Vlakbij het Grünwaldpark, in het stadsdeel Neuhausen in München, ligt de Herz Jesu Kirche, of Heilig Hartkerk. Een Rooms-katholieke kerk met naar verluidt de grootste kerkdeuren ter wereld. Die omvang spreekt mogelijk tot de verbeelding, maar de vormgeving en de symboliek van het gebouw zijn zeker zo indrukwekkend.
De kerk heeft een roerige geschiedenis achter de rug. Het eerste gebouw uit 1890 is in 1944 afgebrand als gevolg van een bombardement. Het tweede, een noodgebouw, is vijftig jaar later weer afgebrand. De huidige, derde kerk is na een prijsvraag tot stand gekomen. Deze werd gewonnen door Allmann Sattler, Wappner Architecten. De bouw is in 1997 begonnen en de kerk is ingewijd in 2000.

De kerk is eigentijds vormgegeven en manifesteert zich naar buiten als een grote doos van staal en glas, met een lengte, breedte en hoogte van 48 x 20 x 16 meter. De losstaande klokkentoren steekt daar, met 36 meter, ruim bovenuit. In die doos is een tweede kleinere doos geplaatst bestaande uit lange verticale houten lamellen. Deze begrenzen de eigenlijke kerkzaal, die vrij besloten is.

De houten lamellen van de binnendoos bestaan uit essenhout, wat een warmere sfeer geeft dan het staal en glas van de buitendoos. Ze zijn in een dambordpatroon of grid aangebracht, in vijf rijen boven elkaar en draaibaar, zodat de lichttoetreding wat getemperd of vergroot kan worden en er ook zicht mogelijk is vanuit de gangen op de kerkzaal.

Achterin de binnendoos is voor een kwart van het oppervlak nog een derde doos geplaatst op acht kolommen, met daarin het orgel en een balkon. De zijde naar de kerkzaal is geheel geopend, op een lage balustrade na. De orgelruimte is in wezen een grote klankkast. Deze is donker gehouden, zodat de orgelpijpen meer opvallen. Wie goed kijkt, ziet hierin een hart weerspiegeld. De ruimte eronder is vrij laag en wat drukkend. Hierin bevindt zich een biechtstoel, een klassieke afbeelding van Maria met kind in een moderne draadconstructie en een tafel om kaarsen te branden.
In het schip staan houten banken met een staalblauwe bekleding op een vloer van licht kalksteen. Die vloer is glad en loopt naar buiten toe door, wat verbinding geeft. De afwerking is daar wel wat ruwer. De banken vormen per drietal een rij. Tussen die rijen is een uitsparing vrij gehouden in de vorm van een kruis: het hoofdpad met een plaatselijke verbreding. In het middelpunt van dat kruis staat een albasten doopvont. Het hoofdpad helt licht af richting het hoofdaltaar, zoals vaker in katholieke kerken, wat een uitnodigend effect heeft.

Het koor, voor in de kerk, is gedeeltelijk verhoogd met slechts één trede. Daarop staan in het midden een wit hoofdaltaar, linksvoor een witte lessenaar of ambo en rechtsvoor een houten engelfiguur met portret. Achterin bevindt zich nog een zijaltaar. De koorbanken zijn gedeeltelijk op en naast de verhoging geplaatst.


De ruimte tussen de dozen functioneert als gang en als lichtbron voor de kerkzaal. In deze ruimte valt namelijk veel licht, zowel van boven door het dak als door de glazen wanden. De ribben van de binnendoos, die open zijn gehouden, lichten daardoor sterk op.
In deze gang zijn kruiswegstaties van kunstenaar Matthias Wähner geplaatst. Het klassieke idee van het doorlopen van de kruisweg van Jezus in Jeruzalem aan de hand van 14 beelden is door Wähner veranderd in 14 fotografische beelden van wat je tegen kunt komen als je nú op deze historische locatie gaat zoeken: oude muren, pelgrims, straathandelaren. Het zijn zwartwit foto’s die de verbeelding prikkelen.

De zuidwand van de kerk bestaat als enige uit bláuw glas. De stad en de lucht spiegelen daarin aan de buitenkant. Er is ook, afhankelijk van de stand van de zon, een groot kruis in te ontwaren. In het midden zitten de bescheiden toegangsdeuren tot de kerk, in een opvallend licht frame.

Die blauwe wand bestaat uit twee enorme deuren van 14 meter hoog, die geopend worden bij hoogtijdagen zoals Pasen en bij bijzondere gebeurtenissen. Dat gebeurt met een hydraulisch systeem, dat ongeveer acht minuten de tijd neemt. Pastoor Hans Späth van de parochie geeft deze geopende deuren een drievoudige betekenis. Als eerste noemt hij het belang van een geopende Bijbel voor gelovigen. Bij binnentreden wordt men daar subtiel aan herinnerd, doordat over de hele blauwe wand, in een nieuw type spijkerschrift, passages uit het Johannesevangelie zijn aangebracht. Hij noemt verder de geopende deuren een fascinerend uitnodigingsgebaar, een welkom, een openheid voor allen die Christus zoeken. Daarnaast doet het volgens hem een voortdurend beroep op de gemeenteleden om open te blijven staan voor mensen van buiten de eigen groep.
De hoge deuren bestaan uit een frame van staal dat volgens een grid geconstrueerd is met per deur vier maal zes grote vierkanten, die elk onderverdeeld zijn in negen ramen. Aan de buitenkant is het grovere grid niet te zien, alleen het fijnere.

