Kerk en kunst -> Materiaal voor kerkelijk gebruik
Jezus verzocht - Gustave van de Woestijne
Gustave van de Woestijne: Christus in de woestijn
Uitgemergeld
door Anne Marijke Spijkerboer
Het beeld van deze week is een detail uit een groter schilderij, waarop achter, links en rechts van de magere man (Christus) de gele zandvlakte zich nog verder uitstrekt, stil en leeg. Het witte kleed van Christus loopt op het origineel verder door naar beneden. Staande voor het werk word je zelf ook in de ruimte opgenomen. Christus staat vlak voor de kijker maar let niet op hem of haar. Zijn gezicht is zonder uitdrukking, zijn ogen kijken niet, maar zijn naar binnen gekeerd. Zijn gezicht is ingevallen en hij heeft zich een aantal dagen niet geschoren. Is hij in hoger sferen terecht gekomen door gebrek aan slaap en eten?
Terwijl zijn gezicht heel persoonlijke trekken draagt, beantwoordt zijn haar aan de beeldconventies rond Christus’ uiterlijk. Het is kastanjebruin, sluik en heeft een scheiding in het midden. Afwijkend is dan weer het lokje op het voorhoofd en de lengte in de nek.
Duidelijk is dat we deze man meteen als Jezus moeten herkennen, maar ook dat hij persoonlijke en tijdgebonden trekken draagt. Zo concreet en menselijk als zijn gezicht is, zo onwerkelijk is zijn ivoorwitte kleed. Het is alsof er geen lichaam onder zit, op de wijze van de middeleeuwse engelen, die ook theologisch lijfloos waren. De Schrift meldt niet welke kleur kleding Jezus droeg toen hij driemaal door de duivel in de woestijn verzocht werd, maar de schilder van dit werk heeft daar wel ideeën over. Het witte hemd kan niet anders dan zijn doop- en opstandingskleed zijn.
De manier waarop Jezus in de lege ruimte staat doet nog het meest denken aan eenzame woestijnvaders uit het begin van de kerkgeschiedenis, van wie ook wel overgeleverd wordt dat ze van pure gebrek aan slaap en voedsel hallucineerden.
Bij deze Jezus word je buitenstaander. Hij sluit ons buiten. Het gaat in de strengste zin van het woord om zijn ‘reculer pour mieux sauter’ (zich terugtrekken om des te beter zijn opdracht te vervullen). De verzoekingen in de woestijn zijn het begin van Jezus’ openbare leven. De weg voor dat leven is alleen vrij wanneer hij eerst in stilte de ‘machten ontmaskerd’ heeft (Liedboek der Kerken 485:3).
Opvallend is niet alleen het lichaamloze witte kleed, maar ook het verschil tussen de twee grote handen: een bloedloze hand en een levende. Met de dode hand lijkt hij te ontvangen, de ander houdt hij naar zich toegekeerd, alsof hij iets wil bewaren. Gaan we te ver als we dat met kruis en opstanding verbinden?
***********
Gustave Van de Woestijne (1881-1947): Christus in de woestijn, 1939, detail, olieverf op paneel, 122.5 x 169 cm, Gent, Museum voor Schone Kunsten
Dr. Anne Marijke Spijkerboer publiceert op het gebied van kunst en theologie (Wij hebben ongelofelijke dingen gezien, Meinema 2004, Rembrandts engel, Skandalon 2006) en is predikant in Rijswijk ZH.
ArtWay beeldmeditatie 21 maart 2010