ArtWay

Kunstenaars openen onze ogen voor rijkdom en betekenis. Sandra Bowden

Kerk en kunst -> Artikelen kerk en kunst

Belevingscultuur en liturgie - Marleen Hengelaar

Over belevingscultuur en liturgie

door Marleen Hengelaar-Rookmaaker
 
Als mensen van onze tijd zijn we ons geloof meer gevoelsmatig gaan beleven. Geloven is niet meer een zaak van voornamelijk ons hoofd, maar ook ons hart mag tegenwoordig volop meedoen. En dat is winst, een positieve correctie op de verstandelijke eenzijdigheid van het verleden. De uitdaging waar de kerken in onze tijd voor staan is om dit nieuwe accent op gevoel en beleving op een goede manier een plek te geven in de liturgie. Geen lege gevoelsoverdaad, geen leuke maar loze vormen, maar diensten waarin het gepredikte evangelie daadwerkelijk kan landen in ons hart. Want daar hunkeren velen, jong en oud, vooral naar: dat ze in de eredienst echt iets van God mogen ervaren en Hem echt kunnen ontmoeten. Traditionele vormen van lied en liturgie worden steeds meer ervaren als een keurslijf, als een groot verhaal van het verleden dat ons weinig meer te zeggen heeft. We zijn op zoek naar nieuwe vormen die we echt kunnen meebeleven.
 
De vraag is vervolgens welke vormen dat dan zijn. Moeten we steeds maar weer aansluiten bij de laatste trends, hoe zotter hoe vlotter? Naar mijn mening moet altijd centraal blijven staan waar het in de eredienst wezenlijk om draait, namelijk lofprijzing en de bediening van het evangelie. Een aansprekende vorm is dan ook nooit een doel op zich. Een dienst is geen vorm van entertainment, het is geen concert. Het is dan ook niet nodig om bijvoorbeeld steeds de laatste poptrends te volgen. Het gaat eerder om liederen in een populair idioom die de gemeente als geheel kan meebeleven. Wat dat betreft zitten we met Opwekking en de Psalmen van Nu best goed. Wel moeten we met Opwekking en de huidige worshipmuziek oppassen om niet teveel aan de sentimentele en bombastische kant van de populaire muziek terecht te komen. De gevoelsexpressie moet wel integer blijven. Als we vooral zingen om vervuld te worden met een groots gevoel, dan is het gevaar groot dat ons zingen uiteindelijk leeg is als een beker vol schuim, omdat het niet meer strookt met de realiteit. Ervaren we echt zo’n intimiteit met God of is het een pseudo-intimiteit? Als de muziek vervaagt, wat is er dan nog van over?
 
Onze integriteit is eveneens in het spel als we besluiten de taal en toon van de liturgie toegankelijk te maken voor buitenkerkelijken. Want als we zeggen begaan te zijn met de mensen buiten onze kerkmuren, dan moeten we ook bereid zijn te streven naar diensten die zij kunnen meemaken en volgen. Voorop moet daarbij staan dat het niet gaat om aanpassing van de inhoud van het evangelie, maar alleen om een actuele vormgeving. De geschiedenis van de afgelopen decennia leert dat een verwaterd evangelie geen mensen trekt. Dan blijft men liever thuis.
 
De wereld van de mens van nu is groot geworden, ook in liturgisch opzicht. We weten inmiddels ook hoe het in andere kerken en tradities toegaat. Daar kunnen we onze winst mee doen. Niet opdat het overal een rommeltje wordt of allemaal één pot nat. We zullen altijd moeten blijven zoeken naar een zinvol en stijlvol geheel dat aansluit bij wie we zelf als gemeente zijn. Maar het geeft gemeentes wel het voordeel dat ze op zoek kunnen gaan naar een liturgie die echt leeft en echt landt.
 
In februari 2008 werd een ingekorte versie van dit artikel opgenomen in Visie van de EO. Voor een uitgebreider artikel over dezelfde materie in J. van der Stoep, R. Kuiper en T. Ramaker (red.): Alles wat je hart begeert? Christelijke oriëntatie in een op beleving gerichte cultuur, Buijten & Schipperheijn – Amsterdam, 2007, klik hier