ArtWay

Kunstenaars openen onze ogen voor rijkdom en betekenis. Sandra Bowden

Kerk en kunst -> Materiaal voor kerkelijk gebruik

C jaar veertigdagentijd 2 - Transfiguratie ca 1015

C jaar, Tweede zondag van de Veertigdagentijd (Reminiscere)

 
Evangeliarium Otto III: De Transfiguratie
 
Dries van den Akker s.j.
 
Eerst gepubliceerd op www.beeldmeditaties.nl
 
De kunstenaar heeft zijn afbeelding onderverdeeld in drie lagen. Op de onderste laag zijn we op aarde, op de berg die de vorm heeft van een piramide en die uit hobbelige knobbels bestaat. In de middelste, breedste laag bevindt zich Jezus, geflankeerd door Mozes en Elia. De bovenste laag is een smalle strook, bestemd voor de hemel. Deze heeft de vorm van een omgekeerde driehoek.
 
Jezus bevindt zich dus tussen de driehoek van de berg beneden en die van de hemel boven, en neemt aldus een centrale positie in; vormt er zelfs de verbinding tussen. Hij staat met zijn voeten op de berg en reikt met zijn hoofd tot in de hemel. De beide mannen aan weerszijden van Jezus hebben net als Hij een zilver getinte huidskleur. Dezelfde kleur als de hand van God die juist vanuit de hemel zichtbaar is en naar Jezus verwijst. Uitbeelding van de woorden: “Dit is mijn Zoon, de uitverkorene, luister naar Hem.” De drie leerlingen beneden hebben een veel roder, aardser getinte huidskleur.
 
Met de leerlingen wordt ons op deze berg van de verheerlijking een blik gegund op Jezus’ hemelse geaardheid. Niet alleen de huidskleur ook het basisgewaad van de drie hemelse figuren vertoont dezelfde zilveren tint. Die tint zien we terug in de wolk boven hen. Opvallend genoeg treffen we diezelfde kleur ook aan bij Petrus, links, en in mindere mate bij de twee leerlingen, rechts. Alsof de kunstenaar suggereert dat Jezus’ leerlingen al een klein beetje hemelse trekken beginnen te vertonen.
 
Het is niet duidelijk wie van de hemelse mannen naast Jezus Mozes is en wie Elia. Blijkbaar ging daar de belangstelling van de kunstenaar niet naar uit. Hij beeldt ze beiden af in een aanbiddende houding; ze zien op naar Christus en hebben hun lege, open handen omhoog geheven. Alsof ze willen zeggen dat ze naast Jezus met lege handen staan. Jezus staat letterlijk en figuurlijk hoger dan ‘hun’ Tora.
 
Uit de hemel dalen negen stralen op Jezus neer, zeven uit de wolk en twee links en rechts daarvan. Verwijzen die zeven uit de wolk naar de zeven gaven van de Heilige Geest? De middelste straal bevindt zich in de hand van God en heeft de vorm van een kruis. Prachtige vondst van de kunstenaar die – voorzover ik weet – op andere kunstwerken bij dit onderwerp nergens is terug te vinden. Het is een diepzinnige uitbeelding van de woorden die Lukas bij dit gebeuren optekent: ‘De mannen die verschenen, spraken met Jezus over zijn heengaan in Jeruzalem.’ Heel het evangelie samengevat in dit ene tafereel. Jezus wordt herkend als hemelse, goddelijke gestalte vanwege zijn heengaan in Jeruzalem. Dat heengaan zal smartelijk zijn. Hij heeft zijn leerlingen er bij herhaling op voorbereid: “Deze Messias moet lijden en sterven en zo zijn heerlijkheid binnengaan.” Hij moet laten zien dat barmhartigheid en naastenliefde ook het definitieve antwoord zijn, als kwaadwillige mensen je kapot maken en uit de weg ruimen. Zo zal Hij ons leren dat goedheid nog sterker is dan lijden en dood en een langer leven heeft, over de dood heen. Het kruis dat de hand uit de hemel Jezus boven het hoofd houdt, heeft een gouden kleur. Trouwens heel het hemelse gebeuren speelt zich af tegen een gouden achtergrond.
 
En de leerlingen op de voorgrond, waar op de kale rotsen gras en bloemetjes opschieten? Precies tegenover de zeven stralen uit de hemel zien we op de aardbodem een plantje met zeven bloeiende scheutjes. Toeval?
 
Wat had er meer voor de hand gelegen dan dat de drie leerlingen elk aan de voet van een der hemelse mannen was afgebeeld? Zo gebeurt het ook vaak elders. Hier heeft de kunstenaar er voor gekozen de ruimte onder Jezus vrij te houden. Petrus is afgebeeld onder de ene hemelse gestalte, Jacobus en Johannes samen onder de andere.
 
Petrus, herkenbaar aan zijn grijze baard en haarkransje, staat links in een gebogen houding.
Hij kijkt op naar Jezus en heeft, net als Mozes en Elia, zijn handen in gebed geheven. De beide andere broers liggen met gekromde rug voorovergebogen, hun neus op de grond, de handen verborgen onder hun mantel. Ze durven zelfs niet op te kijken. Dat zijn de twee voor wie moeder heeft gevraagd of ze in Jezus’ heerlijkheid links en rechts van Hem mogen zitten. Daar zijn ze hier nog niet aan toe. Die plek wordt ingenomen door Mozes en Elia… En straks aan het kruis..? Naast de zilveren flarden in hun kleding duiden ook hun blote voeten erop dat ze Jezus zullen navolgen. (Dat is immers op middeleeuwse afbeeldingen de betekenis van de blote voeten der apostelen).
 
Genoeg om over na te denken. Gelóóf ik inderdaad dat kwaad, lijden en dood overwonnen worden door barmhartigheid, naastenliefde en onbaatzuchtige goedheid? Durf ik het kwaad enz dan daarmee tegemoet te gaan? Of verlang ik er tenminste naar het te geloven en (ooit) in praktijk te brengen?
 
Ik ga terug naar de zilveren tinten in de kleding van de leerlingen. Ze verwijzen naar flarden van hemelse aanwezigheid in hun persoon. Ik sta stil bij de vraag in hoeverre en waar dat ook op mij van toepassing is.
 
Evangeliarium Otto III: De transfiguratie, begin 11e eeuw, München, Bayerische Staatsbibliothek. 
 
Bijbellezingen: Exodus 34:27-35; Psalm 27:7-14; 1 Korintiërs 13:1-13; Lucas 9:28-36