Regenboog - BM - Adrie Bos
De regenboog
Een grens tussen donker en licht
door Adrie Bos
In Genesis 9 lezen we dat God de regenboog kiest als teken bij zijn belofte dat er niet opnieuw een zondvloed – als in de tijd van Noach – zal plaatsvinden. Maar wat is de relatie tussen de regenboog en de regenboogbelofte? Waarom heeft God voor dit teken gekozen?
Om die vraag te beantwoorden moeten we letten op de context, d.w.z. niet op de boog zelf maar op de lucht eromheen. De lucht boven de boog is donker, de lucht onder de boog licht. Dat is niet toevallig. Dit wordt veroorzaakt doordat het zonlicht de bolvormige regendruppeltjes niet isotroop, niet in alle richtingen hetzelfde, verstrooit. Hoe het licht wordt verstrooid, hangt af van de hoek waaronder het zonlicht het regendruppeltje binnentreedt. Uit hoeken kleiner dan 40° komt wit licht voort en uit hoeken groter dan 42° geen licht. Daardoor nemen we de lucht boven de boog waar als donker en de lucht onder de boog als licht.
De donkere band tussen de primaire en secundaire regenboog wordt de band van Alexander genoemd. Alexander van Aphrodisias (eind 2de eeuw na Christus) was de eerste die die band heeft beschreven, maar ik denk niet de eerste die die donkere lucht heeft waargenomen. Ik kan me voorstellen dat God tegen Noach heeft gezegd: “Kijk Noach, zie je die donkere lucht? Dat is de zondvloed. Die is voorbij. Die is voorgoed voorbij.” De regenboog toont de aanwezigheid van licht te midden van de duisternis. De regenboog is dus een grensboog. Een grens tussen donker en licht. Daarmee scheidt de regenboog de tijd van voor de zondvloed van de tijd na de zondvloed.
Ik sprak eens iemand over mijn fascinatie voor de regenboog en die reageerde met: “Als ik de regenboog zie, lijkt het net alsof hij er voor mij is.” Je bent geneigd deze uitspraak op te vatten als puur subjectief. Maar er zit wel degelijk een objectieve component in. Het is namelijk een eigenschap van de regenboog zelf, dus onafhankelijk van de waarnemer, dat de regenboog je ‘aankijkt’. De waarneming van de regenboog is altijd frontaal.
Stel dat je de regenboog ziet vanuit een auto die op de snelweg 100 km/h rijdt. Je blijft naar de regenboog kijken terwijl de auto met die snelheid langs de regenboog rijdt. Zie je dan, na verloop van tijd, de zijkant van de regenboog? Nee. Dat komt omdat de regenboog een beeld is. De regenboog is geen brug, geen fysisch object waar je omheen of overheen kunt lopen maar een beeld. Een beeld dat met je mee beweegt net zoals je spiegelbeeld in de spiegel met je meebeweegt als je je hoofd verplaatst. De regenboog blijft je dus aankijken, ook als je je verplaatst.
Die eigenschap heeft een verrassende consequentie. Stel dat je met een aantal mensen die niet al te dicht bij elkaar staan, naar de regenboog kijkt. Voor al die mensen geldt dat ze de regenboog frontaal waarnemen. Hoe kan dat voor al die mensen tegelijkertijd gelden? Dat kan als je je realiseert dat al die mensen niet naar dezelfde regenboog kijken. Iedere waarnemer ziet z’n eigen regenboog. Pas wanneer je oog samenvalt met het oog van je buurman/vrouw kijk je naar dezelfde regenboog. Dat maakt de waarneming van de regenboog hoogstpersoonlijk.
En zou dit ook niet een diepere betekenis hebben? Net zoals iedere waarnemer zijn eigen regenboog ziet, zo geldt de regenboogbelofte voor ieder van ons persoonlijk. De regenboog is enerzijds een verschijnsel dat hemel en aarde met elkaar verbindt. Het gaat over grootse zaken in Genesis 9. Maar tegelijkertijd een verschijnsel dat hoogstpersoonlijk wordt waargenomen. Een belofte voor de wereld maar ook voor ieder van ons persoonlijk.
*******
Adrie Bos (1949) was tot aan zijn pensionering universitair docent aan de Technische Universiteit in Delft. Hij deed onderzoek naar lichtverschijnselen in vaste stoffen onder invloed van straling. Hij is lid van de NGK- gemeente “De lichtboog” te Houten.
ArtWay beeldmeditatie 29 december 2019