ArtWay

Kunstenaars openen onze ogen voor rijkdom en betekenis. Sandra Bowden

Kerk en kunst -> Materiaal voor kerkelijk gebruik

Openbaring 14, de oogst - Beatus Facundus

  

Uit de Beatus Facundus:
 
Graanoogst en druivenoogst, 1047
 
 
 
De oogst is rijp
 
door Ida Slump-Schoonhoven
 
Het is oktober, wijnmaand. Van oudsher vierden de mensen in deze maand feest na de druivenoogst, zoals ze dat in augustus deden bij de graanoogst. Op die manier gaven ze uiting aan hun dankbaarheid. Op de afbeelding hierboven zien we een graanoogst en een druivenoogst die tegelijkertijd lijken plaats te vinden, maar feestelijkheden zijn er niet te bekennen. Het is een illustratie bij Openbaring 14:14-21 uit de zogenaamde Beatus Facundus.
 
Beatus van Liebana was een monnik die in de 8e eeuw leefde in het koninkrijk Asturië in Noord-Spanje, het enige deel van Spanje dat niet werd overheerst door de Islam. Op basis van teksten van vroegchristelijke schrijvers stelde hij een commentaar op het bijbelboek Openbaring samen. Hij verdeelde het bijbelboek in 68 storiae en tussen de tekstgedeelten en het commentaar plaatste hij illuminaties.Waarschijnlijk wilde hij zijn kloosterbroeders zo helpen om zich de tekst eigen te maken en te mediteren over de betekenis ervan voor hun eigen leven en toekomst. Dit bijbelboek vertelt immers over de geschiedenis en het einde van de wereld. Dat werd extra duidelijk doordat Beatus ook een plek inruimde voor genealogische tabellen van Adam tot Christus, een wereldkaart en een commentaar op het boek Daniël.
 
In de eeuwen die volgden werd het Beatus-handschrift in andere kloosters in het christelijke deel van Spanje vaak gekopieerd. Uit de stijl van de kopiisten blijkt dat ze de Franse kunst kenden maar ook, waarschijnlijk via christelijke vluchtelingen uit de bezette gebieden, de Islamitische kunst. Iedere illuminator bouwde in zijn eigen stijl voort op het werk van zijn voorgangers. Zo ook een zekere Facundus die in 1047 een kopie maakte, deze keer niet in opdracht van een klooster maar van koning Ferdinand I en koningin Sancha. Zijn bewaard gebleven handschrift Beatus Facundus is een van de bekendste en mooiste.
 
Als we deze ene bladzijde bekijken, worden we getroffen door de sterk gestileerde figuren en de heldere kleuren. Horizontale banen vormen de achtergrond waarin iedere diepte ontbreekt. De stijl is niet natuurgetrouw of realistisch, maar er wordt wel degelijk een realiteit getoond. Dat ontdekken we als we er, net als de eerste gebruikers, Openbaring 14 naast leggen: de tekst wordt vrijwel letterlijk en in alle eenvoud verbeeld. In de bovenste rode baan zien we iemand op een witte wolk met een gouden krans op zijn hoofd en een sikkel in zijn hand. Uit een boogvormige opening die de tempel voorstelt, komen twee engelen. De ene roept op tot de graanoogst omdat de oogst van de aarde rijp is, de andere draagt een sikkel. Een derde engel komt bij een goudkleurige T-vorm vandaan, een altaar, en hij roept op tot de druivenoogst omdat de druiven rijp zijn. In de banen daaronder wordt op aarde aan de oproep gehoor gegeven: het graan en de druiven worden geoogst. Helemaal onderaan zien we een hoefijzervormige poort die de toegang tot een stad voorstelt. Buiten die stad staan twee paarden bij een perskuip, waar de druiven ingegooid worden en geperst. Ze leveren geen wijn maar bloed, dat in lange stralen de perskuip uitstroomt en de hoogte van het bit van de paarden bereikt.
 
Maar waar gaat het eigenlijk om in dit beeldverhaal? Over Christus die naar de aarde terugkomt als God de geschiedenis heeft voltooid om de vruchten van zijn werk te verzamelen. Allen die in gemeenschap met hem geleefd hebben worden bijeengebracht in het nieuwe Jeruzalem. Maar zijn vijanden zullen daar niet komen. Zij gaan ten onder in de perskuip van Gods woede.
 
De monniken wisten dat God eenmaal met zijn oordeel zou komen, ook over hen. We kunnen ons voorstellen dat ze bij de dagelijkse overpeinzing van Gods Woord gehoor gaven aan het appèl van tekst en beeld en zich voorbereidden op het feest in de hemelse stad (Openbaring 19). Gold dat ook voor de koning en de koningin of was het manuscript voor hen vooral een statusobject? We weten het niet.
 
Ons doen de illustraties denken aan kindertekeningen, maar ook aan moderne kunstwerken. Twintigste-eeuwers hebben zich er dan ook door laten inspireren. Maar het bijzondere van de 'geniale primitieven' is, zoals Frits van der Meer in zijn boek Apocalypse zegt: “Die dingen stonden de schilders letterlijk voor de geest, zo sterk, als alleen een gelovig mens bij machte is zich deze voor de geest te halen.”
 
*******
 
Ida Slump-Schoonhoven is coördinator van ForumC-kunst, een samenwerkingsverband van de voormalige stichting ProArt en van de Rookmaakerkunstkring, die momenteel bezig is met het project 'De apocalypse in de kunst'.
 
ForumC-kunst bevordert de ontmoeting van christelijke kunstenaars en kunstliefhebbers. Er worden publiekscongressen en bezoeken aan tentoonstellingen georganiseerd. In het verleden waren dat bij boorbeeld een Rembrandtmiddag en studiedagen rond de exposities Other Voices, Other Rooms (over Andy Warhol) en Heilig Vuur. Religie en spiritualiteit in de moderne kunst. Zie www.forumc.nl
 
De Rookmaakerkunstkring is opgericht naar aanleiding van de verschijning van The Complete Works of Hans R. Rookmaaker. De leden van deze kring willen vanuit een christelijke levensoveruiging nadenken over kunst en cultuur. Ze hebben delen van het werk van Rookmaaker besproken, maar ook thema's als 'kunst en kerk' en 'high and low art'. Momenteel zijn ze bezig met het project 'De apocalyps in de kunst'. Het is een zoektocht door de kunstgeschiedenis naar de verbeelding van het laatste bijbelboek, maar ook naar de samenhang van deze verbeelding met het denken en geloven van de kunstenaars en hun tijdgenoten. Wie meer wil weten of mee wil doen, kan informatie vinden op www.forumc.nl.