Psalm 51 - Georges Rouault
Georges Rouault: De oude koning
Een gebroken en verbrijzeld hart
door Irena Tippett
Zijn vriend André Suarès noemde Georges Rouault ‘de monnik van de moderne kunst’. In de eerste decennia van de 20ste eeuw, toen God steeds meer in de vergetelheid raakte en het beeld van de mens werd afgebroken of uitgewist, richtte Rouault zijn volle aandacht op het hart en de heling van het gebroken beeld van de mens dat hij om zich heen zag. De oude koning is met recht het meest krachtige, meest mysterieuze en meest persoonlijke schilderij te noemen van zijn lange loopbaan als kunstenaar.
Het mysterie van De oude koning ligt gedeeltelijk besloten in de zeldzame onderwerpskeuze. Er is nog een koning in Rouaults oeuvre uit dezelfde tijd, Nous croyant rois (Wij geloven dat we koningen zijn), die deel uitmaakt van de grote serie aquatinten (diepdruketsen) getiteld Miserere.
We zien de twee koningen afgebeeld onder dezelfde boog. Hun gewaden, kronen en gouden kettingen komen overeen, maar daar is ook alles mee gezegd. Deze tweede trotse en loerende koning is een goede illustratie van Rouaults opmerking over koningen en keizers uit 1905: ‘Hoe groter en verhevener zijn voorkomen, hoe meer ik vrees voor zijn ziel.’ De loerende koning kan begrepen worden als contrast tegenover de oude koning.
De oude koning houdt zijn ogen gesloten. De gespannen trekken op zijn gezicht verraden vermoeidheid. Met zijn scharlaken mantel en gouden kroon straalt hij edelheid uit, maar in feite zitten zijn kroon en kleren te strak. Hij is overladen met juwelen, maar een van de kettingen snijdt in zijn hals en nek. Hij heeft geen zwaard of scepter. Hij lijkt zich ongemakkelijk te voelen bij zijn koninklijke status. Wellicht heeft hij het gevaar van zijn hoge positie ingezien.
Maar er is meer. De relatie tussen De oude koning en de Miserere serie gaat verder dan de loerende koning. Beide meesterwerken stonden meer dan 20 jaar in Rouaults atelier als objecten van intense arbeid en meditatie. Beide projecten gaan over zonde en inkeer en beide lijken doordrongen van Psalm 51, de grote psalm van berouw die koning David schreef nadat de profeet Nathan hem opzocht, nadat hij zich had vergrepen aan Bathseba. Deze psalm wordt ook wel Miserere genoemd, verwijzend naar het Latijnse woord voor ‘Wees mij genadig’ in Davids de eerste regel van deze psalm:
Wees mij genadig, God, in uw trouw!
Rouault leidt zijn grote Miserere serie in met deze zelfde woorden en wat volgt is een visuele litanie van verdriet, lijden en zondige mensen, steeds onderbroken door afbeeldingen van de lijdende Christus. Het doet pijn om getuige te zijn van de overduidelijke tegenstelling tussen het diepe lijden van Christus en de parade gebroken en zondige mensen die hem totaal over het hoofd zien. De loerende koning is één van hen. Ze schreeuwen het niet uit naar God.
De oude koning is anders. Dit werk lijkt haast de belichaming van Psalm 51; bijna iedere regel van de psalm komt op het schilderij terug. Deze koning zit alleen, met hangende schouders en in gebed. In zijn gebogen houding zien we een verootmoedigde ziel en in zijn verbrokkelde voorkomen een gebroken geest. Zijn gesloten ogen leiden ons zijn berouwvolle hart binnen. Om de koning heen zien we een oplichtende blauwe en gouden gloed. Het hemelse blauw keert ook terug op zijn borst. Afgebakend door dikke zwarte penseelstreken licht de zondaar koning op als een heilige in een gebrandschilderd raam. In zijn handen houdt hij een bosje witte bloemen. Hij heeft vergeving en vrede gevonden.
Het hoeft ons niet te verrassen dat men de oude koning vaak vereenzelvigt met koning David, daar zijn voorkomen zo perfect overeenkomt met die van de psalmschrijver. Maar Rouault kantelt ons een andere kant op, in de richting van ons eigen hart. Zoals Rouault schrijft in de Miserere: ‘Zijn we niet allen schuldig, daar we menen koningen te zijn?’ Net als Nathan de profeet die naar David toekwam inspireert Rouault ons met zijn portret van de oude koning om een rustige kamer op te zoeken en daar ons eigen Miserere uit te roepen. En net als de oude koning mogen we er zeker van zijn dat we vrede met God zullen vinden.
Een gebroken en verbrijzeld hart, zult u, God, niet verachten. (Psalm 51:19)
*******
Georges Rouault, The Old King, 1916-1936, olieverf op doek, 76.84 × 53.98 cm. Carnegie Museum of Art, Pittsburgh, PA, USA.
Georges Rouault, Nous croyant rois, Miserere, 1923, aquatint, 58.4 × 41.9 cm.
Georges Rouault (1871-1958) was een Franse graficus, schilder, illustrator en ontwerper. Hij werd geboren in Parijs als zoon van een meubelmaker. Tijdens zijn leerjaren in een werkplaats voor gebrandschilderde ramen restaureert hij enkele middeleeuwse ramen. Gedurende deze tijd nam hij ook avondlessen aan de Ecole des Beaux-Arts bij Moreau, wiens symbolistische invloed tot 1903 in het kleurgebruik in zijn werk zichtbaar blijft. Na de dood van Moreau moedigen Daumier en Toulouse-Lautrec hem aan om zich op portretten en taferelen uit het dagelijkse leven te richten. Voordat hij zich rond 1905 met de fauves verbindt, schildert hij in een donker, zwart palet. Vanaf 1903 echter, ontwikkelt Rouault een eigen stijl, die een van de meest pure vormen van expressionisme kan genoemd worden. Hij gebruikt een wilde, krachtige verftoets en beeldt zijn figuren (clowns, prostituées, boeren, arbeiders (1904-07) en de aan Daumier ontleende corrupte rechters (1908 e.v.) uit in levendige kleuren met donker omlijnde gezichten. Rouault was aangetrokken tot het religieuze existentialisme van de filosoof Jacques Maritain, die de rest van zijn leven een goede vriend bleef. Hij begon zich toe te leggen op christelijke onderwerpen en thema's. Als overtuigd christen ‘verdiept hij zich in het onheilspellende van de zonde en de menselijke hartstochten en wordt hij steeds meer vervuld van een onuitsprekelijk medelijden. Uiteindelijk komt hij tot een religieuze schilderkunst waarin leed en vreugde zich uiten in een nieuwe harmonie en in een adeldom van vorm.’ (Jacques Maritain). Tegen het einde van zijn leven verbrandde hij 300 van zijn schilderijen. Rouault stierf in Parijs in 1958.
Irena Tippett behaalde een Master in de kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Toronto. Als student aan Regent College in Vancouver ontdekte zij de schoonheid van haar vakgebied in relatie tot haar geloof. Naast pastoraat wijdt ze haar tijd aan deze nieuwe passie.
ArtWay beeldmeditatie 3e zondag van Advent 2021