Hacking, John - BM - Marianne van Waterschoot
John Hacking: Getsemane
Getwijnde handen
door Marianne van Waterschoot
Een eenvoudige, kleurrijke afbeelding. Mijn ogen haken zich vast in het ‘Hacking blauw’ dat deel uitmaakt van de achtergrond, die somber oogt door het grijs bovenaan en de donkerte links. Ik zie twee opgeheven armen met verstrengelde handen. Getwijnd, geen touwen of kettingen, maar krachtig, krampachtig misschien wel, ineen. Geen gezicht, geen lichaam waar deze armen en handen bij horen. Een getinte huid, die uit okergele mouwen met witte manchetten steekt.
Wie is dit? Wat doet hij of zij? Wat betekent dit gebaar? Zijn het lege handen of houden ze iets vast? De titel en ondertitel sturen me een bepaalde richting op, zeker in deze vastentijd, deze veertigdagen periode van contemplatie en reflectie voor Pasen. Een melancholieke, maar ook verheugende tijd door het vooruitzicht dat de dood niet het laatste woord heeft. Ik blijf kijken naar het beeld, dat zich als een soort landschap ontvouwt. Het blauw – en daardoor de handen – houden mijn blik vast.
Het zijn ook mijn handen dus, want ook ik ken die momenten, waarin ik het even niet meer weet en het verdriet, het probleem te groot lijkt. In die totale verlatenheid schieten woorden te kort, vallen plannen in duigen en dromen aan scherven. Er is niets meer, geen houvast, geen vooruitzicht. Godverlaten wordt elke snik gesmoord.
De handen vouwen zich in diepe crisis en reiken in een laatste krachtsinspanning omhoog, op zoek naar troost: ‘Help me! Het is te zwaar, neem deze beker van mij weg.’ En in dat aanroepen, in die samengebalde hulpvraag, geeft de mens zich over: ‘Niet mijn wil, maar uw wil geschiede.’ God wordt gezocht en laat zich vinden. De handen worden ineengeslagen, het bondgenootschap bevestigd. Het blauw licht op: ‘Dank u!’
Het oplichten van het blauw achter de handen voelt als een appèl: de vluchteling, de eenzame oude man, het jonge loverboy-slachtoffer, de zieke buurman, de desperate gescheiden moeder, het gebombardeerde kind, ze heffen de handen op en steken die ook naar mij uit: ‘Help me!’ Ik kan er niet aan voorbij gaan. Geloof ik in die God die mij redt, wanneer ik geen uitweg meer zie, dan ontkom ik er niet aan ook die God te herkennen in mijn naaste en dat geloof in de praktijk te brengen. ‘Niet mijn wil geschiede, maar uw wil.’ Hier en nu.
*******
John Hacking: Getsemane, Forgotten scenes from the way of the cross, een serie van 7 schilderijen, 2014, pigment op papier, inkt en sumi, 24 x 32 cm.
John Hacking (1956) is autodidact. Hij heeft altijd interesse gehad in het schilderen van landschappen, vandaar dat zij als thema voortdurend terugkeren in zijn werk. In 1984 kreeg hij een catalogus in handen van het werk van Kaii Higashiyama, een Japanse landschapschilder die onder andere muren gedecoreerd heeft in tempels in Japan. Kaii Higashiyama maakt zijn verf zelf. Deze werkwijze heeft Hacking ertoe aangezet het terrein van het zelf verf maken te verkennen. Sinds die tijd werkt hij alleen met pigmenten, bindmiddelen en water. Hij heeft ook het werken met sumi en inkt opgepakt. Andere inspiratiebronnen voor zijn werk zijn Anselm Kiefer en Caspar David Friedrich. Hun landschappen hebben hem ertoe aangezet verder te experimenten met kleur en vorm. Sinds 1998 heeft hij in verschillende plaatsen in binnen- en buitenland exposities gehad. Hij geeft elke expositie een thema mee om de toeschouwer uit te nodigen om vanuit zijn eigen perspectief naar de werken te kijken. Inzet is de zoektocht naar sporen van een transcendente werkelijkheid in het landschap. Het goddelijke en de natuur vallen bij hem niet samen zoals bij veel schilders in de Romantiek. Het landschap verwijst.
Marianne van Waterschoot is communicatiecoördinator van twee parochies in Gelderland. Tevens is zij verslaggever en columnist bij Nieuwwij.nl. Ze is verbonden met de orde der Karmelieten. Zij was ook vijf jaar lang onbezoldigd auteur voor het Beeldende Kunstjournaal.
ArtWay beeldmeditatie 28 februari 2016