Kerk en kunst -> Materiaal voor kerkelijk gebruik
B jaar Kerstnacht - A. Mgaloblishvili De vlinder
B jaar, Kerstnacht
Anna Mgaloblishvili: Vlinder
Over dit schilderij van de Georgische kunstenares Anna Mgaloblishvili ligt een warme gloed. Het zachte licht van de dageraad speelt over de berg in de achtergrond en werpt zijn oranje stralen over het water, het gras en het gezicht en handen van de man. De duisternis wordt verdreven, de dageraad breekt aan. Het doet me denken aan de woorden van Jesaja in Jesaja 9: ‘Zij die in het donker wonen, worden door een helder licht beschenen,’ waarmee de profeet de komst voorzegde van het kind wiens heerschappij groot zal zijn, vrede brengend zonder einde.
Centraal in het schilderij staat een man met grote gevoelige handen. Op zijn handen is een kleine gele vlinder neergestreken. Vol aandacht kijkt hij naar dit onverwachtse geschenk uit de hemel. De kunstenares vertelt dat haar tijdens het schilderen opeens het volgende gedichtje te binnen schoot:
The yellow butterfly has flown over my shoulder
It means that you have thought of me again… probably…
It means that you have thought of me again… probably…
Ook al wist ze niet precies waarom, ze wist dat ze een vlinder moest schilderen in de handen van de man. Het geeft dit werk iets poëtisch, alsof we te doen hebben met een klein gedichtje in verf.
De vlinder is van oudsher een symbool voor de opstanding. Dit kwetsbare wezentje groeit in het verborgene, opgesloten in de donkere en benauwde ruimte van een cocon. Maar als het volgroeid is, slaat het zijn vleugels uit en vliegt bevrijd en in geheel nieuwe gedaante het weidse luchtruim binnen als een dartel teken van nieuw leven. Zo komt ook Jezus met Kerst de cocon van de wereld binnen en gaat hij ons met Pasen voor in de transformatie in een verheerlijkt lichaam, dat bevrijd en verlost een wereld zonder duisternis mag binnengaan.
De ogen van de man drinken dit teken van nieuw leven dat op zijn vingertoppen is neergedaald in, alsof hij dit bijzondere moment voorgoed in zijn geheugen wil griffen. Een paar tellen later zal de vlinder immers weer uit het zicht verdwenen zijn. Ook wij ontvangen soms vluchtige tekenen van Gods nabijheid. Soms weten we niet of we onze ogen moeten geloven net als de schrijver van het gedicht. Ik wil echter leren om net als de man in het schilderij deze kleine knipogen uit de hemel te zien en koesteren.
Ook al werpt de zon zijn stralen over het doek, de lucht in dit schilderij is zeker niet strakblauw. De lucht is gevuld met donkere en onrustige zwarte, witte en rode strepen vol dreiging. De vlinder op de handen van de man betekent dan ook niet dat er geen moeite en verdriet meer zullen zijn, net zoals de geboorte van het Christuskind nog geen verlossing betekent uit de huidige gebrokenheid. Maar de vlinder en het baby’tje in de kribbe zijn wel aanwijzingen die ons helpen onze hoop op Jezus’ wederkomst wakker te houden. Als we goed kijken, zien we dat er op dit doek nog meer vlinders door de lucht heen schieten. Jezus komt tot ons in allerlei onverwachtse tekenen. Laten we onze ogen openhouden: het is vol vlinders om ons heen.
Anna Mgaloblishvili: Vlinder, olieverf op doek, 110 x 85 cm, 1996.
Bijbellezingen: Jesaja 8:23b-9:7; Psalm 96; Titus 2:11-14; Lucas 2:1-20
Marleen Hengelaar-Rookmaaker