Manzu, Giacomo - BM - Jonathan Evens
Giacomo Manzù: Kruisiging met generaal en kardinaal
Eén met slachtoffers van geweld
door Jonathan Evens
Het werk van Giacomo Manzù (1908-1991) ontmoette van de kant van de rooms-katholieke kerk zowel steun als censuur. De discussie over kerkelijke opdrachten concentreerde zich in het midden van de 20e eeuw rond de vraag in welke mate de kerk opdrachten kon verstrekken aan ‘wereldse kunstenaars’. Manzù, een geboren katholiek wiens vader koster was van de Sant' Allessandro in Colonna, kreeg in het begin van zijn carrière kerkelijke opdrachten. Maar toen zijn politieke overtuigingen de kant van het antifascisme en communisme opgingen, keerde de rooms-katholieke kerk zich tegen zijn werk.
Voor de orthodoxe vleugel van de katholieke kerk werd hij het symbool van alles wat vijandig tegenover de kerk stond, hoewel hij nog steeds gebruikmaakte van christelijke iconografie. Later vond hij steun voor zijn werk bij Paus Johannes XXIII. De inmiddels atheïstische beeldhouwer werd een persoonlijke vriend Paus Johannes en als zijn beeldhouwer maakte hij het meesterwerk Deuren van de dood voor de Sint-Pieter in Rome.
Manzù’s verhaal is illustratief voor de spanningen inherent aan de tegenstrijdige houding van de kerk ten opzichte van moderne kunst. Kruisiging met generaal en kardinaal, een bronzen reliëf met een ruw en ingekerfd oppervlak dat het geweld van de martelscene weerspiegelt, is typerend voor het soort afbeeldingen dat censuur over zijn werk afriep.
Toen Italië in het voorjaar van 1939 hulpeloos afdreef naar de verschrikkingen van de oorlog begon Manzù Christus te zien als partijgenoot, een doelwit voor nazi’s en fascisten. Hij maakte een serie reliëfs getiteld Christus in onze menselijkheid, waarop nazisoldaten aan de voet van het kruis de plaats innamen van de Romeinen en Christus werd afgebeeld als een naakt slachtoffer. Zowel het antifascistische karakter als de naaktheid werden aangevallen tijdens de eerste vertoning van deze serie in Milaan. Het Heilig Officie beschreef zijn naakten als ‘obsceen’. Een naoorlogse tentoonstelling van deze werken in 1947 riep zelfs nog meer verontwaardiging op.
Het werk van Manzù maakt deel uit van een stroming in de moderne religieuze kunst, die het offer van Christus ziet als beeld van het menselijk lijden in het algemeen en dit thema op expressionistische wijze weergeeft. Werken van deze strekking waren vaak controversieel, omdat zij zich tegen de sentimentele voorstellingen van Christus keerden en met opzet lelijkheid introduceerden in mooie gebouwen.
Paul Tillich schreef in Theology of Culture dat het ‘de herontdekking van het expressieve element in de kunst vanaf ongeveer 1900’ was die ‘religieuze kunst weer mogelijk maakte’. Hij merkte op dat het expressieve element in de kunst in staat is ‘een authentieke ontmoeting met de werkelijkheid onder de oppervlakte’ weer te geven en daarom ‘adequaat is direct uiting te geven aan religieuze betekenis door middel van zowel seculiere als traditionele religieuze onderwerpen’. ‘Voor de expressionisten waren kunst en religie over het algemeen nauw met elkaar verbonden, daar beide vragen om overgave aan een innerlijke spirituele energie en een focus op de menselijke ziel.’
Tilichs ideeën zijn direct van toepassing op het werk van Manzù en verklaren bovendien waarom de meer traditionele stroming reageerde met veroordeling. Overdrijving en vervorming waren wegen waarlangs men onder de oppervlakte probeerde te komen om de werkelijkheid te verbeelden. Dergelijke vervormingen werden vaak als godslasterlijk gezien, als zij werden toegepast op de weergave van Christus.
Manzù combineert dit met een zekere dubbelzinnigheid in de manier waarop hij geestelijken weergeeft. In Kruisiging met generaal en kardinaal maakt de generaal aan de voet van het kruis een gebaar naar de kardinaal aan de rechterkant. Duidt dit op een wederzijdse medeplichtigheid? Manzù laat hun relatie met opzet in het ongewisse en deze ambiguïteit vinden we vaker bij zijn afbeeldingen van kardinalen.
De conische vorm van kardinalen in hun gewaden en mijters fascineert Manzù. Hij maakt gedurende heel zijn carrière afbeeldingen van zittende kardinalen omdat hij, zegt hij, wordt aangetrokken door de ‘statigheid van hun vorm’. Toch zit er ook een element van verberging in, daar de figuren niet te onderscheiden zijn van hun kleding en hun gelaatstrekken vaak onbestemd en blanco zijn. Dit zijn afbeeldingen van mannen die zodanig opgaan in hun gewaden en rol dat zij geen eigen persoonlijkheid meer uitstralen.
Christus daarentegen is naakt, een verwijzing naar zijn slachtofferschap en open eerlijkheid. Doordat Manzù de kerk probeerde te laten zien dat Christus zich identificeert met de slachtoffers van geweld, was hij profetisch bezig. Tegelijkertijd legde hij zijn ambivalente relatie bloot met een kerk die hem zowel in dienst nam als veroordeelde.
*******
Giacomo Manzù: Kruisiging met generaal en kardinaal, 1951, bronzen reliëf. Courtesy: Galleria d’Arte Maggiore, Bologna, Italy.
Giacomo Manzù: Grote zittende kardinaal, 1983, verguld hout, 205 cm. Courtesy: Galleria d’Arte Maggiore, Bologna, Italy.
Giacomo Manzù (1908-1991) is bekend om zijn delicate en ontroerende werk, dat voornamelijk uit portretten en religieuze afbeeldingen bestaat. Hoewel hij op jonge leeftijd bij meerdere vaklui in de leer ging, was Manzù grotendeels autodidact. Belangrijke invloed op zijn stijl oefenden de beeldhouwers Auguste Rodin en Medardo Rosso uit. Eind jaren ’30 begon Manzù zijn beroemde serie over kardinalen, zittend en gehuld in hun liturgische gewaden. In deze tijd maakte hij ook een serie reliëfs over de kruisiging, die tegelijkertijd gepassioneerde en ondubbelzinnige aanklachten tegen het geweld van het nazisme en fascisme waren. Na de oorlog werd Manzù een van de belangrijkste beeldhouwers van religieuze onderwerpen van Italië, hoewel hij – net als zijn tijdgenoot Emilio Greco – evenzeer werd aangetrokken door de zinnelijke als de geestelijke wereld.
Jonathan Evens is een van de predikanten van Sint-Martin-in-the-Fields en priester van Sint-Stephen Walbrook, twee kerken in het centrum van Londen die met elkaar samenwerken. Hij is secretaris van commission4mission, een organisatie die hedendaagse kunstopdrachten door kerken wil bevorderen. Voor meer informatie zie http://www.commission4mission.org/. Jonathans artikelen zijn in allerlei tijdschriften verschenen. Hij is een van de auteurs van The Secret Chord, een boek over de rol van muziek in het culturele leven.
ArtWay beeldmeditatie 16 oktober 2016