Jesaja 56:4-5 - De eunuch
Jesaja 56:4-5
In Jesaja 56:4-5 staat de eunuch voor de buitenstaander: ‘De Heer laat de eunuch niet zeggen: “Ik ben maar een dorre boom,” maar Hij geeft hem een naam die onvergankelijk is.’ Dit vroege schilderij van Rembrandt gaat over zo’n eunuch, een Ethiopiër, al is dit wel een hoge ambtenaar met een heel verfijnde mantel (zie Handelingen 8). Hij leest in zijn rijtuig de bijbelpassage waar staat: ‘Hij werd vernederd en hem werd geen recht gedaan, wie zal van zijn nakomelingen verhalen?’ Dit zal hem als eunuch aangesproken hebben en hij wil er graag meer over weten. Na Filippus’ uitleg wil hij zich laten dopen. In de calvinistische 17de eeuw werd dit thema vaker uitgebeeld, want eerst klinkt het woord en dan volgt het sacrament. De Schrift, wijd opengeslagen, neemt op dit schilderij dan ook een prominente plaats in.
Marleen Hengelaar-Rookmaaker