Berge, Jan van den - BM - Ineke de Jong
Jan van den Berge: Abrahams offer
Doorleefde tekeningen
door Ineke de Jong
Op een dag moest ik een groep meiden op een reformatorische lagere school een les over kunst geven. Ze werkten in de klas over het thema ‘sociaal ondernemen’ en noemden zich in de wandelgangen de ‘verkoopgroep’. Wat zou ik deze klas gaan vertellen? Iets over kunst veilen en kunst kopen natuurlijk. Er waren net twee boekjes uitgekomen over de kunstenaar Jan van den Berge (geb. 1927). Met zijn toestemming liet ik een aantal kunstwerken uit dit boekje zien en vertelde bij elk kunstwerk iets. Daarna deden we een spel met een opbodverkoping. De kinderen moesten bieden op de schilderijen en tekeningen van deze kunstenaar. Tot mijn verbazing kreeg de tekening Abrahams offer het hoogste bod. Om de een of andere reden sprak dit kunstwerk de kinderen aan, terwijl het toch bepaald geen vrolijk thema is.
Ook de tekening van Jan van den Berge heeft iets beklemmends. In zware zwarte, bijna gekraste, lijnen is het bijbelverhaal uitgebeeld. De tekening is omrand door een dikke zwarte rand. Rechts is vader Abraham te zien met een geheven mes. Links ervan is Izak te zien op het altaar. Opmerkelijk is dat de kunstenaar Izak (bewust) niet vanaf de zijkant heeft weergegeven (volgens de maatstaven van de realistische schilderkunst), maar van bovenaf gezien. Links onderin is de ram getekend, die met zijn hoorns verward zit in de struiken. Ik vertelde: ‘Het lijkt misschien alsof de kunstenaar zomaar iets heeft gekrast, maar eigenlijk is het heel knap dat hij met alleen maar een pen en inkt dit kan tekenen. Je ziet aan de tekening dat er iets moeilijks aan de hand is.’ De kinderen knikten.
Niet alleen de tekening, maar ook het levensverhaal van deze kunstenaar is boeiend. Hij is vermoedelijk de eerste persoon uit bevindelijk gereformeerde kring die een opleiding volgde aan een kunstacademie. Hiermee startte hij in 1953 aan de kunstacademie in Den Haag. Dit deed hij omdat hij als docent tekenen op De Driestar in Gouda een officiële bevoegdheid nodig had. Op de kunstacademie kwam Jan van den Berge in aanraking met de eigentijdse kunst en het expressieonderwijs. In de meeste kerken werd moderne kunst in die jaren nog afgewezen als onbijbels, omdat ze werd gekoppeld aan de secularisatie van de samenleving. Voor Jan van den Berge was het de uitdaging om het expressieonderwijs en de eigentijdse kunst in overeenstemming te brengen met een bijbelse levensvisie. Hierin vervulde hij een pioniersrol.
In de jaren vijftig timmerde de Cobrabeweging (bekend van Karel Appel) hard aan de weg. Maar op de kunstacademie in Den Haag was de invloed van de Werkgemeenschap H9 minstens zo sterk aanwezig. Deze vereniging van tekenleraren bepleitte een grondige vernieuwing van het tekenonderwijs. In het gangbare tekenonderwijs lag de nadruk op het realistische tekenen en daarin was geen oog voor de kinderlijke beleving van de werkelijkheid. Vanaf de eeuwwisseling onderzochten wetenschappers duizenden en duizenden kindertekeningen. Men kwam erachter dat een kind geen onbeholpen pogingen doet om de werkelijkheid af te beelden, maar dat het zijn eigen beleving in beeld brengt. In het tekenen uit een kind zich. Maar dan moet een kind wel de kans krijgen om op zijn eigen wijze te tekenen en volwassenen moeten die beelden leren lezen.
Deze nieuwe inzichten stempelden het denken en werken van Jan van den Berge. Ook in zijn eigen kunstwerken ging dit gepaard met een rigoureuze afwijzing van het schilderen van ‘plaatjes’. De werkelijkheid moet niet worden nagebootst, maar op een persoonlijke, doorleefde wijze worden verbeeld. Tegen deze achtergrond maakte Jan van den Berge in de jaren zestig vele tekeningen in een trefzekere, schetsmatige stijl, waaronder Abrahams offer. Hierin abstraheerde hij de werkelijkheid en probeerde hij de essentie ervan weer te geven. Naast deze werken schilderde en tekende hij ook stillevens en landschappen, die juist traditioneel overkomen.
Ontwerp wandtapijt over Psalm 150, 2014
Jan van den Berge vond als kunstenaar een eigen weg om bijbelse thema’s uit te beelden. Terwijl Abrahams offer enkel in zwarte lijnen is weergegeven, tonen andere kunstwerken een rijkgeschakeerd palet van gekleurde vlakken. Voor verschillende scholen en kerkgebouwen ontwierp hij schilderijen en wandtapijten. Momenteel werkt hij aan een kunstwerk over de nieuwtestamentische vervulling van het offer van Isak. Het gaat over het lijden van Christus in Gethsemané. Het wordt een kleurrijk en intens kunstwerk.
Jan van den Berge schildert dit werk in het besef dat de heerlijkheid van God en het geheim van Christus’ lijden en sterven nooit in woorden of beelden te vangen zijn. En toch hoopt hij dat hij het schilderij – in de avond van zijn leven – nog af mag maken. Schilderen en bidden staan voor hem dicht bij elkaar: ‘Als God de eer krijgt, word je nooit trots op je eigen werk. Dan kun je alleen maar zeggen: Dank U Heere, dat ik dit heb mogen doen!’ En zo vertrouwde hij een vriend een jaar geleden nog toe: ‘Ik ben op reis naar de eeuwigheid en onderweg maak ik schilderijen.’
*******
Jan van den Berge: Abrahams offer, 1962, pentekening, 35 x 40 cm.
Jan van den Berge. Meer informatie over zijn werk als kunstenaar is te vinden op www.korfinfo.nl en in de boekjes Cees Verheij, Jan van den Berge. Kunstenaar in toewijding en dienst, 2014 en Cees Verheij, Imagines in Versibus beeldgedichten, 2014. Zijn betekenis voor het beeldende onderwijs is uitvoerig beschreven in I. de Jong – den Hartog, J. Veldman, Tussen expressie en esthetisch spel. Beeldende vorming op De Driestar in: J. Exalto, ‘Wees een gids!’, 2014. Kunstwerken maakte Jan van den Berge onder andere voor basisschool De Wegwijzer te Berkenwoude, de Julianaschool te Krabbendijke, de Rehobothschool in Krabbendijke, de Gomarusscholengemeenschap in Gorinchem, het Driestarcollege in Gouda en voor de Gereformeerde Gemeenten van Zoetermeer, Waarde (Zeeland), Woerden en Gouda.
Ineke de Jong is kunsthistoricus en lid van een reformatorische gemeente. Ze is afgestudeerd op het gebied van de negentiende-eeuwse landschapschilderkunst. Hiervoor deed ze onderzoek naar de rol van kerklidmaatschap en geloofsbeleving in de beleving van het landschap. Na haar studie werkte ze als freelance kunsthistoricus voor Stadsmuseum IJsselstein en schreef ze voor diverse kranten en tijdschriften. De laatste jaren houdt ze zich steeds meer bezig met kinderen, kunst en kunstonderwijs.
ArtWay beeldmeditatie 14 juni 2015