Nederland: de Petrus en Pauluskerk in Maassluis
Mari Baauw: De Petrus en Pauluskerk in Maassluis
en
Dick Tulp: De roeping van Andreas
Een roeping naar eeuwig leven
door Rob den Boer
De apostel Andreas was een visser van mensen. Hier trekt hij hen in zijn net aan veilige wal en zijn naar achteren gekeerde hoofd lijkt te zeggen: ‘Volg me maar.’ Het beeld van Dick Tulp komt op de rug gezien hermetisch over. Van voren gezien is het beeld juist heel open. Andreas trekt uit alle macht met zijn lijf geheel gestrekt, zijn voeten schrap zettend langs de waterkant. Door de wijze waarop de touwen van het net overlopen in zijn armen en gewaad, ontstaat het beeld van een Andreaskruis. Een kleine vijver met kiezels eromheen symboliseert het meer. Het beeld bevindt zich voor de rechtergevel van de Petrus en Pauluskerk in Maassluis, een opmerkelijk vormgegeven gebouw.
Tijdens de uittocht uit Egypte gaf de Here het bevel tot het oprichten van een tabernakel (Exodus 25:9), wat letterlijk ‘tent’ betekent. Toen de Andreasparochie en de Petrus en Paulusparochie in Maassluis fuseerden, besloten zij een nieuwe kerk te bouwen. Er was weinig geld, een gegeven dat vaak tot creativiteit leidt. ‘Het moet een tent van God worden,’ zei de pastoor en zo geschiedde. Het winnende ontwerp werd getekend door de architecten Mari Baauw en René Olivier van het bureau Royal Haskoning.
Gevel en dak bestaan uit vier gestapelde bladeren, met de losstaande toren als vijfde blad. Door de bladvormen straalt het gebouw van binnen geborgenheid uit, terwijl de buitenkant juist heel expressief oogt. Omdat de kerk op de het beroemde operagebouw van Sydney lijkt, wordt zij ook wel ‘Sydney aan de Waterweg’ genoemd. Op 1 juli 2007 wijdde bisschop van Luyn de kerk in.
Het beeld van Dick Tulp werd ruim een jaar later onthuld. Hoewel geboren in Rotterdam, woont de kunstenaar al jaren in Maassluis. Eeuwenlang was de visserij hier de belangrijkste bron van inkomsten. Ook de apostel Andreas kwam uit een familie van vissers en is daarom hun schutsheer. Mensen uit een gemeenschap die vroeger direct of indirect van het vissen leefde, worden nu zelf gevangen door de roep van de Here Jezus om hem te volgen op de weg naar het eeuwige leven.
Al bij binnenkomst in de kerk loopt de bezoeker tegen een paal op waar hij omheen moet om de hal te kunnen binnengaan. Net als een echte tent heeft het gebouw een skelet van palen die het kunststofdak op zijn plaats houden. Bovenin het dak van de kerkzaal loopt op twee plekken een soort boog van gekleurde glaselementen die de gehele breedte omspant. Vooraan is de boog geel-oranje-rood, achterin blauw met paars en groen. Ze verbeelden de regenboog, het verbond dat God met Noach sloot.
Achterin bevindt zich matglas met daarin verwerkt de proloog van het evangelie van Johannes (Johannes 1:1-18), die jaarlijks wordt voorgelezen tijdens de dagmis van Kerstmis. Zo wordt het evangelie naar buiten uitgestraald. Een mooi symbool voor het beginnende bewustzijn bij veel kerken van uiteenlopende gezindten dat ze van een dominante beweging weer pionier zijn geworden en de deur naar buiten moeten openzetten.
Het interieur is een mengeling van oud en nieuw. De banken komen uit de oude kerk, net als het orgel, de kruiswegstatie en de beelden. Petrus en Paulus staan gebroederlijk achteraan. Rechts in de kerk vinden we de Maagd Maria met het kind. Daar kunnen de parochianen een kaarsje branden en bidden. Veel moderner is de bescheiden sacramentstoren, waarin de hosties worden bewaard. Het is een kunstig gevormde kubus van metaal, met paarse en witte kleuraccenten, op een soort sokkel. Het altaar bestaat uit een glazen bovenblad met vijf kruizen erin, de wonden van Christus. Daaronder bevinden zich nog twee kleinere lagen glas die samen met het bovenblad de Jakobsladder symboliseren. Wat er in de kerk wordt gevierd mag immers tot in de hemel reiken.
Andreas moest zwaar boeten voor zijn onvoorwaardelijke trouw aan de Here. Als ter dood veroordeelde werd hij op eigen verzoek opgehangen aan een X-vormig kruis, de eerste letter van de Griekse naam voor Christus. Om zijn lijden te verlengen werd de apostel met touwen vastgebonden. Zo betaalde Andreas een ultieme prijs voor zijn roeping, maar bleef die tot het allerlaatste moment trouw. Niet voor niets betekent zijn naam 'de mannelijke, de moedige'. Een waardige inspirator voor een kerk in crisistijd.
*******
Dick Tulp: De roeping van Andreas, 2008, ca. 2 meter hoog, brons.
Dick Tulp (Rotterdam, 1952) is een veelzijdige kunstenaar die zowel twee- als driedimensionaal werkt. Hij hanteert een figuratieve beeldtaal. Tulp schildert met name in olieverf en aquarel en boetseert en modelleert in klei, was en gips. Hij maakt landschappen, stillevens, dieren, mensen, portretten en werk vanuit vrije thema's. Ook voert hij opdrachten voor bronzen beelden uit. Dick Tulp kreeg zijn opleiding in 1977-1980 aan de Kunstacademie in Rotterdam. Meer informatie: www.dicktulp.nl.
Rob den Boer (Utrecht, 1968) bouwde na zijn studie Beeldende Kunst en Vormgeving aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht een veelzijdige beroepspraktijk op als beeldend kunstenaar. Hij maakte vele series etsen, litho's en houtskooltekeningen. Later begon hij ook pasteltekeningen te maken, waarin hij voor het eerst sinds jaren kleur gebruikte. Als thema koos hij vaak gedichten waaronder 'Meeresstille' van Goethe. Rob den Boer exposeert zijn werk regelmatig in Nederland, Duitsland en andere landen. Zijn werk bevindt zich in particuliere collecties in Nederland, België, Duitsland, Oostenrijk, Tsjechië en Bermuda. Hij woont in Culemborg en is lid van Maatschappij Arti & Amicitiae in Amsterdam. Verder is hij belijdend lid van de Protestantse Kerk in Nederland. Voor meer, ziewww.robdenboer.nl.
Met dank aan Parochie de Goede Herder, deelgemeenschap Andreas, Petrus en Paulus en de heer Rob van Soldt. Meer informatie over de deelgemeenschap kunt u vinden op www.appp.nl.
Foto's: Rob den Boer (afgezien van de bovenste foto).
ArtWay beeldmeditatie 16 november 2014