Brugman, Berry en Janny - Jan van der Kolk
Kunstenaarsechtpaar Berry Brugman en Janny Brugman – de Vries
door Jan van der Kolk
Schilder Berry Brugman (1915-1996) en beeldhouwster Janny Brugman – de Vries (1918-2006) leerden elkaar kennen op de Kunstacademie in Arnhem. Janny wilde schilder worden en Berry beeldhouwer. Ze hadden belangstelling in elkaars studie. Berry ontdekte dat hij toch geen geduld had voor het beeldhouwen en keek eens in de schildersklas. Janny wilde eigenlijk liever iets omarmen. Ze raakte verliefd op beeldhouwen én op Berry. Zij veranderden van studierichting én zij werden een paar. Daarom konden ze allebei zo goed over elkaars werk praten en samen werken.
Meestal gingen beiden hun eigen weg. Van beïnvloeding was volstrekt geen sprake. Om goed te kunnen werken, wilden ze met rust gelaten worden. Het gevoel van onafhankelijkheid gaf hun rust en vrijheid. Toch werkten ze meerdere malen samen, b.v. bij grote muurschilderingen. Voor de hal van een school in Almelo schilderden ze in 1958 metershoog de verspieders Jozua en Kaleb.
Berry en Janny Brugman: Jozua en Kaleb, Almelo
Een van de meest bijzondere opdrachten die het Almelose kunstenaarsechtpaar kreeg, kwam in 1982 van de rooms-katholieken in het Betuwse Driel. Als cadeau voor zijn zilveren priesterfeest wilde pastoor Helthuis een levensgrote religieuze wandschildering achter het altaar van de sober ingerichte naoorlogse Maria Geboorte Kerk. Een halfronde wand moest verlevendigd worden met een bijbelse voorstelling, waarvoor Helthuis de tekst opgaf. Hij koos een visioen uit van de profeet Ezechiël. Berry en Janny verdiepten zich avondenlang in dit bijbelboek en begonnen geleidelijk schetsen op papier te zetten. In de kerk kwam een steiger en Berry en Janny begonnen met het tekenen van de voorstelling op de kerkwand. Daarna werd het ingekleurd. In de gewijde stilte van de kerk overlegden ze over kleurschakeringen en andere details van het monumentale kunstwerk. Alle verf moest worden gemengd om precies die tinten te krijgen, die zij nodig vonden. Berry en Janny werden volkomen vrijgelaten. Zeven uur per dag stonden ze te schilderen. Een schilderij kun je niet met z’n tweeën maken, zo’n wandschildering wel. Ezechiël keek uit over de tempelbeek waar het 47ste hoofdstuk grotendeels overgaat: de beek stroomt naar de zee en maakt het zeewater gezond. En alle levende wezens die er wemelen zullen leven overal waar de beek komt en er zal veel vis zijn. Langs de beek zullen haar oevers aan weerszijden vruchtbomen opschieten. Vruchtbomen zoals er in het gedeelte van de Betuwe, waar Driel aan de Rijn ligt, tienduizenden staan. Berry en Janny maakten er naar volle tevredenheid van de parochianen een uitbundige en blije voorstelling van. Een jaar later ontwierp Janny voor de tabernakel in deze kerk nog twee bronzen reliëfs.
Berry en Janny Brugman: Ezechiël 47, Driel
Berry zag veel leed aan hem voorbijgaan. Biafra. Vietnam. Het raakte hem. Het liet hem niet los. Hij moest het van zich af schilderen. Zo ook het lijden van Christus. De figuur van Christus fascineerde hem. Hij haalde zijn inspiratie voor een deel uit de bijbelse verhalen. Christus was gekruisigd op Golgotha. Daar was niets moois aan. Daarom schilderde hij dat dan ook niet mooi. Christus met een kapotgeslagen gezicht. Ook het verraad van Judas vond hij iets verschrikkelijks. Judas beeldde hij oerlelijk uit met in de ogen van Christus een enorme verwondering. Het lijdensevangelie was voor hem geen aandoenlijk verhaal, maar een realiteit. Het kruis van Christus stond centraal in zijn leven. Berry was niet het type met wie je diepzinnig een theologische boom kon opzetten. Wel liet hij in zijn werk iets zien van een diep en aansprekend persoonlijk geloofsleven.
