De Cordier, Thierry - BM - Koenraad De Wolf
Thierry De Cordier: Kapel van het Niets
Vanuit de leegte op zoek naar rust en harmonie
door Koenraad De Wolf
In de tuin van het psychiatrisch centrum Sint-Norbertus in Duffel bouwde De Cordier zijn Kapel van het Niets. Die is een geschenk van de vzw Emmaüs aan de congregatie Convent van Betlehem, de zusters die sinds 1652 instonden voor de opvang van psychiatrische patiënten. Toch was de concretisering niet evident. ‘Aanvankelijk dachten wij aan een stille ruimte ten behoeve van onze patiënten en personeelsleden,’ verduidelijkt technisch directeur Luc Pelgrims.
De kunstcel van de voormalige Vlaamse Bouwmeester bOb Van Reeth bracht Pelgrims in contact met kunstenaar Thierry De Cordier. Deze artistieke duizendpoot verwierf naam en faam als schilder, beeldhouwer, tekenaar, graficus, dichter-filosoof en bouwer van installaties en environments. De thema’s van het ‘schuilen’ en het ‘onderdak zoeken’ komen met de regelmaat van een klok terug in zijn werk.
‘De Cordier was meteen laaiend enthousiast,’ herinnert Pelgrims zich. ‘Hij liep al een aantal jaren rond met het idee om boven op een berg een kapel voor één persoon te bouwen.’ In plaats van een ‘verwarmd’ lokaal voor groepsgesprekken met een toilet en spreekkamer maakte De Cordier, op basis van de verhoudingen van de gulden snede, een uitgepuurde ruimte in de open lucht van zowat vier meter breed, tien meter lang en zeven meter hoog. Hoewel die is ontdaan van iedere religieuze verwijzing, voelt ze sterk religieus aan. De kunstenaar noemde haar dan ook een kapel.
Tegen de achterwand staat op een blauwarduinen sokkel – die afkomstig is van het voormalige klooster – de bijna transparante witte Muur van het Niets: een monumentaal verticaal vlak dat door het dak heen loopt. Iedere bezoeker kan aan dat symboolvlak, dat als vanzelf naar het kosmische of het transcendente verwijst, een eigen betekenis geven. ‘Die witte muur staat voor de verbinding met het niet-wereldse, zeg maar de laatste vragen,’ vertelde de kunstenaar daarover.
Voor de witte muur staat een met zwarte stof omwikkelde verticale paal, die naar een rechtopstaande mens of een kruisvorm verwijst. Want deze ‘lege’ ruimte biedt de bezoeker geen enkel houvast. De Cordier daagt hem uit om vanuit de stilte of het Niets op zoek gaan naar rust, harmonie en vervulling. En die aanpak is effectief. Wie de tweehonderd kilo wegende deur achter zich toetrekt, wordt op prangende wijze met zichzelf geconfronteerd. Dat gevoel wordt nog versterkt doordat het deels open dak ieder geluid van buitenaf – de vogels die fluiten of de voorbijrijdende treinen – versterkt. ‘Om vol te worden, moet je de leegte vinden,’ zei Bernardus van Clairvaux ooit.
Deze aan de buitenkant met pek beschilderde betonnen doos staat in de ‘groene long’ van de ziekenhuiscampus, boven op een wandelpad. Wie daar wil binnen gaan moet, zoals bij de Kaaba in Mekka, een omweg maken. De ingangsdeur staat tegenover een zoeterig 19de- of begin 20ste-eeuws beeld van Onze-Lieve-Vrouw van de Rozenkrans in Saint-Sulpice-stijl. De interactie met de kapel van De Cordier is groot. ‘Ik heb dat beeld daar altijd weten staan,’ legt Pelgrims uit. ‘Maar door de opstelling van de kapel wint dat beeld nog aan kracht. Het lijkt alsof Maria iedereen die de kapel in- en uitgaat aankijkt.’
In de open kapelruimte regent het letterlijk binnen en liggen ook herfstbladeren. Op de zijmuren is de groenaanslag al zichtbaar. ‘Alleen de Muur van het Niets wordt ieder jaar opnieuw wit geschilderd,’ stelt Pelgrims. ‘Bij de andere muren – die erop voorzien zijn vocht te kunnen opnemen – zal de natuur haar gang gaan.’
Welke zijn de eerste reacties? ‘De zusters zijn alvast enthousiast. Zij komen hier ook regelmatig bidden,’ vervolgt Pelgrims. “Toch besef ook ik dat dit geen evident werk is. Daarom komt er voor de bezoekers – de kapel is iedere werkdag in de namiddag open – een begeleidende tekst. Ook voorzien wij een begeleide wandeling voor de patiënten. Die vertrekt steevast bij de ingang van het ziekenhuis. Want de formule, waarbij je fysiek en mentaal een weg moet afleggen alvorens je bij de kapel komt ‘werkt’ ook.”
*******
Thierry De Cordier: Kapel van het Niets, Duffel, 2007, ca. vier meter breed, tien meter lang en zeven meter hoog, De Kapel van het Niets in het psychiatrisch centrum Sint-Norbertus in de Stationsstraat in Duffel is toegankelijk van maandag tot vrijdag van 12.30 tot 16.30 uur.
Thierry De Cordier (Oudenaarde, 1954) is een Vlaams-Belgische beeldend kunstenaar, schilder, beeldhouwer, tekenaar, graficus, dichter-filosoof en bouwer van installaties en environments. In 1997 verhuist hij naar het Franse Auvergne. De Cordier koestert een romantisch kunstenaarschap en beseft tegelijk hoe wereldvreemd dat geworden is. Je vindt in zijn werk motieven als de vlucht uit wereld, de eenzaamheid (geïsoleerde observatiepost in de natuur) en het verlangen een individu te zijn. Zijn Weltschmerz uit zich in overwegend donkere kleuren (blauw, grijs en vooral zwart). De getormenteerde tekeningen – met krioelende lijnen – tonen plantaardige, landschappelijke en organische elementen die in elkaar overgaan. Voor zijn sculpturen gebruikt hij o.a. afvalmateriaal (verweerde houten balken, ijzer, isolatoren, mensenhaar), gips, leisteen en teer. Hij maakt er raadselachtige constructies mee, die soms de gestalte aannemen van een mens of dier.
Koenraad De Wolf (1956) is een Belgisch historicus en publicist. Hij publiceerde meerdere boeken over hedendaagse religieuze kunst. Meer info vindt u op www.koenraaddewolf.be.
ArtWay beeldmeditatie 4 juli 2021