ArtWay

Kunstenaars openen onze ogen voor rijkdom en betekenis. Sandra Bowden

Kunstenaars

Weyden, Rogier van der - BM - David Jeffrey

 
Rogier van der Weyden: Annunciatie
 
 
Dienstbaar aan het Woord
 
door David Jeffrey
 
Toen Rogier van der Weyden zijn St. Columba altaarstuk schilderde (ca. 1455), was men zo’n 1000 jaar gewoon het feest van de incarnatie te vieren. Het grote middenpaneel van dit altaarstuk stelt de aanbidding van de drie wijzen weer en het rechterpaneel de presentatie van het Christuskind in de tempel. Het linkerpaneel van het drieluik bevat onze mooie Annunciatie.
 
De Annunciatie werd in de late Middeleeuwen gezien als een onderwerp dat bij uitstek geschikt was voor het retabel van een altaar, omdat hierin het mysterie wordt uitgebeeld van de versmelting van het eeuwige Woord van God met het Woord dat vlees wordt in Christus. De nadruk van de schilder ligt hier op het moment van hun samengaan. Maria zit als eerbiedige lezeres van de Schriften neergeknield voor een folioboek dat te groot is om een middeleeuws getijdenboek te zijn. Terwijl zij zit te lezen wordt ze verrast door de engel Gabriël, die haar groet met de woorden: ‘Ave Maria, gratia plena, domine tecum’ (‘Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je’, Lucas 1:28). De woorden zijn afgebeeld als logoi spermatikoi (zaadwoorden), woorden die tot stand brengen wat al wordt aangekondigd op de bladzijde die voor Maria openligt (meestal Jesaja 7:14: ‘De jonge vrouw is zwanger en zal spoedig een zoon baren’).
 
Deze gouden groet gaat gepaard met de neerwaartse vlucht van de duif van de heilige Geest ‘als een zonnestraal door glas’, net als de lelie een symbool voor de maagdelijkheid van Maria. Gabriëls woordenstraal vormt samen met zijn scepter een kruis als onheilspellend voorteken van wat komen gaat. Maar als Maria zich omdraait op zijn groet is haar hand al in een bevestigend gebaar opgeheven boven de tekst die haar woorden in Lucas weergeven: ‘Laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd’ (Lucas 1:38).
 
De slaapkamer van Maria heeft veel weg van een kerk. Haar bed is rood, de kleur van de menslievendheid (charitas), en het doek in de linkerbovenhoek is opgerold in een peervormige verbeelding van haar baarmoeder. Ze is tegelijkertijd exempel van de toegewijde leerling van het goddelijke Woord en prototype van de bruid van Christus. Bovenal is zij de trouwe dienstmaagd van het Woord.
 
Gemeten naar middeleeuwse esthetische opvattingen is dit een kunstwerk dat zijn geestelijk doel dicht weet te naderen, namelijk een samensmelting van het ware, goede en schone. Als deel van een altaarstuk kan het ons een esthetische ervaring geven die niet los staat van de oorspronkelijk beoogde geestelijke ervaring. Het hoge doel van zulke kunst werd door Hans Urs von Balthasar beschreven als ‘een samengaan van de grootst mogelijke concreetheid van vorm met de grootst mogelijke universaliteit van betekenis, met daarin de openbaring van het mysterie van het zijn.’
 
Van der Weyden maakt hier het verborgen mysterie van de incarnatie toegankelijk voor onze ogen en harten door het moment te tonen dat de engel spreekt en de Maagd Gods Woord ‘hoort’ en toestemt. Als we dit schilderij bekijken en overdenken, stellen we ons dit wonderbaarlijke moment negen maanden voor de geboorte van de Heiland voor. Maar het kunstwerk laat ons ook ons net als Maria bewust worden van Gods eeuwige nabijheid en ons de enorme hoogte en diepte van de goddelijke wijsheid overdenken waaraan, net als in het middelste paneel, de wijsheid van de wereld uiteindelijk eer zal bewijzen.
 
*******
 
Rogier van der Weyden: St. Columba Altaarstuk, ca. 1455, 138 x 153 cm, olieverf op paneel, Alte Pinakothek, München.
 
Rogier van der Weyden of Rogier de la Pasture (1399/1400 -1464) was een Zuid-Nederlandse schilder, chronologisch de middelste in het rijtje van de zgn. Vlaamse primitieven, tussen Jan van Eyck en Hugo van der Goes in. Hij werd geboren in Doornik (Tournai). Hij ging in 1427 in de leer bij de meesterschilder Robert Campin. Daarna maakte hij snel carrière: in 1432 vestigde hij zich als vrijmeester te Doornik en in 1435 werd hij stadsschilder van het zich snel ontwikkelende Brussel. Van der Weyden schilderde naast portretten vooral religieuze thema's. Typerend voor zijn werk zijn de heldere tekening en het levendige en zeer gevarieerde kleurgebruik. Als hoogtepunten worden zijn altaarstukken gezien, waaronder de Kruisafneming en het veelluik met het Laatste Oordeel in Beaune. Van der Weyden had veel invloed op latere schilders, waaronder zijn leerling Hans Memling.
 
Het citaat is afkomstig uit Hans Urs von Balthasar: The Glory of the Lord: a Theological Aesthetics, vol.1, 234, Ignatius Press – San Francisco, 2003.
 
David Lyle Jeffrey is Distinguished Professor of the Humanities and Literature aan Baylor University. Hij is de redacteur van A Dictionary of Biblical Tradition in English Literature (1992) en auteur van People of the Book (1996), Houses of the Interpreter (2003) en Christianity and Literature (2011).
 
ArtWay beeldmeditatie 25 maart, feest van de Annunciatie, 2012