De mythe over de kunstenaar - Beat Rink
DE MYTHE OVER DE KUNSTENAAR
door Beat Rink
Annibale Gatti: Karel V raapt het penseel van Titiaan op (1858)
De spons van Protogenes, het penseel van Titiaan…
In hun boek Die Legende vom Künstler (1934) laten Ernst Kris en Otto Kurz met een fascinerende stroom anekdotes zien hoe er talloze mythen en legenden zijn ontstaan over kunstenaars. Bijvoorbeeld: de antieke Griekse schilder Protogenes probeerde een hond met een schuimende bek te schilderen. Het wilde maar niet lukken. Hij werd boos en gooide een spons naar het doek. En zie: daar was ineens een perfecte afbeelding van schuim. Of deze: Toen Karel V de schilder Titiaan in zijn atelier bezocht, zag hij een penseel op de grond vallen. De keizer bukte zich snel om hem op te rapen.
Andersom was de schilder Hans Holbein juist niet zo beleefd in zijn omgang met een adellijk heerschap. In conflict gekomen met een graaf die zich toegang wilde verschaffen tot zijn atelier, en vooral tot de vrouw die daar aan het poseren was, gooide hij die graaf de trap af. Toen de koning ervan hoorde, nam hij het voor Holbein op met de woorden: ‘Ik kan in één dag zeven boeren tot graaf maken, maar uit zeven graven niet één Holbein.’
Wat hebben deze verhalen met elkaar gemeen?
Het zijn allemaal bouwstenen van ideeën over of beelden van kunstenaars en kunst die al eeuwen bestaan en die van generatie op generatie zijn overgeleverd. In alle gegeven voorbeelden speelt het thema dat er iets ‘speciaals’ om de kunstenaar en zijn werk hangt. Zelfs het toeval helpt zijn werk vooruit. En de kunstenaar komt hoger dan het wereldlijk gezag te staan; zelfs de koning en de keizer achten hem hoog.
Wat Kris en Otto laten zien is ook dit: soms wordt het beeld van de kunstenaar zo dominant dat de kunstenaar zich daaraan gaat oriënteren en ernaar gaat leven. Michelangelo was de eerste die ‘de goddelijke’ werd genoemd – il Divino. ‘Goddelijkheid’ wordt sindsdien vooral aan prima donna’s toegeschreven. Zo kregen we de diva: een vrouw die niet alleen goddelijk zingt, maar ook optreedt als een godin.
Onze hele cultuur is doortrokken van ideeën over hoe kunstenaars (moeten) zijn. En dat roept de vraag op: wat voor invloed hebben die ideeën op ons handelen en leven als kunstenaar? Vormen ze prikkels om door te werken? Goed! Zijn ze een last en een keurslijf? Slecht! Veel kunstenaars hebben de ervaring dat beelden die anderen op hen projecteren een beperking voor hen zijn en hun ontwikkeling hinderen – en dat ze de sporen daarvan levenslang meedragen.
Om dit met nog een voorbeeld te illustreren: sommige grote kunst ontstaat uit momenten van wanhoop, wanneer het leven ontregeld is. De kunstenaars die iets groots wil scheppen stelt zich dan voor: gelukkig en onbezorgd zijn, dat mag niet. Mijn leven moet wat meer ontregeld zijn!
Een merkwaardige fout
Onlangs had ik een belevenis die voor mij bijna een parabel was. Ik opende een sociologisch boek dat ik via de post had laten komen. Het heette De moderne kunstenaar. Vol verwachting begon ik te lezen. Maar het boek bevatte iets volkomen anders. Vreemd: de titel en de inhoud hadden niets met elkaar te maken! Een merkwaardige fout van de drukkerij, zo meldde de uitgever in antwoord op mijn vraag. Het etiket moderne kunstenaar heeft zo vaak niets te maken met de echte inhoud van ons leven. We menen zo vaak volgens een ‘kunstenaarsmythe’ te moeten leven om aan de vreemde verwachtingen van anderen te voldoen. Dat leidt tot dwangmatig handelen en remt de creativiteit. Maar we zijn geroepen om datgene te worden waartoe God ons geschapen en geroepen heeft!
Hoe worden we vrij?
Een begin kan zijn dat we gaan handelen naar Romeinen 12:2 waar staat: ‘U moet uzelf niet aanpassen aan deze wereld, maar veranderen door uw gezindheid te vernieuwen, om zo te ontdekken wat God van u wil en wat goed, volmaakt en hem welgevallig is.’
Paulus wil dat we over de wereld nadenken (ook over de beelden die anderen op ons projecteren) en tot een nieuwe, op God en zijn wil georiënteerde manier van denken komen. Laten we nadenken over wat God ons geven wil en ons daardoor laten veranderen (wat uiteindelijk alleen mogelijk is met hulp van de Heilige Geest). Dan zullen de oude beelden meer en meer hun kracht verliezen. Wijzelf zullen daardoor meer vrijheid krijgen en een door God geschonken bewustzijn van onze persoonlijke roeping krijgen. En ook nieuwe vreugde in het kunstenaarschap!
Misschien is het een idee om eens een stuk papier te nemen en daarop te schrijven welke beelden van de kunstenaar ons nog negatief beïnvloeden en wat er in de zin van Romeinen 12:2 tegen te doen is.
***
Beat Rink is geboren in Bazel, Zwitserland. Hij behaalde twee masters aan de Universiteit van Bazel in literatuur/geschiedenis en theologie en is dominee in de Zwitserse Reformierte Kirche. Hij is medeoprichter van Crescendo (http://www.crescendo.org) en Arts+ (http://www.artsplus.ch). Hij werkt als leider van Crescendo International en heeft verschillende boeken geschreven.