Knippers, Ed - BM - David Hatton
Edward Knippers: De steniging van Stefanus
Een hedendaags christelijk gebruik van het naakt
door David L. Hatton
Wat de wetten van het universum aangaat, is er niets mooier of meer betekenisvol in de wereld dan het naakte menselijke lichaam. In feite zou niet alleen onder kunstenaars maar onder alle mensen een grotere waardering en meer respect voor het menselijk lichaam moeten groeien. Als we het naakte lichaam kunnen respecteren, zullen we ons er niet meer voor schamen. Robert Henri (Amerikaanse kunstenaar, 1865-1929)
Omdat Michelangelo’s schilderingen op het plafond van de Sixtijnse kapel vol zitten met blote lichamen, noemde Paus Johannes Paulus II het ‘het heiligdom van de theologie van het menselijk lichaam’. Sommige kunstenaars vinden de weergave van het menselijk naakt gewoonweg te moeilijk, maar er zijn er ook die het beschouwen als een christelijk taboe.
Het citaat van Henri vervult een profetische rol die eigenlijk aan de kerk is toebedeeld. Als christenen niet thuis geven, kan God gebruik maken van seculiere stemmen. De Amerikaanse schilder Edward Knippers gaf echter wel gehoor aan deze opdracht. Zo’n 40 jaar lang heeft Knippers inmiddels getracht op dit punt een bijbels geluid aan de hedendaagse wereld te laten horen. Hij zegt: ‘Het menselijk lichaam staat in het centrum van mijn werk, omdat het een wezenlijk onderdeel is van de christelijke leer over de schepping, de vleeswording van Christus en de opstanding. Lichaamloosheid is geen optie voor christenen.’
Tegelijkertijd gaat zijn overvloedige gebruik van het naakt in tegen de moderne neiging tot gnostiek, die de materiële wereld als kwaad beschouwt. Het Victoriaanse wegvluchten voor het lichaam was een fout waarvan de christelijke wereld nog steeds moet herstellen. De theologie van het lichaam van Paus Johannes Paulus II is een reuzenstap in de richting van herstel. Het werk van Edward Knippers is daarvan de visuele tegenhanger.
Een bloot lichaam shockeert ons, omdat we in onze huidige cultuur geneigd zijn het gelijk te stellen met erotiek en pornografie. Dit brengt veel christenen ertoe zich te verzetten tegen het naakt in de kunst. Knippers’ werk viel zelfs geweldpleging ten deel. Drie van schilderijen werden tijdens een tentoonstelling op een christelijke universiteit met een mes bewerkt, omdat Knippers de Bijbel veranderd zou hebben ‘in een nudistenkamp’. Knippers gaf als reactie: ‘Ik doe precies wat God ook deed. Hij ontdeed ons van alle schone schijn. De geest ligt niet ergens achter onze lichamen verborgen. Geest en lichaam zijn één. De bijbelse mensen zagen eruit als ik en ik zie eruit als zij. Als God tot hen kon spreken, doet hij dat ook met mij.’
Terwijl Knippers de gnostische houding ten aanzien van het lichaam terecht ‘ketters’ noemt, verdedigt hij de weergave van het onopgesmukte lichaam op bijbelse gronden: ‘God gaf ons met opzet een lichaam en het is een lichaam waar we tot in eeuwigheid mee opgescheept zitten, want we geloven in de opstanding van het lichaam. Christus werd vlees en verloste zo de hele materiële wereld.’
Zijn neobarokstijl – die gebruik maakt van grootse composities met emotioneel geladen scènes vol drama en symboliek – zet deze visie op de incarnatie aanschouwelijk neer. Toen zijn vrouw overleed, werden zijn schilderijen echter abstracter om zo de interactie van het geestelijke rijk met de wereld van de materie tot uiting te kunnen brengen. Hij verduidelijkt: ‘Sinds de dood van mijn vrouw ben ik me steeds meer bewust geworden van de altijd aanwezige sluier die deze wereld scheidt van de komende. Ik hoop dat mijn ietwat kubistische taal een wereld van vele dimensies suggereert die het oog constant in beweging houdt door middel van doorschijnende overlappingen.’
Voor christelijke kunst is communicatie van het grootste belang. Ongeklede mensen overstijgen historische veranderingen in kleding en ondersteunen zo de tijdloosheid van Gods Woord. De naaktheid van onze wonderbaarlijk gemaakte lichamen plaatst de bijbelse waarheid ook middenin de materiële werkelijkheid van de schepping en de mens na de zondeval. Knippers meent dat ‘het naakt maar al te vaak een theoretische grens is geworden die christelijke kunstenaars van hun geloofsgenoten niet mogen overschrijden. Toch heb ik ondervonden dat mijn naakte figuren door God gebruikt zijn om levens te veranderen, om mensen die hem liefhebben dichter naar zich toe te trekken en zij die hem niet kennen uit te dagen.’
*******
Edward Knippers: De steniging van Stefanus, olieverf op paneel, 240 x 360 cm, 1990.
Edward Knippers: De vrouw betrapt op overspel, olieverf op paneel, 240 x 360 cm, 2004.
Edward Knippers: Christus in de woestijn, olieverf op paneel, 240 x 360 cm, 2011.
Edward Knippers behaalde een MFA aan de University of Tennessee, was werkzaam in S.W. Hayter's Atelier 17 in Parijs, werkte samen met Zao Wou-ki en Otto Eglau aan de internationale zomeracademie in Salzburg en legde zich toe op het menselijk naakt aan de Pennsylvania Academy of the Fine Arts in Philadelphia en de Grande Chaumiere in Parijs. Hij won talrijke prijzen en had tentoonstellingen in de VS, Canada en Europa. Zie verder op http://edwardknippers.com.
Voor meer over Edward Knippers:
Theology Forum (a wonderful series of articles)
Jesus Christ: the Bare Naked Truth by Marisa Martin
David L. Hatton is dominee, verpleger en een eeuwige kunststudent. Voor zijn werk helpt hij moeders bij bevallingen en het geven van borstvoeding. Daardoor ontwikkelde hij ideeën die overeenkomen met die van Edward Knippers, voordat hij ooit zijn werk zag.
ArtWay beeldmeditatie 30 juni 2013