ArtWay

Kunstenaars openen onze ogen voor rijkdom en betekenis. Sandra Bowden

Kerk en kunst -> Materiaal voor kerkelijk gebruik

Kerstavond - Knielende dieren van David Jones

David Jones: Knielende dieren

Kom en aanbid

door Kirstin Jeffrey Johnson

They do say that on this night
 in the warm byres […] and on the sweet lawns of Britain
the breathing animals-all do kneel.

David Jones

Zelfs in Groot-Brittannië, duizenden kilometers verwijderd van Bethlehem, duizenden jaren verwijderd van de geboorte van Christus, knielen nog steeds alle dieren – zo vertellen ons de oude verhalen – op de vooravond van Christus’ geboorte. David Jones geeft in zijn kerstkunstwerk een mythopoëtisch moment weer: een moment dat 2000 jaar geleden plaatsvond, maar dat ons nu nog steeds kan veranderen. De geboorte in Bethlehem spreekt ons op veel niveaus aan, niet alleen als kijkers maar ook als deelnemers aan de aanbidding: historisch, fysiek, mythisch en als schepselen van God.

Dit werk van Jones gaat duidelijk over aanbidding. Op het eerste gezicht lijkt het naïef en simpel: Knielende dieren, een aandoenlijk tafereel in toegankelijke, vloeiende, buigende lijnen. Maar Jones verweeft altijd oude verhalen, mythische overleveringen en christelijke teksten met elkaar op een manier die onze diepten doet weergalmen en vervolgens hun echo in een nieuwe polyfonie doet weerklinken. Heel bewust. Hij gelooft dat iedere vezel van de schepping, ook het werk van mensenhanden, is doordrongen van de historische werkelijkheid van de incarnatie. En zo brengt hij hier op deze kaart verhalen samen over heel de schepping die Christus’ geboorte telkens weer viert – de os en de ezel van de schamele stal, het luipaard en de herten van het toekomstige vrederijk, de vogels uit de echte en uit de fabelwereld. Onder de ster buigen zelfs de bomen naar binnen – zowel een gebladerde boom als een gebroken-maar-niet opgevende, als een telg uit de stronk van Isaï (Jesaja 11:1). Bloemen bloeien, ook al is het december. De heuvels en rivier zijn afgeleid van het landschap van Jones’ toenmalige verblijfplaats – de Black Mountains in Wales – maar ze lijken ook op de heuvels van Judea. Jones noemt dit aanpassingen en vermengingen, maar altijd in overeenstemming met het wezen van een plaats. Ook het landschap doet mee.

Dit lijkt een tedere tekening van kinderlijke eenvoud. Jones geloofde zeker in kunst als brenger van schoonheid en plezier. Maar voor hem hebben de lagen ook altijd meerdere betekenissen en als men ervoor kiest om erbij stil te blijven staan, zal men altijd veel ontdekken om verder over na te denken. Voor Jones herinneren zowel de dieren als het landschap ons eraan dat we slechts een klein onderdeel zijn van Gods grote schepping. Een hert dat vandaag op een helling van een heuvel graast verschilt niet van een hert in het voor-romeinse Engeland. Ondanks de dwaasheden, tragedies en prestaties van de mensheid grazen herten gewoon door. In een traditie die boven de tijd uitgaat, erkennen zulke transhistorische schepselen (als Jones ze noemde) het kerstwonder van hun Schepper en de kunstenaar nodigt ons uit ons bij hen aan te sluiten.

‘Quare fremuerunt gentes et populi meditati sunt inania?’ zeggen de woorden boven en onder de verzamelde dieren. Het is het begin van Psalm 2: ‘Waartoe leidt het woeden van de volken, het rumoer van de naties? Tot niets.’ In 1927, toen Jones deze kaart maakte, was dit een bekende Latijnse zin voor ieder die de kerstavonddienst bijwoonde, de eerste dienst van de Dag van Christus. Het begin van deze dienst bestaat uit een antifoon, een psalmvers en het Gloria Patri. Het traditionele liturgische antwoord op de vraag wordt gevormd door een later vers uit dezelfde psalm: “Hij sprak tot mij: ‘Jij bent mijn zoon, ik heb je vandaag verwekt.’” Dat is antwoord genoeg.

