Alles houden wat ik heb, of hem volgen op zijn weg

Beeldmeditatie bij Mattheus 19:16-30/Markus 10:17-27 en Lucas 18:18-30 over de rijke (jonge) man. 

In alle drie de synoptische evangeliën wordt ons verteld over een ontmoeting tussen Jezus, die met zijn discipelen onderweg is van Kapernaum naar Jeruzalem, en een rijke jongeman die hem vanuit het niets tegemoet treedt. Hij valt voor Jezus op zijn knieën en vraagt hem: ‘Goede meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven? Een grootse vraag, waar een groot verlangen in doorklinkt. Deze man neemt geen genoegen met de materiële welvaart die hij vergaard heeft. Hij neemt geen genoegen met het comfortabele leven dat hij leidt, maar zoekt naar iets dat daarboven uit gaat, dat zijn aardse bestaan overstijgt. Hij voelt aan dat hij daarvoor bij Jezus moet zijn. 

Wanneer Jezus hem dan vervolgens als antwoord de geboden in herinnering roept en daarbij teruggrijpt op de tien geboden uit het Oude Testament, blijkt de man daarnaar te leven. Dan zegt Jezus: ‘Eén ding ontbreekt u: ga naar huis, verkoop alles wat u hebt en geef de opbrengst aan de armen, dan zult u een schat in de hemel bezitten; kom daarna terug en volg Mij.’ Jezus legt zijn vinger op de zere plek. Hij vertelt deze man de onthullende waarheid over zichzelf en over zijn leven. Hij doorlicht zijn bestaan. Marcus schrijft dat Jezus hem liefdevol aankijkt, terwijl hij dit tegen hem zegt. Jezus vertelt hem niet hard en ongenadig de waarheid, maar genadig. Jezus’ radicale opdracht aan hem, om naar huis te gaan en alles te verkopen wat hij heeft, is tegelijkertijd een uitnodiging. Dit is daarom een roepingsverhaal. Zoals Jezus aan het begin van het Marcusevangelie zijn eerste leerlingen riep om hem te volgen, zo roept hij hier ook deze man. Hij is welkom om zich bij Jezus en de zijnen aan te sluiten. 

Maar op het beslissende moment, als we de climax van het verhaal verwachten, volgt een anticlimax. Jezus’ roep wordt niet beantwoord. Marcus schrijft: ‘Maar de man werd somber toen hij dit hoorde en ging terneergeslagen weg; hij had namelijk veel bezittingen.’ Dit moment wordt op verrassende en indringende wijze verbeeld op het schilderij van George Frederick Watts met de titel ‘For he had Great Possessions’, afgeleid van Marcus 10:22. De man is gehuld in een kleurrijke, ruimvallende mantel van luxueuze stof met een bondkraag en gouden rand en draagt een bijpassende tulband. Maar zijn chique elegante mantel, waarop Watts op subtiele wijze het licht laat vallen, staat in schril contrast met de houding van deze man. Zoals hij daar staat, half van ons weggedraaid, met afhangende schouders en gebogen hoofd. 

Zijn gezicht blijft voor ons verborgen, maar zijn houding verraadt een droeve verslagenheid. We krijgen het gevoel dat hij zich voor ons verbergen wil uit ongemak of schaamte. De vingers van zijn hand, waaraan gouden ringen prijken, houdt hij halfopen, halfgesloten, alsof hij zijn bezittingen omklemt. Watts benadrukt de innerlijke beknelling van deze rijke man door het opvallend smalle en hoge formaat canvas en door het ongebruikelijke gezichtspunt van zijn schilderij, waarbij het lijkt alsof we deze man tegen de hoek van een lege kamer zien staan, waardoor de suggestie gewekt wordt dat hij letterlijk geen kant op kan. 

Het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van de naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan,’ zegt Jezus naar aanleiding van het vertrek van de man. Als zijn leerlingen zich vervolgens in ontzetting afvragen wie er dan nog gered kan worden zegt hij: ‘Bij mensen is dat onmogelijk, maar niet bij God, want bij God is alles mogelijk.’ Dat maakt dat de geschiedenis van deze rijke man toch nog een open einde heeft. Dat hij nog terug kan komen. Dat de vingers van zijn hand niet voor altijd krampachtig gesloten hoeven te blijven maar zich wellicht nog zullen openen.

*******

George Frederick Watts: For he had Great Possessions, 1894, 139.7 x 58.4 cm, olie op canvas, Tate, Londen.

George Frederick Watts (1817-1904) was een Engels kunstschilder en beeldhouwer. Hij werd beroemd door zijn historische, mythologische en allegorische door Italiaanse meesters geïnspireerde schilderwerken, maar ook door zijn portretten en classicistische beeldhouwwerken. Hij wordt wel gerekend tot de academische kunst en geassocieerd met de Prerafaëlieten. Lees meer

De titel van de meditatie ‘Alles houden wat ik heb, of hem volgen op zijn weg’ is afkomstig uit Lied 843 uit het Liedboek 2013 en is geschreven door Andries Govaart. 

Sophie van den Berg-Hofstee is predikant van de Maartenskerk, Doorn.