Baauw, Dick - door Reinier Katgert
Dick Baauw, schilder, ontwerper en glazenier met de Bijbel als inspiratiebron
door Reinier Katgert
Wie op zondagmorgen het gebouw De Notenhof aan de Sparrenlaan in Hattem binnenloopt, ziet als hij zijn jas opgehangen heeft door de gang heen een kleurrijke glaswand. Vanaf die kant is het nog niet goed te zien, maar eenmaal binnen in deze kerkzaal van de Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB in Hattem wordt het duidelijker: daar hangt een prachtig glas-in-loodraam met een bijna abstracte vormgeving, in prachtige zachte tinten. Dat glas-in-loodraam is gemaakt door de Hattemse kunstenaar Dick Baauw, die daarvoor zijn inspiratie had gevonden in Psalm 36, met name de verzen 6 t/m 10: ‘Heel hoog als de hemel is uw liefde, tot in de wolken reikt uw trouw.’
Onder het raam staat een tafel met daarop de kaarsjes die kunnen worden aangestoken door wie dat maar wil voor wie of wat dan ook. Met een groot woord noemen we het onze stiltehoek. Als je dan als bezoeker verder rondkijkt, dan wordt je blik vanzelf getrokken naar het liturgisch centrum waar een veelkleurige doek hangt: een geweven voorstelling van allerlei symbolen uit de bijbel, in een zeer bijzondere niet rechthoekige, maar speelse vorm.
Ook dit kleed is ontworpen door Dick Baauw. Dat was een jaar of 15 geleden, toen de kerkzaal nog een schoenendoosvorm had en Dick met zijn wandkleed de starre rechthoeken van de zaal wilde doorbreken. In die tijd was het gebouw (dat dateert van eind vijftiger jaren) nog van de Afdeling Hattem van de NPB. Inmiddels is het verkocht aan de stichting de Notenhof, een stichting die gevormd wordt door de Christelijke Muziekvereniging Hattem en het Christelijk Mannenkoor DEV.
Door een ingrijpende verbouwing na de overgang van het gebouw naar de stichting De Notenhof heeft het gebouw zijn schoenendooskarakter (gelukkig) verloren, maar het wandkleed van Dick Baauw hangt er nog steeds, als een prachtige blikvanger, net uit het midden van het liturgisch centrum. Dus twee kunstwerken van dezelfde maker die wel eens heeft gezegd: ‘Ik beschouw de kerk aan de Sparrenlaan haast als MIJN kerk!’
Dick Baauw (geboren in Beusichem in 1934) is na de ambachtschool naar de Meesteropleiding Schilderen gegaan in Utrecht, in die tijd de enige school van die soort in Nederland. Dat was een school van de schildersbranche waar een uitgebreide opleiding werd gegeven, niet alleen gewoon huisschilderen, maar ook marmeren, restaureren en zelfs wat grafisch ontwerpen. Dat betekende 3 jaar lang gedurende 7 maanden per jaar naar school en 5 maanden in de lente/zomerperiode werken in een erkend meesterbedrijf. Uiteindelijk moest hij in militaire dienst en daar heeft hij zijn N- akte tekenen gehaald, de acte N2B.
Eenmaal uit dienst solliciteerde hij naar de positie van docent bij de Christelijke Meesteropleiding Schilderen, die toen net gestart was in Zwolle (er werd toen ook een dergelijke katholieke school gestart in Boxtel: echt de verzuiling ten top!). Hij werd aangenomen en stond amper 24 jaar oud ineens voor de klas in Zwolle! In die periode heeft hij in de avonduren zijn MO A en MO B Tekenen gehaald en nog weer later is hij naar de avondopleiding van de Rietveld Academie gegaan. Dat was wel zwaar, want de eerste 2 jaren waren dat 4 avonden in de week in Amsterdam, dus direct vanuit school de trein in en dan ’s avonds met de laatst mogelijke trein weer terug. De volgende twee jaren waren minder zwaar, want dat betekende nog maar 2 avonden per week in Amsterdam. Binnen de school heeft hij geijverd voor nieuwe opleidingen: er kwam een uitgebreide grafisch opleiding bij, en ook een opleiding voor presentatietechnieken (o.a. standbouw) en interieur advieswerk, met name kleuradviezen, alsmede het vak kunstbeschouwing, om de leerlingen een zo breed mogelijke kijk te geven.
Inmiddels heet deze zelfstandige MBO-school al jaren “Christelijke Instituut voor Beschermingstechniek, Afwerkings- en Presentatietechnieken”; kortweg het CIBAP in Zwolle. Vanuit de school heeft Dick ook jaren zitting gehad in allerlei landelijke leerplanontwikkelgroepen, en zo de opleidingen mede vormgegeven. Uiteindelijk is hij vanuit een managementfunctie op 62 jarige leeftijd met de VUT gegaan en kan hij zich fulltime aan zijn creatieve werk wijden.
Van huis uit is Dick Baauw Nederlands Hervormd met een sterk oecumenische inslag. Het goed en kritisch lezen van de Bijbel is hem dan ook niet vreemd. Binnen de Hervormde kerk in Hattem heeft hij ook verschillende functies bekleed.
