Cornelis (Cor) Wijker werd op 27 september 1890 in Egmond aan Zee geboren uit een geslacht van ambachtslieden. Afgezien van een leerperiode van drie jaar bij een timmerman, ontwikkelde hij zichzelf in de praktijk en werd uiteindelijk bouwkundig opzichter. Met Gerretje Zwier, waarmee hij in 1915 trouwde, kreeg hij drie zonen. Zij woonden in het door hemzelf ontworpen huis 'Carpe Diem'. Oorspronkelijk was Cor Wijker hervormd, maar werd later gereformeerd. Het houtsnijden was voor hem een aangename vrijetijdsbesteding, exposeren of verkopen deed hij niet. Na publicaties over zijn werk van Jan Engelman in De Tijd (1938) en na de oorlog door Kasper Niehaus, alsmede onder invloed van journalist Ab van Roon, kreeg hij in 1950, op zestigjarige leeftijd, zijn eerste expositie. Er werden dertig reliëfs van hem getoond in Kunstzaal 'Kunst van onze tijd' in Den Haag, die veel belangstelling trokken. Nadat Cor Wijker in 1951 een preekstoel voor de Gereformeerde kerk in Egmond aan Zee had gemaakt, kreeg hij veel opdrachten om (panelen voor) preekstoelen in andere kerken te maken. Naast Bijbelse voorstellingen, sneed hij ook reliëfs met wereldse onderwerpen, zoals strandjutters, vogels, menselijke figuren en reddingswerkers aan de zeekust. Toen H. M. Koningin Juliana in 1955 de Wieringermeer bezocht, bood Cor Wijker haar een van zijn werken aan, gebaseerd op het scheppingsverhaal. Hij exposeerde onder andere ook nog in de Amersfoortse Academie (1950), het Internationaal Cultureel Centrum in Amsterdam (1950) en Kunstcentrum Prinsentuin in Leeuwarden (1955). Daarnaast gaf hij lezingen met dia's over zijn werk. In 1965 kreeg Wijker de eremedaille in goud in de Orde van Oranje-Nassau. Verder werd hij ereburger van Egmond aan Zee. Cor Wijker stierf op 4 januari 1969, 78 jaar oud.