Hemelvaart - Frans, 16e eeuw
Zestiende-eeuws altaarretabel: Hemelvaart
In hun midden teruggekeerd
door Dries van den Akker s.j.
De kunstenaar heeft een strikte scheiding aangebracht tussen ‘boven’ en ‘beneden’. Boven zijn nog juist Jezus’ voeten zichtbaar, voordat ze door een blauwgroenige wolk aan het oog worden onttrokken. Grappig hoe de kunstenaar één van de kraagstenen boven de afbeelding heeft vervangen door Jezus’ voeten. Jezus laat op de achterwand een vaag spoor van licht na.
Beneden zien we dertien figuren. Op één na hebben ze allen hun handen gevouwen. Afgezien van Maria op de voorgrond en de figuur daarachter staan de gevouwen handen van de leerlingen in dezelfde richting als hun blikken: omhoog naar de opstijgende Jezus. Dat levert een prachtige compositie op in de vorm van een driehoek, waarvan Jezus de top is, de leerlingen de basis en hun handen en blikrichtingen de schuine zijden. De piramidale compositie wordt nog versterkt door het feit dat rechts en links een leerling geknield is afgebeeld. Het bovenbeen van de figuur in het groen uiterst links onderstreept nog eens de denkbeeldige lijnen die naar Jezus toelopen.
Half verborgen tussen Maria en de achterwand menen wij Petrus te herkennen aan zijn kale schedel. De geknielde leerling links op de voorgrond heeft zijn linkerhand op een boek. Dat geeft waarschijnlijk aan dat hij als leerling later een boek over Jezus zal schrijven, een evangelie. Van de vier evangelies staan er twee op naam van een leerling uit de kring van de twaalf: Matteüs en Johannes. Te oordelen naar het rode onderkleed van deze figuur moet hij Johannes zijn. Als Johannes het boek vasthoudt met zijn ene hand, heeft hij de andere omhoog geheven. Hij zwaait. Ten afscheid?
De kunstenaar heeft hem tegenover Maria geplaatst. Zij bevinden zich aan weerszijden van het mysterie, zoals ze op andere afbeeldingen vaak te vinden zijn aan weerszijden van het kruis van Jezus. Maria kijkt naar een onbestemd punt omhoog in de verte. Alsof de kunstenaar verwijst naar de woorden uit het Lukasevangelie: ‘Zij bewaarde al deze woorden in haar hart.’ We zien een biddende Maria die al leeft in de afwezigheid van haar Zoon als mens. Zij weet: Jezus staat achter me.
En is dat niet precies wat de kunstenaar heeft afgebeeld? Wie anders zou die geheimzinnige figuur in rode mantel in het midden van de leerlingen moeten zijn? Hij is in alle opzichten een uitzonderlijk figuur. Hij is niet naar het midden omhoog gewend. Hij heeft de handen niet gevouwen in de richting van de ten hemel opstijgende Jezus. Hij kan dus niet zomaar tot de kring van de twaalf gerekend worden. Dat zou ook niet kloppen met het aantal: hier ís hij de twaalfde. Afgezien van Maria staan rond hem de elf overgebleven leerlingen. Judas die Jezus verraden heeft, is immers afgevallen omdat hij een eind aan zijn leven heeft gemaakt. Zijn plaatsvervanger, Matthias, is op dit moment nog niet aangewezen. Wie is dan die twaalfde? Hij houdt de rechterhand omhoog. In een soort zegengebaar? Menen we in hem niet Christus zelf te herkennen? Knap van de kunstenaar dat hij ons de ervaring weet te geven die ook van de leerlingen wordt verteld. Telkens als Jezus na zijn opstanding aan de leerlingen verscheen, herkenden zij hem aanvankelijk niet of twijfelden zij er aan of hij het echt was. Datzelfde overkomt ons nu ook!
Deze geheimzinnige Jezusfiguur lijkt een uitbeelding van de woorden waarmee Matteüs zijn evangelie besluit: ‘Zie, Ik ben met u, alle dagen tot aan de voleinding der wereld.’ Als om dat te bevestigen valt mij eens te meer op dat hij niet omhoog kijkt, integendeel, zijn blik is naar buiten gericht, naar de wereld waar ik mij als toeschouwer bevind, naar mijn wereld! Of misschien wel ver daaraan voorbij: naar de voleinding van de wereld?
*******
Met toestemming overgenomen van www.beeldmeditaties.nl.
Hemelvaart, 1516, mogelijk gemaakt in Amiens. Onderdeel van het Passieretabel in Chapelle Notre Dame de la Houssaye, Pontivy, Bretagne.
Dries van den Akker s.j. (1945-2022) werd geboren op 3 april 1945 in Delft. Hij studeerde filosofie in Nijmegen en theologie in Amsterdam en Parijs. Hij ontving de priesterwijding in 1976 in Groningen. In 1977 studeerde hij af met een doctoraalscriptie over patristiek en catechese aan de KTHA in Amsterdam. In 1983 deed hij zijn laatste geloften. Lesgeven zat hem in het bloed. In 2020 verscheen zijn boek Ga anders denken over het Evangelie van Markus. Tot aan zijn overlijden was hij redacteur van webmagazine Ignis. Lees meer
ArtWay beeldmeditatie 21 mei 2023