Kunstenaars
Gogh, Vincent van - BM - Marcel Barnard
Takken met amandelbloesem van Vincent van Gogh
De gelijkenis van de Takken met amandelbloesem
door Marcel Barnard
Het doek Takken met amandelbloesem van Van Gogh (1853-1890) is vermoedelijk geïnspireerd op Japanse prenten met hun aandacht voor natuurdetail. Het werk stamt uit zijn laatste periode. Hij was toen, vanaf mei 1889, opgenomen in een inrichting in St. Rèmy-de-Provence. Aanvankelijk schildert hij in de tuin van de inrichting, later ook daarbuiten, in ‘een wat getemperder kleurgebruik’ dan de ‘hoge gele noot’ van Arles in de periode daarvoor.
Uit de brieven weten we dat de aanleiding tot het schilderen van de Takken met amandelbloesem de geboorte van zijn neefje Vincent Willem van Gogh was, zoon van zijn broer Theo en schoonzusje Jo, op 9 februari 1890. Op ongeveer de twintigste van die maand schrijft hij aan zijn moeder: ‘(ik ben) dadelijk begonnen een schilderij voor hem te maken om in hun slaapkamer te hangen. Grote takken witte amandelbloesem tegen een blauwe lucht. ... Deze laatste dagen hadden wij hier nogal triest weer, maar vandaag was het een ware lentedag, en de velden jong koren met de lila heuvels in ’t verschiet zo mooi, en de amandelbomen beginnen overal te bloeien.’ En ongeveer diezelfde dag schrijft hij aan zijn zusje Wil: ‘… zoals ik aan zijn grootmoeder schreef, ben ik dezer dagen iets voor hem gaan schilderen, een groot hemelsblauw doek waartegen zich bloeiende takken aftekenen.’
In Arles, waar Van Gogh tussen februari 1888 en mei 1889 woonde, had hij veel bloeiende fruitbomen geschilderd. De Takken met amandelbloesem zijn misschien binnen geschilderd, omdat de stam ontbreekt. De compositie en opzet ervan zijn dan ook anders dan van de eerdere bloeiende bomen.
Wat laat het schilderij zien? Het eerste wat mij opviel waren de getemperde kleuren. De takken steken niet af tegen een stralend en helder blauw. Het blauw van de hemel is eerder turkoois of zeegroen. De verf is dik aangebracht en dat geeft het effect van een dikke, geen ijle, lucht. De wat knoestige takken zijn eveneens groen-blauw. De bloesem contrasteert in mijn beleving met de dikke lucht en de takken. De bloesem is wit-roze-groen van kleur met soms een dun rood randje, de stampers zijn geel. Om de nog gesloten en gezwollen knoppen zijn lichtgroene blaadjes gevouwen. Vanaf een afstand tonen de bloemetjes teer roze. Dicht om de bloesem schijnt het doek hier en daar door de verf heen, waardoor de delicaatheid nog eens wordt geaccentueerd.
Het geheel is zo een subtiel spel van kleuren. De bloesem is in zijn lichte en frisse frêleheid het symbool van een nieuwe lente en een nieuw leven dat ontluikt. De broosheid van dat leven loopt in het oog. Het doek wekt zo het verlangen naar de zomer, naar het volle leven, en is er tegelijk de belofte van. Meer nog, de bloesem is de eerste bode van de oogst. De takken van de amandelboom zullen vrucht dragen. Zo doet het schilderij zich voor als een gelijkenis. Zij maakt duidelijk dat de wereld die voorhanden is de laatste niet is. Er daagt in de gelijkenis al iets van eeuwig leven.
Van Gogh heeft bij de gelijkenis niet kunnen leven. Hij werd gek in zijn gevecht om het licht te schilderen en pleegde een paar maanden nadat hij Takken met amandelbloesem had voltooid zelfmoord. De gelijkenis was voor hem niet langer een oriëntatie in de wereld, waarin eeuwig leven nooit meer dan bij gelijkenis gekend wordt. Zijn gevecht om het licht liep uit op een zelfverkozen dood en blindheid.
*******
Vincent van Gogh: Takken met amandelbloesem, 1890, olieverf op doek, 73.5 x 92 cm, Van Gogh Museum, Amsterdam.
Gepubliceerd in Marcel Barnard: Wat het oog heeft gezien. Verbeelding als sleutel van het credo. Meinema – Zoetermeer, 1997.
Prof. Dr. M. Barnard is hoogleraar liturgiewetenschap aan de Protestantse Theologische Universiteit (Utrecht) en aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Zijn website is www.pthu.nl/mbarnard.
ArtWay beeldmeditatie 11 april 2010