Voor zijn opdrachten is het natuurlijke een vereiste dat hij heel goed luistert naar wat de opdrachtgever precies bedoelt, om daar dan vervolgens zijn eigen creativiteit op lost te laten. Voor werk dat zonder directe opdracht wordt gemaakt put Dick vaak uit bijbelteksten, met name de psalmen, maar het kan ook zijn dat hem gewoon iets opvalt in de Bijbel, wat hij dan weer in beeld en kleur vertaalt. Een mooi voorbeeld daarvan is het scheppingsverhaal, waarbij van God op de derde dag tot twee keer toe gezegd wordt: ‘En God zag dat het goed was.’ Kritische lezing onthulde dat God op die dag twee dingen gedaan had: hij had het land en de zee gescheiden én hij had jong groen laten ontkiemen… vandaar twee keer ‘en God zag dat het goed was.’ Bij een uitbeelding van de schepping heeft Dick ook het groen op een subtiele manier in een kunstwerk opgenomen.
Bij Dick Baauw op bezoek blijkt dat hij heel veel opdrachten voor kerken, christelijke verpleeg- en verzorgingshuizen (zowel protestantse als katholieke) heeft gemaakt; voornamelijk wandkleden en glas-in-loodramen. Glas-in-loodramen heeft hij onder andere gemaakt voor een kerk in Leersum: een glassculptuur van wel
De glassculpturen laat hij maken bij glazenier Flos in Tegelen, en dat is soms een heel gepuzzel, omdat zo’n raam enorm zwaar kan worden en er soms een dikkere loodlaag nodig is dan oorspronkelijk was bedoeld.
Voor de kleden en stola’s voor predikanten zoekt hij zijn stoffen uit bij Slabbink in Zwolle (tevens de Verenigde Nederlands kaarsenfabriek waar je ook Paaskaarsen en andere kerkelijke kaarsen kunt kopen) die een grote collectie stoffen heeft onder meer voor kazuifels. Het weven van de kleden gebeurt in een gespecialiseerd atelier in Brugge in België. Daarnaast heeft hij ook prachtige beelden gemaakt, o.a. een beeld voor het Centrum voor de opvang en resocialisatie van daklozen in Apeldoorn van het Leger de Heils, waarbij een persoon zich losmaakt uit een hechte groep en een eigen weg inslaat.
Verder heeft hij veel ontwerpen gemaakt voor stola’s en toga’s voor predikanten, en uiteraard vrij werk, waarbij hij zich onder andere heeft laten inspireren door reizen naar Egypte en naar Jordanië, waarbij vooral de rotstempels van Petra een grote indruk op hem hebben gemaakt.
Wat dat betreft is het jammer dat Dick geen eigen site op Internet heeft, want de boeken met werk die ik heb kunnen doorbladeren, daar zou je heel wat internetpagina’s aan kunnen wijden.
In Jeruzalem heeft natuurlijk de moderne synagoge veel indruk gemaakt, waarin Marc Chagall de twaalf stammen van Israël in gebrandschilderd glas heeft uitgebeeld. Chagall is een van de grote inspiratiebronnen van Dick, naast zijn stoel ligt dan ook de Chagallbijbel met afbeeldingen van schilderijen en ramen van de meester, zoals je ook de Rembrandtbijbel en de Dorébijbel hebt. Ook Matisse is een inspiratiebron, zeker de verstilde kapel in Vence die Matisse op hoge leeftijd ‘aankleedde’. Als ik hem de uitspraak van Matisse voorleg: ‘alle kunst die de naam kunst waardig is, is religieus,’ dan gaat die uitspraak hem te ver. (Een uitspraak die geciteerd wordt door Ivo de Jong op zijn site www.krik.nl in een tekst over de kapellen van Matisse en Picasso in Zuid
Andere inspiratiebronnen zijn Giotto, de Italiaanse meester van de fresco’s in Assisi, en ook de Duitser Emil Nolde, een fauvist uit het begin van de twintigste eeuw. De franse schilder en glazenier Georges Rouault (tijdgenoot van Nolde), die met Chagall wel tot de grootste religieuze kunstenaars van de 20ste eeuw wordt gerekend, kent hij uiteraard wel, maar die vindt hij te somber en zwaarmoedig; en dat ben ik eigenlijk wel met hem eens.
Ter voorbereiding op ons gesprek had ik een uitdraai gemaakt van de lezing van Ivo de Jong over de schilder Alexej von Jawlensky. Bij deze lezing vertelt Ivo vóór de pauze over Jawlensky’s leven en werk en ná de pauze laat Ivo met zijn beamer een groot aantal ‘meditaties’ van Jawlensky zien, niet onderbroken door tekst maar achter elkaar, uitsluitend ondersteund door bijpassende muziek van o.a. Simeon ten Holt en Jan Gabarek. De verstilde gezichten van Jawlensky kent Dick Baauw wel, maar de kleine meditaties (soms niet groter dan een ansichtkaart) zijn nieuw voor hem en vindt hij buitengewoon indrukwekkend.
Voordat ik wegga laat hij me nog een boek zien dat hijzelf kort geleden cadeau heeft gekregen: een boek van de Friese kunstenares Aafke Holman: De Psalmen, een verklaring in kleur; een schitterend boek, waar in de kunstenares alle psalmen een voor een heeft voorzien van een verklaring in kleur (meest aquarellen). In één woord: schitterend. Zo hebben we aan het eind van het gesprek elkaar onverwacht ook nog van inspiratie voorzien!
Gepubliceerd in Ruimte en Mens & Tijd, april 2011. Zie http://www.vrijzinnigen.nl.