ArtWay

Kunstenaars openen onze ogen voor rijkdom en betekenis. Sandra Bowden

Kunstenaars

Kim En Joong - door Koenraad De Wolf

Kim En Joong
 
door Koenraad De Wolf
 
De Zuid-Koreaan Kim En Joong (1940) groeit op in een samenleving die de geest ademt van het Confusianisme en het boeddhisme. Hij studeert van 1959 tot 1963 aan de academie voor Schone Kunsten in de hoofdstad Seoul en bekwaamt zich na zijn legerdienst verder in het hoger kunstonderwijs. Kim komt in contact met het katholicisme naar aanleiding van de lessen tekenen die hij geeft in het kleinseminarie in Seoul. Vooral de spirituele sfeer die daar heerst, maakt een diepe indruk op hem. Hij bekeert zich en studeert vanaf 1969 theologie aan de universiteit in de Zwitserse stad Fribourg. Een jaar later treedt Kim binnen bij de dominicanen. Hij wordt in 1974 priester gewijd en sinds 1975 woont en werkt hij in een dominicanenklooster in Parijs.
 
De voorbije decennia vormden zijn geestelijke roeping en artistieke bezigheden een twee-eenheid. Voor Kim betekent het schilderen een vorm van apostolaat en hij wil via de kunst ook dieper doordringen in het religieuze leven. “Ik kwam tot het besef waar het in wezen over gaat: de nederigheid. De reële aanwezigheid van Jezus in de dagelijkse eucharistie is een genade die mij zeer veel kracht geeft. En die negeren zou een uitdrukking zijn van een gebrek aan vertrouwen in zijn almacht. Wanneer ik begin te schilderen, zeg ik: ‘Heer, help mij iets te scheppen. Wanneer dat geslaagd is, bedank ik u. Wanneer ik misluk, zal ik leren nederig te zijn.’ Voor mij is de nederigheid de sleutel tot alles. Alle grote kunstenaars ontkenden hun grootsheid. Alles keert terug naar God. Ons talent behoort ons niet toe.”
 
Stilistisch hoort het werk van Joong thuis binnen de lyrische abstractie. Zijn schilderijen zijn op het eerste gezicht opgebouwd uit flarden verf – met dominante blauwe, rode en oranje tinten. Ondanks die felle kleuren en de dynamiek die ze uitstralen, zijn deze schilderijen allesbehalve hevig. Waaraan is het te danken dat die werken vooral rust en contemplatie uitstralen? Dat komt vooreerst door de gedoseerde en de beheerste opbouw en de subtiele manier waarop de kunstenaar de kleurencombinaties bespeelt. Daarnaast werkt de overvloedige aanwezigheid van wit dat effect in de hand. In de grote witte oppervlakten kan – als echo’s van de stilte – de openheid en de ontvankelijkheid voor het mysterie groeien. Vanuit het adagium – ‘De stilte is de vader van de predikers’ – van de dominicanen of de predikheren vraagt Kim zich af: “Moeten wij om te luisteren naar het woord van de Heer niet leren zwijgen?” Hem zegt de stilte meer dan het gesproken woord. In zijn ogen heeft de vloed van beelden die via de publiciteit en de televisie onze wereld overspoelt iets diabolisch, omdat geen ruimte overblijft voor het mysterie.
 
“Dat is precies dat wat mij drijft,” zegt de kunstenaar. “Ik probeer te doen wat Picasso ooit zei: ‘Ik zeg niet alles, maar schilder alles.’ Ik wil mij meester maken van datgene wat niet met het blote oog zichtbaar is, maar wat achter de werkelijkheid schuil gaat.” Kim zoekt via zijn schilderkunst naar het mysterie. Hoewel alle schilderijen in gedachten zijn opgedragen aan een heilige, hebben ze geen titel: “Je moet ze ook niet zien als de weergave van een religieus onderwerp, maar als de vertaling van de spirituele gevoeligheid en een innerlijke bewogenheid van mijn ziel. Niet het habijt en de kap maken de monnik, maar de inhoud van zijn ziel en zijn innerlijk geloof. Ik wil het onzichtbare laten aanvoelen en ook de toeschouwer daaraan deelachtig maken. Ik weet niet of ik erin slaag een gezicht van God laten doorschemeren. Want ieder voor zich moet proberen daar een betekenis aan te geven.” Toch weet ook de kunstenaar dat het mysterie zich niet in beelden laat vatten. Hij licht alleen een tip van de sluier op, formuleert een eerste aanzet, en geeft – aan wie zich daarvoor openstelt – een duwtje in de rug. De truck die daarbij wordt gebruikt, is het optisch laten verder lopen van schilderijen buiten hun begrenzingen. De doeken breken uit hun kader en vloeien als vanzelfsprekend over in de omliggende ruimte, alsof ze maar een onderdeel vormen van een veel groter geheel.
 
“Dit zijn bewegende wegwijzers naar iets verder, naar God,” zei kardinaal Godfried Danneels. “Want wie God zoekt, komt ook buiten het frame terecht. Ik ervaar in die schilderijen een groot verlangen naar God. Overigens heeft God, die zo oneindig veel groter is dan wij, geen gezicht. En pater Kim slaagt erin om dat te suggereren door beweging, licht, kleur en de onbegrensdheid van zijn werken.”
 
Danneels ontmoette Kim voor het eerst in het jaar 2000, naar aanleiding van diens tentoonstelling in de Brusselse kathedraal. De kardinaal bestelde toen vijf kazuifels. Later schreef hij teksten en poëzie bij een aantal litho’s van Kim en werkte mee aan de uitgave van het boek Ave Maria, dat drie jaar terug van de persen rolde.
 
Het werk van Kim, waarin de oosterse roots van de kunstenaar onderhuids nog altijd voelbaar zijn, verwierf de voorbije jaren een stevige reputatie. Het was bij herhaling te bezichtigen in kerken en kloosters en ook in de kathedralen van San Francisco (2002), Parijs (2003), Chartres, Amiens, Metz en Evry (2005). De kunstenaar kreeg overzichtstentoonstellingen in musea in Frankrijk en Korea. Bekend zijn ook de glasramen die hij maakte voor een kerk in Angoulême (1989) en de kathedraal van Evry. In 2005 kwamen ramen van zijn hand tot stand in de Sint-Jozefskerk in Parijs, het klooster van Ganagobie en de kerken van Thorigné en Craintilleux (Frankrijk). En in 2006 plaatste hij een glasraam in de kathedraal van Chartres en werd hij laureaat van de wedstrijd voor het plaatsen van glasramen in de romaanse basiliek van Brioude.
 
Website Kim En Joong: www.kimenjoong.com
 
Voor meer over Koenraad De Wolf, zie www.koenraaddewolf.be