Chagall, Marc - BM - Willem de Vink
Marc Chagall: Besaleël
Gods kunstenaar
door Willem de Vink
Besaleël is de kunstenaar uit het Bijbelboek Exodus die de tabernakel ontwierp en met hulp van talentvolle assistenten uitvoerde. De tabernakel was een grote mobiele tent, de plaats waar God bij zijn volk wilde zijn. Het ging om een goed uitgedokterd en prachtig ontworpen kunstobject, dat eerst met het volk Israël meereisde en daarna een prominente plaats kreeg in het beloofde land. De tempel die Salomo ruim vierhonderd jaar later in Jeruzalem liet bouwen werd hier ook weer nauwkeurig van afgeleid. De Israëlieten maakten uiteindelijk 1500 jaar gebruik van het werk van Besaleël en we kijken er nog steeds naar om in het bouwwerk, de objecten en de rituelen te ontdekken hoe God vandaag bij ons wil zijn.
Marc Chagall beeldt in zijn tekening Besaleël uit met allerlei sprekende details. Je ziet de kunstenaar zitten, wat betekent dat hij vanuit rust aan het werk is. Hij rust in Gods genade, zou ik zeggen. Hij houdt zijn gezicht van zijn kunstwerk afgekeerd; ik denk omdat hij tijdens het werken met God in verbinding wil staan. Dat idee wordt versterkt door de goudgele baan, die van links beneden over de hele afbeelding tot rechts boven loopt. Dat geel spreekt van de hemelsferen waar de kunstenaar met zijn hoofd in verblijft. Je ziet daarom een tweede (geestelijk) oog buiten zijn lichaam, dat met de lichtbaan mee omhoog kijkt. Besaleël weet van zijn roeping, want de hemelse gloed raakt zijn hart en ook zijn opgerichte rechterhand, die hij dienstbaar aanbiedt.
Aan de andere kant is links bovenin de tekening nog een geel vlak aangebracht. Daarin vliegt een gekroonde vogel met vlammende vleugels op Besaleël af. De kunstenaar heeft zijn rechteroor naar het dier toegekeerd. Hij vangt de geheimen op die de hemelse boodschapper hem in het oor fluit. In de vogel zie ik de heilige Geest, die de verbinding aanbrengt tussen hemel en aarde.
Parallel aan de gele baan loopt eronder een blauwe baan door de voorstelling. Hij raakt de instrumenten die de kunstenaar in zijn linkerhand houdt. Besaleël heeft ze zo losjes vast, dat ze wel door het blauw bewogen zullen worden. Ik zie er de werking van Gods Geest in, die ook uit het binnenste van de kunstenaar stroomt.
Onder de gele en de blauwe baan heeft Chagall een groene baan geschilderd, die ongetwijfeld de aarde en het aardse leven symboliseert. De kunstenaar zit met zijn voeten op een verbrokkelde aarde. Hij zweeft er met zijn bovenlijf een beetje boven.
Verplaatsen we onze aandacht naar de linkerhelft van de litho, dan zien we een grote kandelaar staan. Die heeft vijf armen: het getal van Gods genade. Ze zijn gevuld met kaarsen, die Gods eeuwige licht verspreiden.
Boven de kaarsvlammen zien we twee figuren: leeuwen met koppen van mensen. Het gaat om een man en een vrouw die zich naar elkaar toe buigen. De twee leeuwen zijn verbonden door één kroon. In de Psalmen worden man en vrouw als gekroonde koning en koningin voorgesteld. Boven die twee zien we zegenende handen uitgespreid. Als de hogepriester in het allerheiligste God had ontmoet, kwam hij naar buiten om het volk te zegenen. Zo werd het verbond tussen God en mensen bevestigd. Het gordijn is in een punt van het tentdak bijeengebracht in een pijnappel, beeld van vruchtbaarheid. De heilige verbondstent van Besaleël is hier door Chagall verbeeld als een choepa, de baldakijn waaronder het Joodse huwelijksverbond wordt gesloten. Er worden een man en een vrouw met elkaar verbonden op de plek waar God zich met zijn volk verbindt.
Bovenin de plaat zien we in het midden een enorme zon. Deze knalrode vorm trekt in de voorstelling de meeste aandacht. De zon symboliseert Gods eeuwigdurende liefdesverbond met mensen. Er staat een Davidsster in getekend. Die bestond nog niet in de tijd van de tabernakel, maar Chagall bracht hem als Jood graag in zijn werk aan. Dit symbool toont met zijn twee driehoeken ook weer de verbinding tussen hemel en aarde, het thema dat dit hele werk beheerst. Op de ster zijn de edelstenen van de twaalf stammen van Israël geschilderd, die op het borstschild van de hogepriester voor Gods aangezicht werden gebracht. Het wil zeggen dat Gods aandacht naar iedereen uitgaat, niemand uitgezonderd. Daarbinnen staat Gods naam gekalligrafeerd: JHWH, wat betekent 'Ik Ben' – of liever actiever: 'Ik zal er zijn.'
En dat is dan ook precies de kern van wat Besaleël doet: hij creëert een ontmoetingsplaats voor God en mensen. Wie dat zo tot uitdrukking weet te brengen in een kunstwerk dat zo lang meegaat, moet wel een groot kunstenaar zijn. Daarbij is Besaleël ook de eerste die de bron en de bedoeling van het kunstenaarschap in zijn werk zichtbaar maakt. Daarom is hij wat mij betreft de grootste van alle kunstenaars.
*******
Marc Chagall: Besaleël, 1966, kleurenlithografie uit de serie 'Het verhaal van de uittocht'.
Marc Chagall (1887-1985) is een van oorsprong Russische kunstenaar. Hij werd in zijn werk beïnvloedt door zijn afkomst, het Russische getto Vitebsk en zijn Joodse achtergrond. Zijn stijl werd beïnvloedt door het kubisme, fauvisme en surrealisme.
Willem de Vink (Utrecht, 1957) is een Nederlandse schrijver van christelijke boeken, tekenaar en prediker. Hij behoort tot de pinksterbeweging. https://willemdevink.nl
ArtWay beeldmeditatie 2 januari 2022