Benedictijner monnik dom Hans van der Laan meende als veel tijdgenoten aan het begin van de 20e eeuw dat het voortzetten van de traditie, de neostijlen, niet meer mogelijk was. Er was een fundamenteel nieuwe aanpak nodig om de versleten vormen te vernieuwen. Met slechts enkele jaren architectuurstudie op zak wist Hans Van der Laan op eigen kracht een sluitende theorie te ontwikkelen. Hij beschreef deze in boeken, bewees het in enkele indrukwekkende bouwwerken, en inspireerde daarmee nieuwe generaties architecten tot op de dag van vandaag. Hans van der Laan ontwikkelde een nieuwe zienswijze op de kunst van het bouwen door terug te gaan naar de essentie. Gebouwen zijn volgens hem bedoeld als begrenzing van de natuurlijke ruimte, maar dan zo dat mensen zich vanzelf thuis voelen in die ruimte. Van der Laan ging uit van een matenstelsel of verhoudingenleer die past bij onze menselijke waarneming. Hij ontwikkelde en presenteerde zijn theorie aanvankelijk in het kader van de Cursus Kerkelijke Architectuur in Den Bosch. Deze cursus, die al spoedig de naam ‘Bossche School’ kreeg, bracht een kring van architecten en kunstenaars bij elkaar, die zich bedienen van het vormenidioom gebaseerd op het Plastische Getal, de door Van der Laan ontdekte verhoudingenleer. http://www.vanderlaanstichting.nl/index.php