Kunstenaars
Friedrich, Caspar David - BM - Marleen Hengelaar
Caspar David Friedrich: Paasmorgen
Licht voor een wereld in rouw
door Marleen Hengelaar-Rookmaaker
De begraafplaats bevindt zich buiten de stadsmuren, een eind lopen vanaf de stad. Het is nog donker als de vrouwen op weg gaan met balsempotten en geurige specerijen om Jezus’ lichaam te verzorgen. Over welke en hoeveel vrouwen dit precies zijn, zijn de evangeliën niet eenduidig. Maria uit Magdala is er in ieder geval wel bij, de vrouw die door Jezus genezen was van zeven boze geesten. Lucas 8:2 vertelt ons dat ze vervolgens met Jezus meereisde, samen met tal van andere vrouwen die uit hun eigen middelen voor Jezus en zijn discipelen zorgden.
Nog twee andere vrouwen worden bij name genoemd: Salome (de moeder van Johannes en Jakobus) en Maria de moeder van de andere Jakobus. Samen met Maria Magdalena waren ze tijdens de kruisiging dichtbij Jezus gaan staan. Ze waren vervolgens meegegaan toen hij in het graf werd gelegd en daarna noodgedwongen naar huis gegaan, de Sabbat brak immers aan. Op de Sabbat houden zij rust, terwijl ook Jezus in zijn graf uitrust van zijn verlossingswerk, net zoals God op de zevende dag van zijn scheppingswerk uitrustte. Het is stille zaterdag. Het Woord van God ligt begraven in de aarde als zaad dat op ontkiemen staat.
Het schilderij toont ons de vrouwen als zij de volgende morgen vroeg in groepjes op weg gaan naar het graf. Het is een lange weg: de stenen blokken langs het pad scheppen diepte zodat het doorloopt zover het oog reikt. De maan staat hoog in de lucht, terwijl de ochtendschemering de nacht langzaam verdrijft. Het is een stille wereld. Op de voorgrond staan drie vrouwen als donkere poppetjes tussen de coulissen van de kale bomen. Het is vast koud zo vroeg in de morgen, want ze hebben warme mantels aan. Ze staan verslagen de verte in te staren, aangegrepen door de traagheid van de rouw. Hun wereld is letterlijk stilgezet. Ze kunnen er nog steeds niet bij dat hun Messias is gestorven. De Bijbel vertelt ons dat geen van Jezus’ volgelingen op deze morgen enig besef had van een mogelijke opstanding (de enigen die daar wel serieus rekening mee hielden waren de Farizeeën!). We kijken deze bewegingloze figuren in de voorgrond op de rug, zoals zo vaak het geval is in de werken van Friedrich. De kijker wordt als het ware uitgenodigd zich aan te sluiten bij de stoet.
Paasmorgen is een klein en fijn met precisie geschilderd werkje van 34 x 43 cm. Het is het enige schilderij met een bijbels thema van de hand van de diepgelovige lutherse Friedrich. Hij zocht dan ook naar een nieuwe manier om het geloof weer te geven in de kunst, een manier die recht deed aan zijn diepe beleving van God in de natuur en het dagelijks leven. Hij schreef: ‘De edele persoon herkent God in alles.’ Hij wilde iets anders dan de traditionele symboliek en didactiek van de bijbelse voorstellingen van het neoclassicisme en zette er contemplatieve landschappen vol natuursymboliek voor in de plaats. Het zijn werken met gloedvolle zonsondergangen, kruizen op bergen, regenbogen, in de veilige haven terugkerende schepen met kruisvormige masten, met licht overgoten bergtoppen en mystieke mistige dalen. Hij werd hiertoe zeker ook geïnspireerd door de symboliek in de Nederlandse 17e-eeuwse landschapskunst. Zo wist hij zowel de menselijke ervaring van God als Gods betrokkenheid op de mens in nieuwe beelden te vangen.
Ook op Paasmorgen vertellen symbolische elementen in het landschap het verhaal. De rotsblokken tussen de bomen aan de linkerkant van de weg duiden dood en vergankelijkheid aan. De in rouw gedompelde benedenkant van het doek contrasteert met een lucht vol warme dynamiek, met de maan als gloedvol hoogtepunt. De hemel is vervuld van verhevenheid. De bomen met hun nieuwe scheuten wijken eerbiedig terug en heffen hun takken op als in aanbidding. De winter wijkt voor de lente, het duister voor het licht, de dood voor het leven. De maan staat als een koning aan de hemel en kondigt het aan: de Heer is waarlijk opgestaan!
*******
Caspar David Friedrich: Paasmorgen, 1833, 43 x 34 cm. Museo Thyssen-Bornemisza, Madrid.
Caspar David Friedrich (1774-1840) werd geboren in Greifswald bij de Oostzee als de zesde zoon van een zeepzieder. Hij was een Duits schilder en tekenaar uit de periode van de Romantiek. Hij zakt in 1787 door het ijs bij het schaatsen en wordt gered door zijn broer, die daarbij verdrinkt. Het blijft een levenslang trauma. Van 1794-1798 studeert Friedrich aan de Academie van Kopenhagen. In1798 gaat hij naar Dresden en verblijft daar de rest van zijn leven, vanaf 1824 als professor aan de Academie van Dresden. In 1835 raakt hij na een beroerte gedeeltelijk verlamd. Na zijn dood in 1840 wordt hij spoedig vergeten, maar aan het begin van de 20e eeuw herontdekt. Hij was bevriend met Goethe en Novalis.
Marleen Hengelaar-Rookmaaker is hoofdredacteur van ArtWay.
ArtWay beeldmeditatie Pasen 2012