt, over het Boek dat het lijden voorzegt, met de beweging van Maria mee naar het dekentje, dat het lijden inkleurt. Deze beweging loopt via de Schrift die de beloofde eveneens vaak rechtstreeks met zijn bestemming verbindt. Net als Jesaja verbindt Rembrandt het kerstgebeuren met Goede Vrijdag, de menswording met het sterven, het engel­tje in kruishouding met het dekentje in bloedrood. Dit dekentje vormt het sterk­ste kleuraccent van het hele schilderij. In dit rood komen alle bewegingen van de compositie samen.
 
***************
 
Overgenomen (met enkele inkortingen) uit: Willem L. Meijer: Rembrandt en het Evangelie. Beeldgedichten, beeldgedachten, Medema – Vaassen, 2006 (met cd-rom met Rembrandts prenten in het Rembrandthuis).
 
Willem L. Meijer werd na zijn overlijden in 2007 als volgt door Henk Medema omschreven: ‘Hij was een zeer erudiet en intelligent man, en ook een bijzonder sympathiek mens. Een zeldzame combinatie van eigenschappen. In het Nederlands Dagblad is hij door Rien van den Berg neergezet zoals velen hem ook inderdaad kenden, als de scherpzinnige kunstcriticus en apologeet. Dat was hij, zonder enige twijfel, en zijn boeken Kunst en maatschappij en Kunst en revolutie kregen in de jaren zeventig een prominente plaats in mijn boekenkast. Toch zal ik hem niet in herinnering houdend als apologeet, maar als lezer van de woorden van de Schrift en herkenner van de motieven van de kunst.’ Lees meer
 
Boeken door Willem L. Meijer:
D. Kraaijpoel, W.L. Meijer, L. Allan: Niet alles is kunst, Aspekt – Soesterberg, 2010.
W.L. Meijer: Rembrandt en het Evangelie, beeldgedachten en beeldgedichten, Medema – Vaassen, 2006.
F. Molenaar, W.L. Meijer, R. Pol: Rein Pol schilderijen, Art Revisited – Groningen, 1997.
W.L. Meijer: Kleinood en aanstoot. De Honderdguldenprent en andere bijbelse historiën van Rembrandt, Groen & Zoon – Leiden, 1995.
W.L. Meijer: Moderne kunst en de mythe van de bron, Stichting tot Bevordering van Bijbelgetrouwe Wetenschap – Amersfoort, twee delen in de serie Amersfoortse studies, 1992 en1994.
W.L. Meijer: Kunst en maatschappij, Oosterbaan & Le Cointre – Goes, 1977.
W.L. Meijer: Kunst en revolutie, Oosterbaan & Le Cointre – Goes, 1976.
 
Rembrandt van Rijn: De heilige familie met de engelen, 1645, de Hermitage, St. Petersburg.
 
ArtWay beeldmeditatie 19 december 2010