Kerk en kunst -> Materiaal voor kerkelijk gebruik
B jaar herfst 1 - Wie een kind opneemt
B jaar, Eerste zondag van de herfst
Wie een kind opneemt
door Dries van den Akker s.j.
eerst gepubliceerd op beeldmeditaties.nl
We horen Jezus in het evangelie zeggen : “Als iemand de eerste wil zijn, zal hij de laatste van allen moeten wezen. [-] Wie een kind opneemt in mijn naam, neemt Mij op, en wie Mij opneemt, neemt niet Mij op, maar Hem die Mij gezonden heeft.” Deze gebeurtenis is in de geschiedenis van de Christelijke vroomheid weinig afgebeeld. Anderzijds bestaan er duizenden afbeeldingen van het geheim waarover Jezus hier spreekt, en wel in de vorm van kerstafbeeldingen, Jezus’ eigen geboorte als kind.
We staan voor het poortgebouw dat toegang geeft tot de abdijkerk Notre Dame in de Bretonse plaats Daoulas. In het timpaan boven de doorgang heeft rond 1500 een beeldhouwer de geboorte van Jezus aangebracht. In het midden ligt het blote kindje achterover op zijn rug, op een soort matrasje. Het wordt geflankeerd door twee geknielde engeltjes met vroom gevouwen handen. Links en rechts op enige afstand Jezus’ moeder en vader, Maria en Jozef. Net als de engeltjes zit Maria op haar knieën; ook zij heeft haar handen gevouwen in gebed. Jozef knielt niet, maar zit op een bankje. Hij heeft een bolhoed op en een gesloten boek in de linkerhand. Tussen hem en het kind steken de os en de ezel hun koppen als het ware door de muur in de richting van het kind. Op een boogfries zien we nog juist de gestalte van een andere engel die een wierookvat vasthoudt. Zo’n figuur staat ook op dezelfde hoogte aan de andere kant; op de foto is alleen zijn bovenlijf zichtbaar.
In overeenstemming met Jezus’ woorden wordt de belangrijkste plek op dit tafereel ingenomen door het kind. Het ligt letterlijk in het middelpunt. De andere figuren zijn er rond omheen gegroepeerd. Allen zijn naar het kind toegewend. Ieders houding drukt eerbied uit. Maria en de engelen door het feit dat ze knielen en de handen hebben gevouwen in aanbidding. De engeltjes moeten benadrukken dat ook in de hemel, waar God woont, dit kind het allerbelangrijkste is. Sint Jozefs zittende houding duidt aan dat hij de Wet overpeinst. In de Bijbel is dat karakteristiek voor een rechtvaardige. Zo wordt Jozef dan ook omschreven in de geboorteverhalen. Als vrome jood heeft hij het hoofd bedekt. Zo brengt hij tot uitdrukking dat er dingen zijn die groter en hoger zijn dan hij, en die zijn verstand te boven gaan.
Opvallend genoeg heeft hij het boek dicht geslagen. Hij leest er niet in; hij kijkt naar het kind, en verwijlt erbij. Waar hij anders aandacht heeft voor Gods woord in het boek, heeft hij nu enkel oog voor het kind, Gods Woord in eigen persoon. De twee dieren lijken te delen in de verstilde houding van aanbidding en contemplatie. De flinke ruimte tussen het kind en zijn ouders over en weer benadrukt eens te meer die eerbied. Het kind is met afstand het allerbelangrijkste. Dat idee wordt nog eens – bijna letterlijk - onderstreept en gedragen door de figuurtjes onder de sokkel waarop het kind ligt. We zien in het midden een sterke man, geflankeerd door twee kerels met een stok. De weerloosheid van het kind gaat alle wereldse macht en geweld te boven. Zou het eikenloof op de sokkel van Maria dan vertellen van haar geloofssterkte? En de lelieachtige bladeren onder Jozef van zijn geloofszuiverheid?
“Wie een kind opneemt, neemt mij op, “ zegt Jezus. Met deze afbeelding voor ogen mogen we ons afvragen of Hij daarmee ook verwijst naar de handelwijze van God zelf. Volgelingen van Jezus geloven immers dat God zelf dit inzicht in praktijk heeft gebracht door mens te worden; door op onze wereld te verschijnen als een klein, weerloos kind, ‘for better and worse’ toevertrouwd aan de handen van mensen. Je moet maar durven. Juist waar van Hem zo vaak wordt beleden en gebeden dat Hij machtig, ja almachtig is, wenst Hij aan die woorden een geheel onverwachte inhoud te geven door zich te openbaren als een klein kind. Wie zo’n kind opneemt, neemt in wezen Hem op. Dat gaat niet alleen over onze lijfelijke kinderen, het gaat ook over het kind in mij en in ieder ander.
Kerk Daoulas: Geboorte van Christus, 1500, steensculptuur, poortgebouw abdijkerk Abbaye Notre Dame, Bretagne, Frankrijk.
Bijbellezingen: Deuteronomium 13:26-38; Psalm 139:13-24; Jakobus 3:16-4,6; Marcus 9:30-37