Egbert Reitsma (Ulrum 1892 – Glimmen 1976) werkte na zijn eerste praktijkervaringen bij zijn vader en onderricht van de Groninger architect L. Drewes vanaf 1910 bij de Hilversummer architect en schilder Jacob London en van 1917 tot 1920 bij de vooraanstaande Rotterdamse architect Willem Kromhout, die zijn grote talent onderkende. Kromhouts visionaire architectuur heeft Reitsma gestimuleerd een eigen variant architectonisch expressionisme te ontwikkelen, zoals in zijn eerste grote ontwerp, de gereformeerde kerk in Kollum (1925). Van 1922 tot 1938 was hij lid van ‘De Ploeg’, o.a. als vicevoorzitter (1922) en secretaris (1922-1923). Verdere expressionistische ontwerpen zijn o.a. Parklaankerk, Groningen (1926, gesloopt 1989); gereformeerde kerken te Appingedam (1927), Renkum (1927), Weesp (1928, afgebrand 1968) en, als hoogtepunt, Andijk (1930). Soberder zijn Pelikaankerk, Leeuwarden (1931) en Noorderkerk, Bedum (1937). Onder de woonhuisontwerpen zijn twee dubbele villa’s, Nassaulaan 4/4bis-6/6bis, Groningen (1930). Belangrijkste niet-kerkelijke gebouw is het Noorder Sanatorium met directeurswoning, Zuidlaren (1935).