Paula Modersohn-Becker (1876-1907) kreeg tijdens haar korte leven geen erkenning als kunstenares. Zij stierf enkele weken na de geboorte van haar dochter Mathilde aan een embolie. In Duitsland werd het originele karakter van haar werk vanaf 1919 eindelijk onderkend. In dat jaar kwam Alte Bauernfrau in de collectie van de Kunsthalle in Hamburg. Maar in 1937 namen de nationaalsocialisten dit en ander werk van haar in beslag als onderdeel van hun streven om de zogeheten ‘ontaarde kunst’ uit Duitse openbare collecties te verwijderen. Het werd op de internationale markt verkocht voor $120. De Amerikaanse verzamelaar die het van een galerie kocht, doneerde het in 1958 aan het Detroit Institute of Arts.