ArtWay

Kunstenaars openen onze ogen voor rijkdom en betekenis. Sandra Bowden

Kunstenaars

Robinson, David - BM - Maxine Hancock

 

David Robinson: Speak

 
 
Hoe liefelijk zijn de voeten
 
door Maxine Hancock
 
Ik ren de trap op van Regent College op weg naar mijn kantoor op de eerste etage en sta even stil om op adem te komen bij een kunstwerk dat rechts bovenaan de trap staat: een krijtwitte sculptuur van de hand van de in Vancouver woonachtige beeldhouwer David Robinson van een dominee, aandoenlijk dun en klaarblijkelijk naakt, ingesloten door een preekstoel die bij nadere beschouwing ook een kruis blijkt te zijn. Het werk draagt de titel: ‘Spreek’, maar ik geef het mijn eigen titel: ‘Dus jij wilt dominee zijn.’ 
 
Wat vooral mijn ogen trekt zijn de lange, smalle voeten die beneden onder de preekstoel uit bungelen (maat 45, denk ik), voeten die pijnlijk en kwetsbaar bloot zijn. Iedere ader is duidelijk zichtbaar, de voeten vel over been. De voeten van de spreker zijn gewoonlijk gehuld in goed gepoetst leer en misschien omgeven door ruisende gewaden, maar hier spreken ze van broosheid en sterfelijkheid. Ik vind deze voeten bij de keel grijpend mooi. Met de pathos van deze blote voeten benadrukt de kunstenaar dat we oog moeten hebben voor de menselijkheid van degene die preekt.    
 
Terwijl deze gedachten door me heen flitsen, word ik me ervan bewust dat aan de andere kant van de trap een reproductie hangt van de kruisiging van het altaarstuk van Grünewald in het Unterlinden Museum in Colmar. Dit is geen gewone reproductie, maar een nieuw geschilderde reproductie van de hand van de Canadese kunstenares Maria Gabankova. Het schilderij is goed zichtbaar vanaf mijn plek voor het beeld van David Robinson.
 
Het altaarstuk is beroemd om zijn rijke kleurgebruik en verontrustende realisme. Weer focus ik me op de voeten, de gekromde, gepijnigde voeten van de gekruisigde Christus, brede en vereelte boerenvoeten die nooit schoenen hebben gekend. Deze voeten bungelen niet in de lucht, in plaats daarvan zijn ze met een enorme spijker wreed vastgeklonken aan een ruwe voetensteun aan een kruis dat buigt onder zijn verschrikkelijke last. De bloedende voeten van Jezus zetten de voeten van de dominee van David Robinson in een nieuw licht. De lijdende prediker in zijn preekstoel is één met de Ene wiens verhaal hij vertelt.  
 
    
 
Ik word me ervan bewust dat ik deze voeten opmerk, omdat ik, nu, ook mijn eigen voeten opmerk. Jarenlang heb ik nauwelijks een gedachte gespendeerd aan mijn voeten – en toen begonnen ze tot me te spreken. De chiropodist laat me een model zien, legt uit wat mijn pijn veroorzaakt, en ik sta versteld van de complexiteit van het beenderstelsel dat mijn gaan en komen al deze jaren heeft ondersteund. Hoe liefelijk zijn ze, deze breekbare botten. Hoe tragisch teer en fijnmazig. Hoe prachtig en wonderschoon gemaakt.
 
Ongetwijfeld heeft Jezus een dergelijke verrukking gevoeld (en nog meer, want hij had ze zelf geschapen), toen hij de voeten waste van zijn discipelen die nacht vlak voor de eerste Goede Vrijdag. En nu begin ik iets te begrijpen, iets dat me al ontglipt terwijl ik het onder woorden probeer te brengen: Jezus’ voeten, die van Robinsons dominee, van mij, de voeten van al die mensen die een goede boodschap brengen terwijl ze in de tuin werken, kinderen opvoeden, een maaltijd bereiden, terwijl ze gedichten schrijven, films maken, verhalen vertellen, het Woord prediken, kerken planten, lesgeven, in de regering zitten of in kantoren – al hun voeten herinneren ons er met klem aan dat we onze taken ten uitvoer brengen als kwetsbare mensen, met een broosheid die we met elkaar en hem delen.
 
Met de incarnatie kwam en wandelde God onder ons, de warmte voelend van de goede aarde, de vermoeidheid van het lange staan achter de werktafel of van het lopen in het dikke stof van de Palestijnse paden. Zoals de schrijver van de Brief aan de Hebreeën vertelt: ‘We hebben geen hogepriester die niet met onze zwakheden mee kan voelen…’ Doordat deze voeten eens aan het kruis genageld zijn, zijn wij niet alleen met de aarde verbonden maar ook met God zelf, en mogen we deel hebben aan het leven en de liefde van de Drie-eenheid. Al wat ons raakt, raakt ook hem.
 
Zo houd ik even stil bovenaan de trap en kijk van de kruisvormige prediker naar de gekruisigde Heer en terug. ‘Hoe lieflijk zijn de voeten…’ fluister ik, ‘hoe uitermate lieflijk de voeten…’
 
*******
 
Maxine Hancock is professor Interdisciplinary Studies en Spiritual Theology aan Regent College.
 
David Robinson (1964). Zijn werk bevindt zich in veel belangrijke kunstverzamelingen in Canada en hij ontving vele opdrachten voor werken in privécollecties en in de publieke ruimte. Zie www.robinsonstudio.com.
 
Afbeeldingen: David Robinson: Speak. In het midden van de bladzijde: Maria Gabankova: Isenheim Altar by Grünewald detail en David Robinson: Speak detail.
 
Gepubliceerd in The Regent World 21, 2 , 2009. Het verschijnt hier met toestemming van Regent College, Vancouver B.C., Canada. Vertaling: Marleen Hengelaar-Rookmaaker
 
ArtWay beeldmeditatie 16 mei 2010