Reitsma, Egbert - BM - Kees van der Ploeg
Egbert Reitsma: Kerk Andijk
Exuberantie in gereformeerd Andijk
door Kees van der Ploeg
Wie gereformeerde kerkgebouwen associeert met soberheid, zal in Andijk vreemd opkijken: deze kerk, ontworpen door de Groninger architect Egbert Reitsma (1892-1976) en voltooid in 1930, is zowel in- als uitwendig een buitengewoon expressief bouwwerk. Reitsma’s ongewone ideeën over ruimte, materiaalgebruik en kleur sloegen aan bij zijn geloofsgenoten. Dat komt mogelijk ook doordat het gereformeerde volksdeel in deze jaren op het toppunt van zijn maatschappelijke invloed stond. Die ging ver uit boven zijn numerieke betekenis.
In het religieuze landschap van Noord-Holland, waar vrijzinnigen en katholieken domineerden naast een voor die tijd behoorlijk grote groep onkerkelijken, vormde Andijk een gereformeerde enclave, waarin bollenkwekers de toon aangaven. Het ging hun voor de wind, zodat voor het nieuwe complex van kerkgebouw, zalen, pastorie en kosterswoning een ruim budget beschikbaar was, althans tijdens de ontwerpfase in 1928-1929. Toen het op de uitvoering aankwam, was de internationale economische teruggang, die in 1929 met de beurscrisis van New York was begonnen, inmiddels ook merkbaar in de teruglopende exportmogelijkheden voor de Andijker kwekers.
Van deze onvoorziene tegenslag dreigde vervolgens de toren het slachtoffer te worden, waarop de architect met een reeks bezuinigingen op de begroting kwam. In de onderhandelingen met de opdrachtgevers bood hij zelfs aan voor wat betreft de toren van zijn honorarium af te zien, terwijl hij ook nog een bedrag van duizend gulden aanbood om zijn architectonische droom te realiseren. Het is goed mogelijk dat uiteindelijk vooral op materiaalkosten is bezuinigd, waardoor de kwaliteit van de betonconstructie op de lange duur te wensen overliet – dat althans doet onderzoek voorafgaand aan de recente restauratie (2015) van het bouwwerk vermoeden.
Het ontwerp overtreft alle eerdere kerkgebouwen die Reitsma in de loop van de jaren twintig had gerealiseerd, zowel naar omvang (een kerk met twaalfhonderd zitplaatsen) alsook in de architectonische uitwerking. De architect heeft de wat excentrische ligging in het dorp, niet ver van de voormalige Zuiderzee, ten volle uitgebuit door het gebouw van steile daken en een slanke torenspits te voorzien, waardoor het van verre te herkennen is. Binnen is het een en al kleurigheid, waardoor de op zichzelf al bijzondere ruimtewerking met hoog oprijzende gewelven nog verder wordt versterkt. Het is begrijpelijk dat men de kerk in West-Friesland – half-bewonderend en half-afgunstig? – al snel de ‘gereformeerde kathedraal’ noemde: het gebouw heeft onmiskenbaar iets triomfantelijks.
Het driehoekige raam in de gelijkvormige kerkgevel voorziet de kerkruimte van boven van kleurig, indirect licht. De kerkzaal krijgt verder daglicht door smalle verticale raamstroken die over vrijwel de gehele muurhoogte in de hoofdbeuk zijn aangebracht. Alle zichtlijnen zijn nadrukkelijk op de kanselwand gericht, die recht tegenover de hoofdingang ligt. Deze opzet gaat mogelijk terug op de voorkeur van Abraham Kuyper, rond 1900 de grote voorman van de gereformeerden. In een reeks artikelen, die in 1911 onder de titel Onze Eeredienst werden gebundeld, heeft hij – nogal uitzonderlijk in zijn kring – ook aan allerlei aspecten van het kerkgebouw aandacht besteed.
Na de restauratie in 2015
Het orgel heeft een voor deze jaren karakteristieke open pijpopstelling naar ontwerp van de architect, zodat het zich geheel voegt in het lijnenspel van de ruimte. Daarbij is overigens gebruik gemaakt van pijpmateriaal uit het instrument dat in 1892 voor de voorafgaande kerk was gebouwd. De kansel is in de jaren zestig aangepast aan de wens naar lichtere kleuren. Bij de in 2015 voltooide restauratie is daarentegen de oorspronkelijke, donkerder kleurstelling van het interieur zoveel mogelijk hersteld. Wel is om redenen van praktische bruikbaarheid het vergrote podium gehandhaafd, waarop een nieuwe avondmaalstafel en een nieuw doopvont zijn geplaatst.