Berry Brugman: Christus
Janny Brugman – de Vries was vooral de jaren na de oorlog – tijdens de Wederopbouw – een hardwerkende beeldhouwster, die volop opdrachten kreeg om oorlogsmonumenten te maken en gebouwen te voorzien van mooie wandkunst. Helaas verdwenen de laatste jaren veel van haar kunstwerken door sloop van met name schoolgebouwen. Gelukkig worden er ook veel inspanningen gedaan om haar werk juist te sparen en te bewaren.
Zo werd haar steenreliëf ‘Ode aan de degelijke huisvrouw’ uit 1956 in Vroomshoop van de muur van de Chr. Nijverheidsschool voor meisjes gehaald. Het werd jarenlang opgeslagen op de gemeentewerf en in 2003 teruggeplaatst in een muur achterin de IVN Kruiden- en Bijbeltuin in Den Ham. In het door dichter Salomo geschreven Spreuken 31 kreeg ze inspiratie. Beschreven wordt hoe de deugdzame vrouw met haar dienstmaagden omgaat. Ook de dienstmaagden worden weer opgeleid om later een ijverige en nuttige vrouw in het gezin en in haar omgeving te zijn. Ze houdt zelfs haar lamp 's nachts brandende, zo ijverig. Bovenaan in het kunstwerk staan de mannen: zij prijzen haar in de poort. Dus wat ook heel belangrijk is, is de waardering die de vrouw krijgt voor alles waar ze zich voor inzet. Janny: “Moge de mensen die hier rondlopen in de kruidentuin en naar dit beeld kijken daar nog even aan denken”.
Janny Brugman: Ode aan de degelijke huisvrouw, Den Ham
Voor de christelijke lagere school Eben Haëzer in Vriezenveen maakte ze rond de jaren 60 haar mozaïek ‘De zaaier’. Het ontwerp was aan de hand van een gelijkenis uit de Bijbel: een deel viel in goede aarde en er groeide graan: op sommige plaatsen honderd keer zo veel, op sommige plaatsen zestig keer zo veel en op sommige plaatsen dertig keer zo veel als dat er gezaaid was. Dit is wat er eigenlijk ook in school gebeurt. De juf/meester zaait, draagt kennis over, opdat de leerlingen vrucht mogen dragen, zich mogen ontwikkelen. Dit tegelmozaïek is onlangs uit de gevel gezaagd en wachtend op een mooie herbestemming en wordt nu bewaard in het gemeentelijk depot.
Janny Brugman: De zaaier, Vriezenveen
Belangrijk thema in haar werk was ook Palmpasen. Ze maakte meerdere kleine en grote beelden van kinderen met palmpaasstokken in diverse uitvoeringen: brons, chamotte, glas en metaal.
Janny Brugman: Meisje en jongen met Palmpaasstok, Almelo
In 1978 maakte ze haar door de Bijbel geïnspireerde kunstwerk Jona in de walvis. Het werd gemaakt in het kader van de éénprocentregeling. Het was een opdracht van de Th. Hart de Ruyterschool in Groningen. Het kunstwerk staat op een paal in een waterbak. In een opengewerkte walvis zit een schamel geklede Jona. Opvallend aan deze sculptuur is de verhouding tussen mens- en dierfiguur. Jona neemt bijna de hele buik van de walvis in beslag.
Janny Brugman: Jona in de walvis, Groningen
Janny vond geloof en liefde heel erg belangrijk. Geen dogmatisch geloven. Overigens kreeg ze niet alleen vanuit het geloof haar inspiratie. Die kreeg ze vanuit het hele leven. Maar er staan prachtige dingen in de Bijbel. Dingen die haar het mooie en het goede laten zien. Zo werd ze geraakt door de figuur Job. Job die niet wankelt in zijn geloof, in zijn vertrouwen op God. Zij boetseerde Job toen Berry ziek werd.
