Kunstenaars
Krijger, Henk - door H.R. Rookmaaker
Grafisch werk van Henk Krijger
door H.R. Rookmaaker
Henk Krijger: Paulus in Efeze
In de toonzaal van Corvey Papiergroothandel aan de Keizersgracht 289 te Amsterdam, exposeert Henk Krijger met grafisch werk. In alle tijden hebben de kunstenaars de werkelijkheid op een hun eigen manier weergegeven; zij hebben altijd - ook de z.g. naturalisten – een bepaalde visie op de werkelijkheid gehad. Een compositorisch mooi stuk werkelijkheid zult u zelden of nooit in dit leven tegenkomen: de kunstenaar verandert en vervormt de natuur altijd zo dat er een esthetisch verantwoord geheel, dat als zodanig in de werkelijkheid niet gegeven was, ontstaat. Ook Henk Krijger, wiens werk een zeer eigen cachet bezit, “deformeert" de werkelijkheid, zet de dingen op een bepaalde manier in onderling verband neer, gehoorzamend aan esthetische wetten, zonder echter ooit uit het oog te verliezen dat de beeldende kunst de werkelijkheid moet weergeven en zo dus nooit de herkenbaarheid en verstaanbaarheid van hetgeen hij uitbeeldt opofferend.
Slechts een enkele maal kan men zeggen dat wat hij geeft zo in de werkelijkheid niet gevonden kan worden, maar het geheel is dan zo sterk van compositie en visie, werkt zo esthetisch overtuigend, dat deze vraag naar de “bestaanbaarheid” eigenlijk niet bij ons opkomt. Hij legt bij zijn werk sterk de nadruk op het decoratieve element. Daarin ligt zijn kracht en daardoor juist is zijn kunst zo geschikt voor het illustreren van boeken e.d. Men ziet hier o.m. de pentekeningontwerpen voor de verluchting van H. de Bruin’s Paulus in Efeze en A. Coolen’s Sprookjes voor grote mensen, die wij hier echter niet verder in detail zullen bespreken. Steeds treft ons de buitengewoon overtuigende, zeer persoonlijke stilering van de werkelijkheid waardoor zijn composities hun decoratieve en expressieve werking krijgen. Dit werk, hoewel niet los van de ontwikkeling der kunst in onze eeuw en niet zonder invloeden - maar welke kunst is dat wel? - neemt toch een eigen eervolle plaats in tussen onze hedendaagse kunst.
Gepubliceerd in Trouw 18, 2, 1949