Witte donderdag - Agnus Dei van Willem Zijlstra
Overweging op Witte Donderdag
Maartenskerk Doorn, 17 april 2014
door Teun Kruijswijk Jansen
Het Agnus Dei is een oud liturgisch gezang over het lam Gods dat de zonden van de wereld wegdraagt. Het stond, eerlijk gezegd, altijd nogal op afstand voor mij. Ik verbond het beeld van het lam meer met bisschoppen en prelaten, de Latijnse mis en mooie liturgische kledij, dan met onze geloofsrealiteit. De afbeelding van het lam Gods zoals u die nu ziet heeft dat veranderd. De kunstenaar, Willem Zijlstra, heeft letterlijk een lam laten slachten, en vervolgens geprepareerd.
Het ligt bovenop een altaar van kranten, ‘een opeenstapeling van menselijke onvermogen om in vrede te leven’, zoals hij het zelf omschrijft. De bovenste krant bevat een artikel over de Holocaust en het lam ligt met zijn kop ernaast. Naast de woorden: de mens is tot alles in staat.
Het lam Gods gaat dus over het leven en de dood in onze wereld! Bij dit beeld moest ik onwillekeurig aan Pater Frans van der Lugt in Homs in Syrië denken, die weerloos werd geëxecuteerd. Dienende liefde is altijd kwetsbaar. Alles van waarde is weerloos, dichtte Lucebert ooit. Het lam is bij uitstek geschikt om te dienen als symbool van weerloosheid en kwetsbaarheid, de dienende liefde, van het menselijk bestaan.
Zonder de bescherming van het moederschaap of de herder heeft het lam weinig kans om te overleven. Als Jesaja over de lijdende knecht des Heren spreekt benoemt hij die als een lam dat naar de slacht wordt geleid. De evangelisten verwijzen ook naar het Paschalam dat ’s middags werd geslacht en ’s avonds tijdens de Sedermaaltijd werd gegeten. Jezus werd gekruisigd op het moment dat in de tempel de Paaslammeren worden geslacht. Na zijn sterven worden zijn beenderen niet gebroken, zoals dat ook niet mocht gebeuren met het Paaslam.
Zo wordt Jezus zelf het lam. Voor de evangelisten uit beschrijft Paulus de dood van Christus als een offer dat voor anderen de dood afwendde, zoals ooit het bloed van de lammeren de dood aan de huizen van de Israëlieten voorbij liet gaan.
Wanneer Jezus met zijn discipelen aan de maaltijd aanzit, zegt hij dat één van hen hem zal verraden. Het verraad komt nu ook van binnenuit. Dat roept bedroefdheid op en onmacht. Het is niet alleen het verraad en de menselijke onmacht waar het over gaat: het raakt ook de Messias, Gods eigen zaak op aarde, die nu door het lijden heen moet gaan. In deze onmacht om dat wat goed is te bewaren tegen het kwade, dreigen mensen steeds te bezwijken. Door te denken: het geeft toch allemaal niets, zo is het niet vol te houden; het is me te groot, te veel, te zwaar. Mijn inzet doet er eigenlijk niet toe. Een mens kan nooit van zichzelf uit helemaal zeker zijn over zijn weg. Daarvoor zijn er teveel onverwachte en onzekere factoren.
Het moeten lijden tekent de trouw van Jezus Messias aan zijn roeping, en het aanvaarden van de gevolgen van zijn inzet. Hij is zijn weg ten einde toe gegaan, uiteindelijk alleen. En doet zo al onze wankelmoedigheid teniet. Dit is wat ons redt: God is groter dan ons hart. (1 Johannes 3:20). Hij kent ons in Christus beter dan wij onszelf kennen. Wij worden meer gekend dan wij zelf kennen. En dit is het wat ons bereid kan maken om te léven, eenvoudig er te zijn, met God mee te gaan op zijn weg. Zonder dat we alles wat gebeurt kunnen overzien of verstaan, of zeker van onze zaak te zijn.
We kunnen niet anders dan Jezus in zijn dienende liefde zijn weg ten einde toe te laten gaan, en te hopen en bidden dat hij opstaat, ook in ons leven.
*****
Willem Zijlstra: Agnus Dei, 50x85x62 cm, opgezet lam, kranten, 2005.
Willem Zijlstra (1954). Mijn opleiding volgde ik aan de Academie voor Beeldende Vorming in Amsterdam waar ik mijn eerste graad bevoegdheid behaalde. Ik werk als part-timer in het Voortgezet Onderwijs en geef schilderles voor volwassenen aan de Gooise Academie Laren. In mijn autonome beeldende werk ontstaan vormen naar waarneming of vanuit inhoudelijke thema’s zoals Golfbreker, Groei, Offer, Horizon. Oorspronkelijk ben ik tekenaar/schilder maar de laatste tien jaar verschuift mijn belangstelling meer naar ruimtelijk werk: brons, hout en materialen die nodig zijn voor de krachtigste verbeelding van mijn onderwerp. Sinds twee jaar onderzoek ik ook de mogelijkheden van film in een multidisciplinaire benadering van de genoemde thema’s. Mijn stijlontwikkeling verloopt van expressionistisch naar conceptueel. In 2005 stond mijn werk Agnus Dei in het Singermuseum (Laren). Dit veroorzaakte commotie vanwege het confronterende karakter van het werk. Daar was ik blij mee: ik zet graag oude en verstofte beelden weer op scherp. www.kunstdeevee.nl