ArtWay

Kunstenaars openen onze ogen voor rijkdom en betekenis. Sandra Bowden

Kerk en kunst -> Materiaal voor kerkelijk gebruik

November - Het laatste oordeel van John Martin

 
John Martin: Het laatste oordeel drieluik
 
Apocalyptische visioenen
 
door Nigel Halliday
 
Veel christenen voelen zich ongemakkelijk bij het idee van een straffende God en Gods oordeel. Maar als we Advent binnengaan, valt aan dit thema niet te ontkomen. Want hoe kunnen wij de geboorte van een Verlosser vieren, als we niet in een echt gevaar verkeren waarvan hij ons verlost? Jezus zelf was degene die het meest duidelijk predikte over de verschrikkingen van het oordeel dat zou komen over allen die hem afwijzen en in rebellie tegen hun Schepper blijven leven.
 
Voor christelijke kunstenaars is het lastig om de realiteit van het oordeel in beeld te brengen. Enerzijds bestaat er het gevaar dat ze zelfingenomen overkomen, omdat ze zichzelf haast onoverkomelijk aan de kant van de rechtvaardigen indelen en lijken neer te zien op het lot van de verlorenen. Michelangelo wist dit probleem meesterlijk te omzeilen door in Het laatste oordeel in de Sixtijnse kapel zijn zelfportret af te beelden op de gevilde huid van St. Bartolomeus – gered, maar niet door eigen verdienste, alleen door de genade van Christus. Anderzijds kunnen kunstenaars bij de weergave van het oordeel gemakkelijk vervallen in het goedkope vermaak van de rampfilm en zichzelf te buiten gaan aan apocalyptische rampscenario’s.
 
John Martin (1789-1854) weet aan geen van beide gevaren helemaal te ontkomen. Zijn hele loopbaan heeft hij zich gespecialiseerd in enorme oordeels- en ramptaferelen. Ondanks of misschien juist vanwege zijn enorme populariteit en financiële succes werd hij door de critici bekritiseerd om zijn populisme. John Ruskin noemde hem een kunstproducent in plaats van een kunstenaar, omdat hij als een machine werken zou fabriceren zonder gevoel of overtuiging. In onze eeuw hebben meerdere makers van rampfilms echter composities van beelden aan Martins werken ontleend, zoals de huidige tentoonstelling in de Tate Britain in Londen laat zien (bijvoorbeeld D.W. Griffiths' stomme film Intolerance (1916), Ray Harryhausens Clash of the Titans (1981), Towering inferno, The Day after Tomorrow en 2012). Zijn laatste grote werk, een drieluik over het laatste oordeel, de vernietiging van de wereld en de nieuwe hemel en aarde, is zeker een monumentale prestatie te noemen.
 
In Het laatste oordeel is er zeker ook meer dan een vleugje zelfrechtvaardiging te bespeuren, daar Martin een aantal herkenbare figuren onder de rechtvaardigen aan de linkerkant plaatste, waaronder een onevenredig groot aantal kunstenaars! Vanuit zijn evangelische achtergrond plaatste hij ook een katholieke priester onder de verdoemden, naar beneden tuimelend naast de hoer van Babylon. In vergelijking met de rest van zijn familie was Martin echter vrij mild in zijn overtuigingen. Zijn broer Jonathan belandde zelfs in de gevangenis nadat hij gepoogd had de kathedraal van York in brand te steken, omdat hij meende dat God daar niet op de juiste manier werd aanbeden.
 
 
Hoe dan ook, wie dit drieluik benadert met ogen van geloof zal ook de sterke kanten ervan onderkennen. In de tentoonstelling in de Tate Britain kun je momenteel op ooghoogte voor De grote dag van zijn toorn staan; gewoonlijk hangt het boven aan de muur. Nu kun je de wereld echt ondersteboven voelen draaien en zie je de inktzwarte duisternis waarin al het gevallene zal worden vernietigd. Ook al kunnen we het ons moeilijk voorstellen, ‘de dag van de Heer zal komen als een dief. De hemelsferen zullen die dag met luid gedreun vergaan, de elementen gaan in vlammen op, de aarde wordt blootgelegd en alles wat daarop gedaan is komt aan het licht’ (2 Petrus 3:10).
 
 
Kijkend naar Het laatste oordeel werd ik getroffen door Martins beslissing om zowel specifieke individuen te laten zien als een niet te tellen schare in de verte. Rampfilms houden zich veelal bezig met het overweldigende van de ramp, met slachtoffers zonder naam, een anonieme menigte ten prooi aan een zinloze en doelloze catastrofe. De schilderijen van Martin laten echter zien dat de uiteindelijke verwoesting van alle dingen niet zinloos en doelloos zal zijn, maar het weloverwogen oordeel van de Schepper. Mensen zullen niet verloren gaan als een gezichtloze menigte, maar God zal ieder bij name roepen om verantwoording af te leggen voor hun levens en hun relatie met zijn Zoon.
 
 
Ten slotte brengt het doek De hemelse velden het eeuwige leven in een herschapen wereld in beeld. Er is hier geen spoor van een platonische opvatting van lichaamloze geesten die aan het rijk van de materie ontsnappen. In Martins werk ligt in de verte een hemelse stad en op de voorgrond zien we de geneugten van een leven in gemeenschap, gebed in een hernieuwde schepping van bossen en weides overdekt met bloemen. Met Advent kijken we niet alleen uit naar Kerst. We verwachten ook de wederkomst van Jezus en de vernieuwing van alle dingen. Dit schilderij schetst een zeer aantrekkelijk toekomstvisioen van een erfenis die het wachten meer dan waard is.
 
*******
 
De tentoonstelling ‘John Martin: Apocalypse’ is te zien in de Tate Britain in Londen tot 15 januari 2012.
 
De grote dag van zijn toorn (1851-3; olieverf op doek, 196.5 x 303.2 cm; Tate Britain, Londen)
 
Het laatste oordeel (c. 1849-43; olieverf op doek, 196.8 x 325.8 cm; Tate Britain, Londen)
 
De hemelse velden (1851-3; olieverf op doek, 198.8 x 306.7 cm; Tate Britain, Londen)
 
Nigel Halliday is een freelance schrijver, docent in de kunstgeschiedenis en een van de voorgangers van Hope Church, Greatham, Engeland. www.nigelhalliday. org