Janny Brugman: Job
Wat je ziet, is het moment dat Job in een gevoel van totale Godsverlating zijn mantel scheurt. Toen ze het maakte, dacht ze: wat er ook gebeurt, je mag je geloof niet verliezen. Die wens kwam uit. Alleen voelde ze zich op het eind van haar leven, toen ze ongeneeslijk ziek werd, zelf een beetje als Job.
*******
Berry Brugman (Almelo 1915 – Almelo 1996). Na zijn opleiding aan de middelbare school in Almelo ging Berry naar de Kunstacademie in Arnhem. Na zijn studie bekwaamde hij zich in 1942 in Amsterdam bij Jos Rovers in portret- en modelschilderen. Ondertussen vestigde hij zich in Almelo als kunstschilder en liet hij zich eerst inspireren door de landschappen van Twente en later door die van Schiermonnikoog. Ook maakte hij veel bloemstillevens. Een andere bron van inspiratie was het lijden. Zo schilderde hij de hongerende mensen in Biafra en de vluchtende mensen uit de verwoestende Vietnamese stad. Zijn religieuze schilderijen tonen veelal een lijdende Christus. Brugman bewonderde de expressionisten, maar bleef zijn eigen stijl trouw. Hij was lid van de Twentse Kunstkring, de Amsterdamse kunstenaarsvereniging Stuwing en Indigo '79. Zijn werk werd vele tientallen keren geëxposeerd in binnen- en buitenland. Recensies uitten zich lovend over zijn expressionistische werk.
Janny Brugman – de Vries (Sneek 1918 - Groningen 2006). Na haar opleiding aan de Nutskweekschool in Nijmegen ging Janny naar de Kunstacademie in Arnhem. Ze begon als schilder, maar al vrij snel beheerste zij vaardig het vak van beeldhouwster. Ze leerde het beeldhouwen van Gijs Jacobs van den Hof. Na haar eindexamen boetseerde ze vooral portretten en klein plastieken. In Amsterdam werd ze lid van het Lucasgilde en later in Almelo van de Twentse Kunstkring en Indigo '79. Door haar huwelijk met schilder Berry Brugman vestigde zij zich in Almelo. Na de Tweede Wereldoorlog nam ze deel aan tentoonstellingen van oorlogsmonumenten, o.a. in het Stedelijk Museum te Amsterdam. Ze maakte oorlogsmonumenten in brons en steen. Daarna voelde ze zich sterk aangetrokken tot de toegepaste kunst in de architectuur en de vrije beeldhouwkunst. Opdrachten voor banken, scholen, kerken, ziekenhuizen werden uitgevoerd; beelden, metaalplastieken en mozaïeken. Ze maakte beelden in plantsoenen. Ze was behalve figuratief ook abstract werkzaam in steen, brons, koper en ijzer. Veel van haar werk is nog steeds te zien in de openbare ruimte. Janny was erg sociaal betrokken. Zo zette zij zich o.a. als kunsttherapeute in voor patiënten van het Sanatorium in Hellendoorn. Voor haar hulp aan Joden tijdens de Tweede Oorlog ontving ze het Verzetsherdenkingskruis. Vanwege hun inzet voor de Nedersaksische cultuur en hun ‘band met mensen uit de streek’ werden Janny en Berry in 1984 in Hellendoorn onderscheiden met de Johanna F. van Buren Cultuurprijs.
*****
In het boek De Brugman Collectie, ode aan kunstenaarsechtpaar beschrijft Jan van der Kolk op 224 pagina's het boeiende leven van Berry en Janny en laat hij een mooie selectie van meer dan 350 kunstwerken zien.
Zie ook: www.debrugmancollectie.nl