Maar Jones had meer op het oog. Zijn kerstkaart viert ook de eeuwige tegenwoordigheid van de historische, mythische en kosmische incarnatie. De kaart nodigt ons uit om onze boze en ijdele gedragingen opzij te zetten en ons aan te sluiten bij de rest van de knielende schepping. Dit doet hij met woord en beeld, maar ook met de meeklinkende muziek van het begin van de kerstavonddienst. Luister eens naar de toonzetting van de antifoon t/m Gloria Patri door Saint-Seans en je wordt weggevoerd van iedere zweem van sentimentaliteit naar een besef van majesteit. Saint-Saens’ liturgische werk helpt de hedendaagse luisteraar, niet vertrouwd met de traditionele kerstavondmis, de lading van Jones’ werk beter te vatten. Probeer het nu: Saint-Saens’ No 6 introit.

Dit is de Grote Entree, die heel de schepping op haar knieën dwingt, nu en altijd. Jones geloofde dat wat plaatsvindt in de mis ‘alle kunst karakteriseert en draagt’ en dat kunst een sacramenteel teken van ‘iets anders’ is. Kunst roept op, zegt Jones, ze ‘bezweert door haar vermogen om dingen terug te roepen in onze geest.’ En als we de grootsheid van Saint-Saens’ koorwerk laten meeklinken met Jones’ uitnodiging om te komen en te aanbidden, wordt het tedere majesteitelijk en tijdloos waar.  

*******

David Jones: Animals Kneeling, 1927, drogenaaldets op papier, 177x138 mm, gedrukt als kerstkaart.

David Jones, CH, CBE (1895-1974) was een Welse schilder-dichter. Na voor de Eerste Wereldoorlog de kunstacademie te hebben gevolgd, sloot hij zich in 1915 aan als soldaat bij de Royal Welsh Fusiliers. Hij vocht aan het front en liep verwondingen op. Zijn oorlogservaringen achtervolgden hem de rest van zijn leven en hij leed aan periodes van posttraumatische stress, die meerdere malen zijn carrière als kunstenaar en schrijver onderbraken. Opgevoed als Anglicaan, bekeerde hij zich door toedoen van een incident in de loopgraven tot het katholicisme. Ook droeg de katholieke beeldhouwer en letterkunstenaar Eric Gill, die hij zeer bewonderde, hiertoe bij. Zijn kunst werd steeds goed ontvangen. In 1928 begon hij een lang episch gedicht over zijn ervaringen in de oorlog dat in 1937 werd uitgegeven met als titel In Parenthesis. Het werd warm ontvangen alsook zijn volgende lange gedichten. Hij bleef schilderen en schrijven tot het eind van zijn leven. Zijn schilderijen werden steeds meer complexe geordende composities vol symboliek, terwijl zijn gelaagde poëzie refereerde aan auteurs, karakters en gebeurtenissen uit de geschiedenis. De geschiedenis, het christendom en christelijke rituelen vormden een voortdurende bron van inspiratie voor zijn werk. Zowel zijn literaire als beeldende werk waren een voertuig voor de ‘herinneraar’, wat hij zag als de ‘specifieke taak’ van de kunstenaar/dichter, waarmee hij het belang benadrukte van het verleden en diens impact op het heden.

Kirstin Jeffrey Johnson is gespecialiseerd in George MacDonald. Daarnaast is zij een free-lance schrijver en geeft zij lezingen en cursussen over literatuur, theologie en kunst. Ze woont in de Ottawa Valley in Canada. Haar proefschrift (Institute for Theology, Imagination and the Arts van de University of St Andrews) gaat over het concept Mythopoesis bij Tolkien en Lewis en hoe zij daarbij teruggrijpen op MacDonald. Zij is lid van het Inklings Institute of Canada en zit in de redactieraad van het Inklingstijdschrift SEVEN. Ze draagt ook bij aan Patheos Public Square en de blog EverydayTheology.life. Zie http://www.kirstinjeffreyjohnson.com.

Aanbevolen:

* The David Jones Research Center is geopend in maart 2018: www.david-jones-society.org

Art and Epoch, een bundel met essays van David Jones

Recente publicaties:

The Art of David Jones, Ariane Bankes & Paul Hills (Lund Humphries, 2015)

David Jones: Engraver, Soldier, Painter, Poet​. Thomas Dilworth (Cape, 2017)

David Jones: A Christian Modernist? P. Fiddes, A. Johnson, E. Tonning, & J. Callison (Brill, 2017)

On-line documentairesDavid Jones Between the Wars: The Years of Achievement (2012); David Jones: Innovation and Consolidation (2014)

Saint-Saens’ No 6 – Ljubljana Slovenia Choir, Academy of Music, conductor: Igor Svara

ArtWay beeldmeditatie Kerstmis 2018