Goede Vrijdag - Christus aan kruis van Velazquez
Velázquez: Christus aan het kruis
God en mens
door Saskia van Lier
Stel je eens voor dat je kunstenaar bent en je krijgt de opdracht om Christus aan het kruis te schilderen. Je moet daarbij allerlei afwegingen maken: groot, klein, achtergrond of niet, lijdt hij of is hij gelaten? Doornenkroon? Koningskroon? Hoeveel bloed is er te zien? Wordt het niet te realistisch?
De leidende keuze die hier op de achtergrond ligt, is eigenlijk: schilder je een mens of een god? Het formele dogmatische antwoord op die vraag is: je schildert een mens die volledig God is én je schildert God die volledig mens is. Dit is namelijk vastgelegd in het dogma van de tweenaturenleer. Een dogma dat door sommigen wordt aangehaald om dan maar helemaal geen beelden van Christus te maken, want je kunt nooit recht doen aan zijn volledig mens- én volledig God-zijn. Of dit wel of niet mogelijk is, is een persoonlijke opvatting. Wat mij betreft is het Diego Velázquez in 1632 gelukt; hij schilderde toen zijn Christus aan het kruis, nu te zien in het Prado in Madrid.
Velázquez schilderde een perfect menselijk lichaam aan het kruis. Hij is levensgroot. Je kunt hem aanraken. Een slanke, misschien wat tengere man hangt te sterven. Een heel ander type dan de Christussen van Rubens, die zo uit de sportschool lijken te komen. In het lichaam zit een perfectie die je kent van klassieke beelden, die Velázquez dan ook uitgebreid bestudeerd had. Het is goddelijke perfectie in een mensenlichaam, zou je kunnen zeggen. En de lendendoek is met opzet klein gehouden om die perfectie aan ons te tonen.
Zijn hoofd hangt naar beneden, hij heeft een doornenkroon op en als je goed kijkt, zie je overal straaltjes bloed lopen. Het meest subtiele straaltje komt uit zijn borstwond en sijpelt onder de lendendoek door naar beneden. Zijn voeten zijn naast elkaar vastgenageld, waardoor het lichaam geen dramatische draaiing heeft gekregen. Hij hangt en hij gaat dood. Menselijker kan het niet.
Maar het lichaam lijkt licht te geven! Niet alleen uit zijn hoofd lijkt het te stralen, ook weerkaatst dit witte lichaam het felle licht dat op hem schijnt. Hij geeft het goddelijke licht door zoals de maan het zonlicht weerkaatst. Hier hangt een god in mensengedaante, een mens die eigenlijk God is.
Ik kan niet kijken naar dit schilderij zonder dat deel 8 van Vivaldi’s Gloria in mij opkomt, over Heer, God, Zoon en Lam: Domine Deus, Agnus Dei, Filius Patris, qui tollis peccata mundi, miserere nobis. En denkend aan dit muziekstuk, denk ik aan die andere beroemde Spaanse barokschilder: Zurbarán. Hij schilderde rond 1635 een Agnus Dei zonder enige goddelijke verwijzing. De meeste lammeren Gods krijgen een stralenkrans en om de betekenis er dubbeldik bovenop te leggen ook een borstwond met miskelk eronder. Deze niet. Hier ligt een lam. Zijn poten zijn bijeengebonden. En hij wacht uitgeput op de slachtbank. Je zou hem het liefst door de vacht willen aaien om hem te troosten, maar je weet dat dat niet gaat helpen. En hij, het lam, Christus aan het kruis, probeert ons te troosten middels zijn gelatenheid, rust en sereniteit.
Kun je dit alles ervaren in het drukke Prado museum, waar deze beide werken hangen? ’s Zomers staan er lange rijen voor de kassa, binnen is het dringen voor de beroemdste werken: Las Meninas van Velázquez, de Jeroen Boschen, Van der Weydens en Goya’s. Bij deze Christus en Lam Gods valt het nog mee. Wel is er overal rumoer en geroezemoes. Zet daarom eens een muziekje op: download Vivaldi’s Gloria en speel deel 8 bij het bekijken van deze werken. Het stuk is voor een contralto, een lage vrouwenstem. Logisch, want Vivaldi schreef dit werk rond 1716 voor het meisjesconvent waar hij werkte in Venetië. Het stuk is in d-mineur, terwijl het Gloria in zijn geheel in D-majeur, een ‘grootse’ toonsoort, is geschreven. De contra-alt zingt haar partij in mineur en het koor zingt daardoorheen in majeur. Zou je het kunnen beluisteren als een menselijke en lijdende partij in samenwerking met een grootse en goddelijke partij?
Vivaldi: ‘Domine Deus, Agnus Dei’, Gloria deel 8
Heel misschien lukt het zo om iets van de droogte van dogma’s en liturgische formules weg te nemen en deze werken in al hun schoonheid en spiritualiteit te ervaren.
*******
Diego Velázquez: Christus aan het kruis, 1632, olieverf op doek, 248 x 169 cm, Museo del Prado, Madrid.
Francisco de Zurbarán: Agnus Dei, 1635-1640, olieverf op doek, 37.3 x 62 cm. Museo del Prado, Madrid.
Diego Rodríguez de Silva y Velázquez (1599 – 1660) was een Spaanse kunstschilder die werkte als hofschilder van de Spaanse koning Filips IV, voor wie hij veel portretten van de koninklijke familie, evenals enkele religieuze schilderijen, genrestukken en andere werken maakte.
Francisco de Zurbarán (1598 –1664) was een Spaanse kunstschilder. Zubarán kreeg de naam de Spaanse Caravaggio te zijn vanwege de streng realistische stijl waarin hij uitblonk. Meestal schilderde hij direct naar de natuur. Zijn onderwerpen waren meestal ernstige en ascetische religieuze plechtigheden waarbij de geest het vlees tot onderwerping kastijdt. Zijn werk wordt gekenmerkt door een ingetogen stijl.
Saskia van Lier is godsdienstwetenschapper en gespecialiseerd in het gebruik van beelden in de kerk. Ze doceert freelance bij verschillende instellingen en combineert in haar lessen vaak muziek met beeld. Daarnaast ontwerpt ze erfgoedlessen voor basisschoolkinderen, onder meer in kerken en op begraafplaatsen.
ArtWay beeldmeditatie 1 oktober 2017