Käthe Kollwitz(1867-1945) was een Duitse grafische kunstenares en beeldhouwster. Zowel haar socialistische vader als haar grootvader, theoloog en voorganger van de Vrije Congregatie, hadden een diepgaande en blijvende invloed op haar. In haar studentenperiode ontwikkelde Kollwitz een grote belangstelling voor de sociaaldemocratie en de vrouwenbeweging. Via haar werk protesteerde ze tegen de misstanden van haar tijd. Nadat haar zoon Peter was omgekomen in de Eerste Wereldoorlog, nam verdriet veroorzaakt door oorlog in haar oeuvre een belangrijke plaats in. In 1933 werd haar werk 'entartet' (ontaard) verklaard en werd zij door de nationaalsocialisten verdreven van de Berlijnse academie, waar zij sinds 1928 hoogleraar aan de grafische afdeling was. In 1936 kreeg zij een expositieverbod en daarna heeft zij alleen nog getekend en gebeeldhouwd. In haar late werk nam het afbeelden van moeder en kind een centrale plaats in.