Elk raam is door de Britse kunstenaar Alexander Beleschenko verder onderverdeeld, opnieuw volgens een grid, in honderden vierkantjes met blauw glas en witte spijkers. De spijkers, die naar de kruisdood en het lijden van Christus verwijzen, zijn op verschillende manieren in drietallen of viertallen gegroepeerd en vertegenwoordigen letters uit een nieuw spijkeralfabet. Hiermee is onder meer de passage uit het Johannesevangelie geschreven over de Romeinse soldaten die een speer in Jezus` zij steken. Dit wordt in de katholieke traditie vaak geïnterpreteerd als het doorstoken hart, waaraan de kerk haar naam ontleent.


Aan de zuidzijde opent de kerk zich niet alleen fysiek naar de stad, maar ook qua zicht. Het witte matglas in de gevels, dat wel licht doorlaat maar van binnenuit het zicht op de stad belemmert, is bij de zuidelijke hoeken namelijk weggelaten. Hier is, drie ramen breed, helder glas aangebracht, van de vloer tot het plafond. Daarmee is vanuit de hal visueel contact met de stad mogelijk.


Achter het altaar hangt een enorm wandtapijt van metaaldraad met een gele gloed, de zogenaamde altaarwand van het kunstenaarsduo Suzanne en Berhard Lutzenberger. Hierin is tombak verwerkt, een legering van koper met zink, wat een gouduitstraling heeft. Gedurende de dag verandert de verschijningsvorm van dit wandtapijt. Hierin is opnieuw, afhankelijk van het licht, een groot kruis te ontwaren. Het eerste, op de blauwe deuren, verwijst naar de dood van Jezus, deze tweede, meer uitbundige, naar zijn opstanding. Het is een dubbel geweven doek, dat aan de voor- en achterkant van een staalconstructie is bevestigd met opnieuw een gridpatroon.


De tabernakel, de witte kubus in de kruisvormige constructie van tombak voor de altaarwand, is ook gemaakt door het duo Lutzenberger, evenals de tombak-constructie onder de orgelgalerij, die de beeltenis van Maria met kind draagt. De kleuren en materialen zijn op elkaar afgestemd.
De langwerpige luidsprekers in de kerkzaal, passen qua maatvoering en vorm uitstekend tussen de houten lamellen. Ze vallen met hun grijze kleur amper op. De ernaast geplaatste liedborden zijn klein en onopvallend, behalve als ze een lied aangeven en geel oplichten.

De stigmata, of kruiswonden van Christus in handen, voeten en zijde, zijn in de vloer verbeeld in kleine vierkante kijkvensters. De afbeeldingen van het kunstenaarsduo Marc Weiss en Martin de Mattia (M+M) zijn op glasplaten aangebracht. De handwonden bevinden zich in het koor, de voetwonden onder de orgelgalerij, het vijfde, de zijwond/het heilig hart, bevindt zich centraal in het middenpad. Het idee van het aanbrengen van de afbeeldingen in de vloer verwijst ernaar dat er meer is dan de vloer die de bezoeker draagt.
De Heilig Hartkerk heeft bij de eerste indruk een sterk functionele opzet, met een simpele vormgeving aan de hand van doosvolumes en wanden die volgens een grid zijn opgebouwd. Bij nadere beschouwing blijkt de kerk ook een grote esthetische rijkdom te hebben en innovatief te zijn qua symboliek. Denk bij dat laatste aan het blauwe spijkerschrift, de verbeelding van de stigmata in de vloer en de uitnodigende deuren. Denk bij esthetiek aan de prachtige lichtval in wit en in blauw, de lichte vloer met de witte objecten daarop (altaren, ambo en doopvont), de terughoudende toepassing van beelden, de uitbundige goudkleurige kruizen en de samenhangende vormgeving van architectuur, kunst en techniek.
**
Arnoud E. van der Wal is als landschapsarchitect werkzaam geweest bij een aantal hogescholen en bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties. Naast zijn passie voor de architectuur van landschappen, parken en tuinen is hij zich de laatste jaren ook gaan richten op moderne kerk- en kapelarchitectuur. Daarover is in 2019 een tiental artikelen verschenen in het Nederlands Dagblad.
Wetenswaardigheden:
- Adres: Lachnerstrasse 8, 80639 München;
- Dagelijks geopend: 8.00-18.00, zondags 9.00-18.00;
- Aantal zitplaatsen: 396;
- Zondagavonden: muziek of kunst;
- Bouwkosten: €4,5 miljoen;
- Diverse prijzen/eervolle vermeldingen voor de verlichting, de staalbouw en houtarchitectuur; nominatie in 2001 voor de Prijs van de Europese Unie voor hedendaagse architectuur, Mies van der Rohe Award.
Bronnen:
https://www.allmannwappner.com/en/
https://www.erzbistum-muenchen.de/pfarrei/herz-jesu-muenchen/cont/75438
https://strasse-der-moderne.de/kirchen/muenchen-neuhausen-herz-jesu/
https://realgruenlandschaftsarchitekten.de/herz-jesu-kirche-pfarrzentrum-und-kindergarten/#slide/1
http://de.lutzenberger-lutzenberger.de/projekte/sakral/herzjesu-muenchen/
Foto’s Arnoud van der Wal, tenzij anders vermeld.