Kerk en kunst -> Materiaal voor kerkelijk gebruik
Exodus 15 - Mirjam door Silvia Dimitrova
Silvia Dimitrova: Mirjam
Oversteken
door Otto Bam
Op dit schilderij van Silvia Dimitrova staat Mirjam op de voorgrond en in het midden, gracieus en blij. Haar hoofd is licht gekanteld wat doet denken aan traditionele afbeeldingen van Maria, maar in plaats van een baby houdt ze een tamboerijn in haar handen. Het doek dompelt ons onder in de wonderbaarlijke gebeurtenissen in het boek Exodus met als centraal moment het oversteken van de Rode Zee. Exodus 15:21 vertelt hoe Mirjam het volk leidde in vreugdevol gezang: ‘Zing voor de Heer, zijn macht en majesteit zijn groot! Paarden en ruiters wierp hij in zee.’
Het schilderij maakt deel uit van een serie van zeven schilderijen die elk een vrouw uit de Bijbel uitbeelden. De serie begon toen Alison Kings, de vrouw van de Anglicaanse bisschop, theoloog en dichter Graham Kings, een werk van Dimitrova voor hem wilde kopen als cadeau voor zijn 50e verjaardag. Het resultaat was een schilderij van Maria Magdalena. In de zeventien jaar die volgden werkten de bisschop en de kunstenaar samen aan een serie van zeven vrouwen uit de Bijbel.
Dimitrova, een opgeleide orthodoxe iconenschrijver en schilder geboren in Pleven, Bulgarije, is gespecialiseerd in twee vormen van kunst: klassieke iconografie en modernere schilderijen met wereldlijke onderwerpen. De serie van de zeven vrouwen vertegenwoordigt echter een unieke mix van deze twee werkwijzen: ze beeldt bijbelse personages af, maar niet volgens de strikte bepalingen van de iconografie. Net als een icoon vertellen de schilderijen een verhaal en zitten ze vol symboliek, maar de meer persoonlijke expressie breekt met de klassieke iconografie. Dit zijn geen iconen, maar ze zijn wel iconisch.
Het schilderij van Mirjam nodigt ons uit om dieper in te gaan op het karakter van deze buitengewone vrouw en de gebeurtenissen waarin zij zo'n centrale rol speelde. Achter Mirjam zien we verschillende gebeurtenissen zich ontvouwen, bijna alsof haar lied zichtbaar wordt in het schilderij. Exodus noemt Mirjam een profetes. Mirjams lied verkondigt op profetische wijze, roept op tot gedenken en viert Gods ingrijpen in de geschiedenis. Door middel van liederen en gedichten wordt de geschiedenis in het geheugen van een volk bewaard.
Rechts tussen de struiken ligt baby Mozes, waar hij door zijn moeder in een mand was neergelegd om hem te redden van de afslachting van Hebreeuwse jongetjes door de Farao. We mogen de ironie niet missen in de manier waarop Mozes van de dood wordt gered. De Egyptenaren krijgen het bevel om jongetjes van Israëlitische vrouwen te doden door ze in de Nijl te gooien. Maar Mozes' moeder bedenkt een plan om het leven van de jongen te redden. Ze maakt een mand en werpt hem als het ware in de rivier die voor Israëlitische jongens de dood betekent! Om hem van de dood te redden wordt Mozes overgeleverd in de armen van de dood. Dit is een diepgaande voorafschaduwing van de verlossing die God zou bewerken in Christus, die door de dood de dood verslaat.
Exodus vertelt hoe Mirjam haar broertje in de gaten houdt om te zien wat er met hem gebeurt. In een moment van verbazingwekkende sluwheid, als Mozes wordt ontdekt door de dochter van de Farao, overtuigt Mirjam de Egyptische prinses om de baby door zijn eigen moeder te laten verzorgen. Mirjam komt hier naar voren als een helper en beschermer, een onzichtbare hand die de dingen regelt voor het behoud van haar broer, een soort vroedvrouw die zorgt voor de bevrijding van de baby uit het water.
Aan de linkerkant van het schilderij zien we Mozes en Aäron. Onder de twee broers staat de brandende braamstruik. Mozes houdt de twee tafelen van de wet vast, de hogepriester Aäron een vaas met zalfolie. De twee mannen lopen in de richting van het water van de Rode Zee, die ze spoedig zullen oversteken. We zien de paarden van het Egyptische leger in de golven.
De drie volwassen figuren op dit schilderij vormen een soort drie-eenheid. Het is veelzeggend dat de profeet Micha deze drie deze figuren samen identificeert als degenen die Israël uit Egypte leidden: ‘Ik bracht jullie uit Egypte en verloste jullie uit het land van slavernij. Ik stuurde Mozes om jullie te leiden, en ook Aäron en Mirjam’ (Micha 6:4). Zouden we Mirjam kunnen beschouwen als een schaduw van de Derde Persoon van de Drie-eenheid? Degene die ons door een onzichtbare hand leidt en beschermt? Degene die de werken van God in herinnering roept?
De Jordaan kan ook voor ons voor een oversteekplaats staan, als we ons identificeren met Christus in zijn oversteek via de doop in de Jordaan naar de woestijn en uiteindelijk door de doop van de dood naar het opgestane leven. Mirjam herinnert ons er op diepgaande manieren aan dat er een krachtige helpende hand is die ons begeleidt bij al onze oversteekpogingen.
*******
Silvia Dimitrova werd in 1970 geboren in Pleven, Bulgarije en wist op 13-jarige leeftijd een plaats te bemachtigen aan de School voor Toegepaste Kunsten in Trojan. Ze studeerde af in 1989 en studeerde daarna icoonschilderen in Sofia bij Georgi Tchouchev. Ze werd uitgenodigd om haar werk samen met de belangrijkste icoonschilders van haar land tentoon te stellen in de Alexander Nevsky Kathedraal in Sofia. Ze hield een succesvolle solotentoonstelling in Parijs in 1997. In de lente van 1999 kreeg ze een opdracht van Downside Abbey in Engeland om een icoon van Sint Benedictus te schilderen. Begin 2000 werkte Silvia als artist-in-residence in Wells Cathedral met de opdracht om de veertien kruiswegstaties te schilderen voor de millenniumwisseling. Ze werd genomineerd en kwam op de shortlist van de European Women of Achievement Awards 2000 voor haar bijdrage aan de kunst. Sindsdien heeft Silvia gewerkt aan zowel particuliere als openbare opdrachten, waaronder St Paul's Cathedral, Londen en Hertford College, Oxford. Zie: www.silviadimitrova.co.uk
Otto Bam is een Zuid-Afrikaanse schrijver en muzikant. Hij is mederedacteur van ArtWay en kunstmanager van het Kirby Laing Centre for Public Theology in Cambridge. Otto behaalde een master in Engelse literatuur aan de Universiteit van Stellenbosch, Zuid-Afrika en een master in religie en literatuur aan de Universiteit van Edinburgh.