Marcus 10: Bartimeüs - Kees de Kort
Kees de Kort: Bartimeüs
De schreeuw
door José Verheule
Er kunnen van die dagen zijn dat het voelt of er een grauwe mantel om je heen hangt. Sombere gedachten, verdriet of pijn nemen de kleur uit alles weg. Het weer doet er soms nog een schepje bovenop door als een grijze deken elk zonnestraaltje tegen te houden. Gelukkig breekt meestal een volgende dag de zon weer door en klaart ook je weer gemoed op. Maar soms blijft zo’n mantel als een last om je schouders hangen. Doordat een ziekte niet wil genezen, je somberte overgaat in een depressie of je ergens een blijvende handicap aan overhoudt.
Zo tekent Kees de Kort Bartimeüs (Markus 10:46-52), die op een kwade dag blind is geworden, in zijn platenbijbel: tot zijn nek gewikkeld in een grauwe zwartbruine mantel. Het rafelige losse eind van een bruine band doet denken aan de windsels van een mummie, net als de witte band om zijn hoofd.
Bartimeüs is niet altijd blind geweest. Dat blijkt uit zijn antwoord op Jezus’ vraag wat hij voor hem doen kan: ‘Dat ik weer, opnieuw kan zien!’ Hij weet wat hij mist. En dat maakt een gemis vaak nog zwaarder. Sowieso had je als blinde in een tijd zonder braille en spraakcomputers geen enkel perspectief, gedoemd als je was de rest van je leven te slijten als bedelaar, in ruil voor onderdak bij een goedwillend familielid.
Zo’n leven maakt je afhankelijk en machteloos. Vreemd genoeg went dat voor de omgeving maar al te gauw. Binnen de kortste keren is de blinde bedelaar aan de kant naast de poort een vertrouwd beeld en niemand die zich nog afvraagt of het ook anders kan. Maar voor jezelf went het nooit. En als Bartimeüs op een dag, in de ongewone drukte om hem heen, opvangt dat Jezus met zijn discipelen voorbijkomt, komt alle opgekropte machteloosheid en frustratie eruit. Een ijselijke, wanhopige schreeuw snijdt door de lucht: ‘Zoon van David, Jezus, heb medelijden met mij!!’
Maar ijselijker dan de noodkreet van Bartimeüs vind ik de reactie van de mensen om hem heen. Zijn hulpgeroep roept geen meegevoel op, alleen ergernis! Van alle kanten wordt hem toegesnauwd zich gedeisd te houden. Hoe kunnen mensen zo harteloos zijn?
Kees de Kort heeft de schreeuwende Bartimeüs afgebeeld op een manier die sterk doet denken aan het indringende schilderij De schreeuw van Edvard Munch, met zijn handen tegen zijn oren. Probeert hij zich te beschermen tegen het onbarmhartige gesnauw om hem heen? Zijn mond is opengesperd in een kreet om hulp, nog luider dan eerst. Zijn hoofd loopt rood aan. Om zijn hoofd, voor zijn ogen langs is een verband getekend, alsof de kunstenaar wil aangeven dat het niet alleen om deze blinde gaat, maar om iedereen die door het leven gewond is.
Het resulteert in een beeld dat net zo hard afschrikt als dat het aangrijpt, net als bepaalde oorlogsbeelden of de aanblik van iemand die hopeloos lijdt. Het confronteert je met je eigen machteloosheid en kwetsbaarheid. Is dat waarom je soms net zo kunt reageren als de mensen rond Bartimeüs: afwerend, om jezelf te beschermen? Jezus doorbreekt die afweerreactie met de vraag de blinde bij hem te roepen. En dat zorgt voor een eigenaardige omslag. Het gescheld maakt plaats voor bemoedigingen: ‘Vat moed, kop op man, hij roept je!’
Bartimeüs gooit zijn grauwe mantel, de last van zijn bestaan, van zich af, springt op en rent op Jezus af, alsof hij al kan zien. En dan laat Kees de Kort zien dat onder die mantel een hemelsblauw kleed schuilgaat (als het kleed van Maria, de moeder van Jezus). In zijn blindheid is Bartimeüs het zicht op de hemel niet kwijtgeraakt. Ziekte en ongeluk brengen weinig goeds, maar het kan je wel wijzer maken. Juist toen hij blind was kreeg Bartimeüs vaak het ware gezicht van mensen te zien. En door wat hij over Jezus hoorde, is hij in hem de Messiaanse koning gaan zien die redding brengt: ‘Zoon van David’, ‘Rabboeni’, noemt hij hem met eerbied. Wie zal hij anders volgen op de weg van dood naar leven?
Als ik nogmaals kijk naar de schreeuw van Bartimeüs, denk ik: wat goed dat je je niet het zwijgen liet opleggen! En dan valt mijn oog op dat losse eindje aan zijn verstikkende kleed: een begin van bevrijding…
*******
Kees de Kort: Bartimeüs, illustratie in de Kijkbijbel.
Kees de Kort (1934) is een in Bergen woonachtige Nederlandse schilder, ontwerper en illustrator. Hij studeerde van 1956 tot 1962 aan de Kunstacademie te Amersfoort, aan de Academie voor Beeldende Kunsten Artibus te Utrecht en de Rijksakademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam. Hij is getrouwd en heeft twee zonen. Hij is vooral bekend om zijn illustraties van bijbelverhalen. In 1965 werd hij gekozen door een commissie om in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap een serie bijbelverhalen voor mensen met een verstandelijke beperking te maken. Dat resulteerde in de serie Wat de bijbel ons vertelt waarvan het eerste deel in 1967 verscheen. Deze serie bleek bij een veel groter publiek aan te slaan. De kenmerkende tekenstijl ontwikkelde De Kort door kinderen die tekenen te observeren. De tekeningen bestaan uit rustige vlakken die afwisselend gekleurd zijn. De boekjes uit de serie werden vertaald in tientallen talen. Na 28 delen werd de serie in 1992 gebundeld in de Kijkbijbel. Daarnaast werkte De Kort aan schilderijen voor volwassenen over de bijbelboeken Amos, Hooglied en Job. De Kort heeft ook glas-in-loodramen en drieluiken met religieuze voorstellingen in opdracht vervaardigd. http://www.keesdekort.eu
José Verheule is theoloog. Ze is met vervroegd emeritaat na als predikant werkzaam te zijn geweest in de PKN in Zaandam. Ze leidt kerkdiensten in een verzorgingshuis en geeft Nederlandse les aan vluchtelingen.
ArtWay beeldmeditatie 31 januari 2016