Het gewelf is aan de onderzijde beschilderd met kleurige geometrische motieven die naar boven tot langs de kanten uitlopen. Nog voor de officiële ingebruikneming heeft de kerkenraad deze kleurigheid door een transparante wittige overschildering laten temperen – kennelijk vond men Reitsma in dit opzicht artistiek toch iets te radicaal. Bij de recente restauratie zijn de kleuren in hun oorspronkelijk bedoelde, maar in feite nooit zo geziene helderheid hersteld.
De smalle vensters zijn voorzien van een doorlopend programma in kleurig glas in lood, door Reitsma ontworpen. Te zien zijn sterk gestileerde voorstellingen, zoals een stolpboerderij, een ploegende boer, een schip, een vuurtoren, een fabriek en een zeppelin; ze verwijzen naar landbouw, handel, scheepvaart en industrie. Deze min of meer symbolische beeldmotieven worden afgewisseld met landschappelijke elementen. Als een opvallende eigentijdse variant op de traditionele lichtkroon heeft Reitsma een verlichtingselement ontworpen dat met glimmende bollen vanuit de kap neerhangt.
In een terugblik aan het eind van zijn leven beschouwde Reitsma de kerk van Andijk als het hoogtepunt van zijn architectonisch kunnen. Met zijn kerkontwerpen uit het interbellum heeft hij een geheel eigen protestantse art déco tot stand gebracht.
*******
Egbert Reitsma: Gereformeerde kerk Andijk, 1930.
De kerk is in juni op donderdag geopend van 14.30 - 16.30 uur. In juli en augustus op dinsdag en donderdag van 14.30 -16.30 uur. Gratis toegang!
Overgenomen: bovenstaande tekst is met toestemming overgenomen uit Marc de Beyer, Albert Reinstra en Pia Verhoeven (red.): Kerkinterieurs in Nederland, WBooks i.s.m. Museum Catharijneconvent Utrecht en Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, 2016. De tekst werd geschreven door Kees van der Ploeg. Marleen Hengelaar-Rookmaaker heeft de tekst hier en daar ingekort.
Egbert Reitsma (Ulrum 1892 – Glimmen 1976) werkte na zijn eerste praktijkervaringen bij zijn vader en onderricht van de Groninger architect L. Drewes vanaf 1910 bij de Hilversummer architect en schilder Jacob London en van 1917 tot 1920 bij de vooraanstaande Rotterdamse architect Willem Kromhout, die zijn grote talent onderkende. Kromhouts visionaire architectuur heeft Reitsma gestimuleerd een eigen variant architectonisch expressionisme te ontwikkelen, zoals in zijn eerste grote ontwerp, de gereformeerde kerk in Kollum (1925). Van 1922 tot 1938 was hij lid van ‘De Ploeg’, o.a. als vicevoorzitter (1922) en secretaris (1922-1923). Verdere expressionistische ontwerpen zijn o.a. Parklaankerk, Groningen (1926, gesloopt 1989); gereformeerde kerken te Appingedam (1927), Renkum (1927), Weesp (1928, afgebrand 1968) en, als hoogtepunt, Andijk (1930). Soberder zijn Pelikaankerk, Leeuwarden (1931) en Noorderkerk, Bedum (1937). Onder de woonhuisontwerpen zijn twee dubbele villa’s, Nassaulaan 4/4bis-6/6bis, Groningen (1930). Belangrijkste niet-kerkelijke gebouw is het Noorder Sanatorium met directeurswoning, Zuidlaren (1935).
Literatuur
K. Nierop, J. Trompetter, Strijd en zegen. Gedenkboek ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan (1839-1961) der Gereformeerde kerk van Andijk, Andijk 1961.
K. van der Ploeg (tekst), T. Krijgsman (fotografie), Egbert Reitsma architect 1892-1976. Meester in baksteen, Leeuwarden 2014.
Dr. C.P.J. (Kees) van der Ploeg is docent aan de Rijksuniversiteit Groningen en de Radboud Universiteit Nijmegen. Zijn expertise is architectuurgeschiedenis van de Middeleeuwen en van de 19de en 20ste eeuw en Cultureel Erfgoed.
ArtWay beeldmeditatie 3 juni 2018