Hans Holbein de Jonge (1497/8 – 1543) is een Duitse renaissancekunstenaar. Holbein was een veelzijdig artiest die niet alleen schilderde en tekende, maar ook boeken illustreerde, meubels en kostuums ontwierp en ramen brandschilderde. Deze zoon van de laatgotische schilder Hans Holbein de Oude werd geboren in Augsburg. Met zijn oudere broer Ambrosius trok Hans rond 1514 naar de handelsstad Bazel, waar ze onder meer houtsneden voor boekillustraties maakten (ook voor Luthers bijbelvertaling). Hans vervaardigde daarnaast portretten van vooraanstaande burgers. Rond 1517 maakte hij een reis naar Italië. Terug in Bazel schilderde Holbein portretten van de humanisten Amerbach en Erasmus; voor de laatste illustreerde hij Lof der zotheid met pentekeningen. In Bazel werd de vrijheid van de humanisten, waar Holbein zich verbonden mee voelde, steeds meer beknot door de Reformatie. De markt voor religieuze kunst werd aanzienlijk kleiner, waardoor Holbein minder opdrachten kreeg. Met een aanbevelingsbrief van Erasmus op zak reisde Holbein hierop in 1526 naar Engeland, waar hij de humanist Thomas More opzocht. Deze raakte onder de indruk van Holbeins werk en introduceerde hem aan het Engelse hof. Na een korte periode in Bazel, waarin hij overstapte op het hervormde geloof, vestigde hij zich in 1532 definitief in Engeland, waar hij onder meer werk verrichtte als hofschilder van koning Hendrik VIII. Kenmerkend voor zijn schilderwerk zijn de heldere, vaak wat koele kleuren en de hoge mate van detail.