Valkenburg, Hendrik - BM - Tanja Kootte
Hendrik Valkenburg: Een stichtelijk uurtje in den Achterhoek
Een stichtelijk uurtje
door Tanja Kootte
Tijd voor bijbelstudie: maar liefst vier bijbels liggen opengeslagen op dit schilderij. In een ruime boerenwoning – de worsten hangen aan de plafondbalken – valt het licht op de bijbel van de voorganger die van achter een karnton met opgeheven rechterhand de Bijbel uitlegt. Tegenover hem heeft een oudere man een grote, opengeslagen bijbel op zijn schoot. Verbeeld ik me dat hij met kritische blik de uitleg van de voorganger volgt? De jongen en het meisje geheel links lijken samen verdiept in een klein bijbeltje. Of geeft dat gezamenlijk gebruik van het boekje hen de mogelijkheid om dicht tegen elkaar aan te kruipen? Het meisje op de voorgrond heeft kennelijk nog niet veel met woorden: zij mag in een grote prentbijbel bladeren.
De maker van dit schilderij, Hendrik Valkenburg (1826-1896), noemde het werk dat hij in 1883 afrondde ‘een stichtelijk uurtje’ en ‘in den Achterhoek’. Het is duidelijk dat hij een mooie compositie wilde met schilderachtige figuren. Bijzonder fraai vind ik bijvoorbeeld de oude vrouw in haar zwarte kledij links, die wat voorovergebogen, aandachtig de voordracht beluistert.
‘Zonder schroom noemen wij dit een meesterstuk…,’ noteerde een enthousiaste recensent van de Nieuwe Rotterdamse Courant op 8 mei 1883 over dit imposante schilderij. Hij had het werk gezien op de grote Wereldtentoonstelling die op 1 mei van dat jaar in Amsterdam was geopend. De schrijver was ingenomen met het bijzondere thema van het schilderij, maar ook met de uitwerking ervan: ‘…met het onderwerp wensen wij de kunstenaar geluk…. Doch niet alleen in de ontdekking van het onderwerp steekt Valkenburgs verdienste, ook de behandeling verdient hoge lof. De fysionomieën zijn uitstekend gegrepen, de schikking is uitmuntend, de kleur is fraai, en wat een atmosfeer is er om de figuren...’
Het plan om een dergelijk werk te maken had al jaren geleefd bij Hendrik Valkenburg. Hij was geboren in Voorst, volgde lessen aan de Tekenschool te Deventer en vervolgde zijn studie aan de Academie des Beaux Arts te Antwerpen. Valkenburg schilderde vooral genrestukken en interieurs van het Twentse en Gooise boerenleven. Reizend op het platteland rondom Almelo en Enschede (Twente heette in de negentiende eeuw ook ‘Achterhoek’) had hij dergelijke vrome vergaderingen in boerenwoningen in werkelijkheid meegemaakt. Van zijn tochten op het boerenland maakte hij tussen 1859 en 1864 tekeningen in een schetsboekje dat bewaard wordt in het Rijksmuseum. Daar is ook een grotere tekening te vinden waarop zo’n voorganger is afgebeeld, al staat deze niet achter een idyllische karnton maar achter een (klap)tafel.
De Wereldtentoonstelling in 1883 vormde voor Valkenburg een mooie aanleiding het onderwerp nader uit te werken. Met succes, want het schilderij verwierf niet alleen een gouden medaille maar werd ook aangekocht door Godfried Hendrik Leonard, baron van Boetzelaer (1842-1914).
Wat heeft Valkenburg precies gezien tijdens zijn tochten in de Achterhoek? In de 19de eeuw waren veel mensen binnen de Hervormde Kerk ontevreden over de in hun ogen vrijzinnige richting van de predikanten. Zij hadden een diep ontzag voor de Bijbel; zij wilden preken horen die de opriepen tot persoonlijke bekering. Daarom kwamen zij bijeen op zondagmiddag of ook wel eens doordeweeks in particuliere huizen. De Bijbel werd hun dan uitgelegd door zogenoemde ‘oefenaars’. Dat waren mannen die als onbevoegde voorgangers optraden in dergelijke bijeenkomsten waar zij vaak indruk maakten door hun fenomenale kennis van de Heilige Schrift.
In de 19de eeuw had de onvrede met de koers van de Hervormde Kerk in 1834 geleid tot de zogenoemde Afscheiding, een beweging die aan de wieg stond van de vele verschillende gereformeerde kerken. In die kringen gingen inderdaad vaak oefenaars voor.
In boeken over de geschiedenis van de gereformeerden is vele malen een illustratie afgebeeld van een ‘Dienst van afgescheidenen’, een klein, wat onhandig geschilderd werk uit 1910 door Koenraad Cornelis Verlaan (1845-1923). Hij vervaardigde dat naar het grote werk door Hendrik Valkenburg. Misschien heeft Verlaan het originele werk gezien, maar de kans is groter dat hij de voorstelling kende door reproducties. Zo vervaardigde Emil Ost voor het blad Eigen Haard (1884) een houtgravure van Valkenburgs werk op de wereldtentoonstelling. Ook in een bijdrage over de schilder in Elsevier’s Geïllustreerd Maandschrift (1894) was het schilderij afgebeeld.
Terwijl de naschildering door Verlaan de ondubbelzinnige titel ‘Dienst van afgescheidenen’ kreeg en als het ware werd ingelijfd in het gereformeerde geheugen, draagt het origineel door Valkenburg de heel wat ruimere titel ‘Een stichtelijk uurtje’. We kunnen ons daarom afvragen of Hendrik Valkenburg inderdaad een ‘dienst’ gezien heeft van echte ‘afgescheidenen’. Overigens waren die zeker in de Achterhoek te vinden. Hoe het ook zij, Valkenburgs werk getuigt op een fraaie en indrukwekkende wijze van de eenvoudige vroomheid die zo kenmerkend is voor de 19de eeuw en van de belangrijke rol die de Bijbel daarin speelde.
*******
1. Hendrik Valkenburg, Een stichtelijk uurtje in den Achterhoek, 1883, olieverf op doek, 133,5 x 204 cm. Museum Catharijneconvent, Utrecht.
2. Koenraad Cornelis Verlaan naar Hendrik Valkenburg, Dienst van afgescheidenen in een Gelderse boerenwoning, ca. 1910, olieverf op doek, 75 x 100 cm, Museum Catharijneconvent, Utrecht.
Hendrik Valkenburg (1826-1896) kreeg zijn eerste tekenlessen op de Tekenschool in Deventer en daarna op de Academie in Antwerpen. Hij schilderde genrestukken, waaronder vissers in Zandvoort, landschappen en boereninterieurs in Twente en in het Gooi. Na 1873 werkte hij vooral in en rond het Gooise dorp Laren. De boerentaferelen die hij in zijn ‘Larense periode' schilderde vallen op door hun intieme sfeer, hun bijzondere lichtval en rijke kleurgebruik.
Tanja Kootte is J.G. van Oord Jzn. conservator voor het Nederlands protestantisme, Museum Catharijneconvent, Utrecht.
ArtWay beeldmeditatie 6 januari 2019