Spencer, Stanley - BM - Caroline Levisse
Stanley Spencer: Brancards met gewonden arriveren bij het veldhospitaal in Smol, Macedonië, september 1916
Een moment van vrede in de chaos van de oorlog
door Caroline Levisse
Toen de Eerste Wereldoorlog begon was Stanley Spencer 23 jaar oud. Hij was net afgestudeerd aan de Slade School of Art in Londen. In 1915 meldde hij zich aan als vrijwilliger en werd hij ziekenbroeder in het Royal Army Medical Corps. Hij werkte in het Beaufort Hospital in Bristol alvorens naar het front bij Thessaloniki in Macedonië te gaan, waar hij eerst een ziekeneenheid versterkte en zich daarna aansloot bij een artillerieregiment. In december 1918 ging hij terug naar zijn geboortedorp Cookham in Berkshire, Engeland. Hij ervoer het als een voorrecht dat hij nog leefde, maar voelde zich ook schuldig. Zoveel leeftijdgenoten waren gestorven, waaronder ook zijn broer Sydney, die in september gesneuveld was, net voor het einde van de oorlog.
Een paar maanden voor de wapenstilstand had Stanley Spencer een brief ontvangen van de British War Memorials Committee met de vraag of hij een schilderij zou willen maken voor de geplande Herinneringshal (die nooit werd gebouwd). Men stelde eerst voor dat hij een kerkdienst voor de manschappen aan het front zou schilderen, maar uiteindelijk was hij vrij om te schilderen wat hij zelf wilde. Hij nam de opdracht aan en leverde in 1919 het hierboven afgebeelde werk af. Het beeldt geen godsdienstoefening af, maar wel verleent Spencer een geestelijk aura aan een alledaags oorlogstafereel.
Het schilderij is geïnspireerd door Spencers ervaringen in Macedonië. Hij moest geregeld konvooien met door ezels getrokken brancards begeleiden van het front naar het veldhospitaal. Het werk toont een konvooi dat ’s nachts bij het hospitaal aankomt. Het is net uit het duister opgedoken en komt samen bij de bron van licht: een raam in een gebouw, waardoor we de medische staf bezig zien met een operatie. Uit de helder verlichte kamer valt licht naar buiten over de gewonde soldaten. Velen hebben opgemerkt dat de compositie van deze nachtelijke scène – de ezels in een rij opgesteld, door het raam kijkend naar de operatietafel – doet denken aan de uitbeelding van de Geboorte van Christus. Het schilderij doet dus denken aan een bijbelse episode die niet inzoomt op het lijden, maar het leven viert.
Dit schilderij straalt vrede uit. Spencer wilde niet de gruwelen van de oorlog uitbeelden, de verwoesting en de pijn die ermee gepaard gingen. De gewonde soldaten zijn terughoudend weergegeven. Ze zijn met dekens bedekt, zodat we hun wonden niet zien. Er is geen druppel bloed te ontdekken op dit werk, zelfs niet in de operatiekamer die stil en sereen aandoet. Over de gewonden die hij had gezien zei Spencer dat ze voor hem ‘geen schouwspel van verschrikking maar van verlossing waren.’ Hij legde uit dat dit doek ‘bedoeld is om vrede te midden van verwarring uit te stralen. De figuren op de brancards zijn met dezelfde eerbied en ontzag behandeld als zoveel gekruisigde Jezus Christussen.’ De kunstenaar vergeleek de gewonde soldaten met de stervende Christus. Deze vergelijking van het offer van Christus voor de verlossing van de mensheid met het offer van soldaten voor een hoger doel was niet ongewoon tijdens en na de Eerste Wereldoorlog.
Spencer rechtvaardigde zichzelf door te wijzen op hoe christelijke gelovigen naar de dood van Christus kijken: ‘Ik had gelijk dat ik er een blij schilderij van maakte, net zoals de vroege schilders gelijk hadden dat ze blije schilderijen van de kruisiging maakten.’ Hij moet hierbij gedacht hebben aan de werken waarin Jezus vredig hangt aan het kruis en geen tekenen van lijden vertoont: hij triomfeert over de dood. Bovendien draagt het offer van Christus de belofte van opstanding in zich mee. Het is een symbool van hoop. De gewonde soldaten hebben een offer gebracht en komen nu aan bij een plek waar ze kunnen uitrusten, de medische staf hen zal helpen en verzorgen en hopelijk hun leven zal redden.
Spencers benadering verraadt zijn vurige christelijk geloof. Toen hij in 1918 over zijn benoeming tot officieel oorlogskunstenaar nadacht, schreef hij Desmond Chute: ‘Als ik deze baan krijg, kan ik God laten zien in de ‘echte’ dingen, in een houtkar, in ravijnen, in een warrige rij muilezels.’ Deze manier van kijken is karakteristiek voor Spencers leven en kunst. Hij ontwaarde een heilige dimensie in de gewoonste dingen en zag schoonheid op de meest ongebruikelijke plaatsen. Voor hem was ‘alles vervuld met een bijzondere betekenis en dit maakt alles heilig.’ Hij geloofde dat er twee soorten opstanding zijn: een die zal plaatshebben op de Dag des Oordeels en een ‘die bereikbaar is op aarde en bestaat uit de ervaring van zo’n vreugde dat de verwarring van het aardse bestaan wegebt en de hemel even wordt geproefd.’
Zo kon hij een onbeduidend oorlogstafereel overgieten met een heilig aura. Op Spencers schilderij schijnt iets van het hemelse door het aardse heen: het vooruitzicht op rust en de belofte van vrede na de strijd. Als de soldaten het licht van de operatiekamer binnengaan, stijgen ze even boven hun lijden uit en ervaren ze opluchting en vrede.
*******
Stanley Spencer: Brancards met gewonden arriveren bij het veldhospitaal in Smol, Macedonië, september 1916, 1919, olieverf op doek, 182,8 x
Stanley Spencer (1891-1951) is een Engelse kunstenaar die studeerde aan de Slade School of Art (1908-1912). Hij staat vooral bekend om zijn religieuze schilderijen die vaak bijbelse taferelen in zijn geboortedorp Cookham laten afspelen. Twee van zijn beroemdste werken zijn verbonden met oorlog: de Sandham Memorial Chapel in Burghclere die over de Eerste Wereldoorlog handelt en een serie schilderijen over de scheepswerven in Port Glasgow, waarvoor hij een opdracht ontving tijdens de Tweede Wereldoorlog door de War Artists’ Advisory.
Caroline Levisse is een kunsthistorica die momenteel in Londen woont, waar ze kunstgeschiedenis doceert bij de Workers’ Educational Association. Haar proefschrift gaat over de verschillende manieren waarop kunst en religie in Scandinavië met elkaar worden verbonden (Art et religion en Scandinavie depuis 1990, Université Paris 8, 2013).