Modersohn-Becker, Paula - BM - Deborah Lewer
Paula Modersohn-Becker: Oude boerin
Bijbelse eenvoud
door Deborah Lewer
We zien een oude vrouw in blauwe kleren in een onbestemde ruimte zitten, de blik op oneindig, in een houding van stille overpeinzing. Haar grote, sterke handen houdt zij gekruist over haar borst, als in gebed. Op haar schoot ligt een goudkleurig bloempje. Een subtiele lichtvlek omgeeft als een aureool haar hoofd.
Paula Modersohn-Becker (1876-1907) maakte dit schilderij rond 1905 in het afgelegen Noord-Duitse dorpje Worpswede. Zij maakte daar deel uit van een groep kunstenaars die zich aangetrokken voelden door het uitgestrekte veenlandschap, de berkenbossen en het idee van eenvoud. Haar onderwerp is een vrouw uit het plaatselijk armenhuis. Zij schilderde en tekende deze vrouw vele malen en betaalde haar voor het urenlange poseren. De kunstenares bekeek nauwkeurig het gebogen lichaam, het verweerde gelaat, de ruwe handen en de eenvoudige kledij. Zij streefde naar wat zij noemde een große Einfachheit der Form in combinatie met grondige observatie.
Het schilderij zegt iets over wat het betekende om een oudere Duitse plattelandsvrouw te zijn, in armoedige omstandigheden, na een leven van werken op het land. Het gaat ook over de moderne tijd en over de plattelandsgemeenschappen die achterbleven of leegliepen of een bezienswaardigheid werden voor stadsmensen op zoek naar resten van een voorbije tijd. Maar het is ook een treffende en diep menselijke herziening van een van de meest aangrijpende en centrale beelden in de kunst en de christelijke traditie: de Annunciatie.
De musea en kerken van Europa hebben ze in overvloed: een onwaarschijnlijk bleke jonge maagd, meestal ter rechterzijde en naar links kijkend, bijna altijd in het blauw, die een engel op bezoek krijgt. Zij vraagt: ‘Hoe kan dit gebeuren?’ Naar voorbeeld van de annunciaties uit de Renaissance beelden de gebaren van de maagd de stadia in haar reactie uit – onrust, reflectie, onderzoek, berusting. De gebedspose die deze oude boerin in een afgelegen dorpje in Duitsland aanneemt, weerspiegelt vooral Maria’s gebaar van nederigheid en aanvaarding. Zij zit in een niet nader gespecificeerde omgeving. Er zijn geen boeken, lelies, bedden of vazen. Maar het gebladerte achter haar potige lichaam doet aan een tuin denken en heeft tegelijk iets van een behangpatroon. Er is een verre nagalm van een besloten tuin, de hortus conclusus, waarin de maagd haar traditionele plaats heeft. Jeugd en ouderdom, traditie en moderniteit, het buitengewone en het gewone, verbeelding en observatie, het heilige en het seculiere komen in dit schilderij samen.
Modersohn-Becker werd vooral gevormd door haar jaren in Parijs, waarin zij zich onderdompelde in de wereld van de kunst. Zij leerde van Gauguin, Cézanne en anderen en ging dagelijks naar het Louvre. Zij kende deze gebaren, de welsprekende conventies, en wist ook dat grote kunstenaars die regels doorbreken. En toen zij weer in het zompige veengebied van Worpswede terugkeerde, ontmoette zij daar wat ze noemde de ‘bijbelse eenvoud’ van de boerenbevolking en bracht deze mensen op een gedurfde, moderne en nieuwe manier in beeld.
In 2021 verlangen veel mensen naar het einde van afstand en isolement. Dit schilderij kan daarop inspelen. Van deze uitbeelding van gewoontegetrouw, innig en alledaags gebed kan een oproep uitgaan om los te laten wat we niet nodig hebben en tevreden te zijn met wat we hebben. Van dit schilderij gaat een belofte van nieuw leven uit, van de hoop die de Annunciatie aankondigt.
Een vrouw die voor zover bekend niet bad, maakte dit schilderij van een vrouw uit een bevolkingsgroep waarin bidden volkomen verweven was met het leven. Wat zien wij door de ogen van deze schilderes?
*******
Paula Modersohn-Becker: Oude boerin (Alte Bauernfrau), olie op doek, ca. 1905, Detroit Institute of Arts.
Paula Modersohn-Becker (1876-1907) kreeg tijdens haar korte leven geen erkenning als kunstenares. Zij stierf enkele weken na de geboorte van haar dochter Mathilde aan een embolie. In Duitsland werd het originele karakter van haar werk vanaf 1919 eindelijk onderkend. In dat jaar kwam Alte Bauernfrau in de collectie van de Kunsthalle in Hamburg. Maar in 1937 namen de nationaalsocialisten dit en ander werk van haar in beslag als onderdeel van hun streven om de zogeheten ‘ontaarde kunst’ uit Duitse openbare collecties te verwijderen. Het werd op de internationale markt verkocht voor $120. De Amerikaanse verzamelaar die het van een galerie kocht, doneerde het in 1958 aan het Detroit Institute of Arts.
Dr. Deborah Lewer is senior lector in de kunstgeschiedenis aan de universiteit van Glasgow in Schotland. Zij is gespecialiseerd in twintigste-eeuwse Duitse kunst en de relatie tussen kunst en theologie alsook politiek. Zij is een expert op het gebied van Dada, de radicaalste beweging uit de geschiedenis van de moderne kunst. Zij spreekt ook regelmatig in kerken, voor theologieopleidingen en op festivals, werkt als retraiteleider en schrijver en is soms ook op de radio te horen.
ArtWay beeldmeditatie 25 april 2021