Muilwijk, Janpeter en Katja Bosch - J. Muilwijk
Om Mattia
door Janpeter Muilwijk
Over de schilderijententoonstelling ‘Om Mattia en de Anderen, Zelfdoding, Compassie, En verder’ van Janpeter Muilwijk en Katja Bosch van 10 september – 12 november 2017 in de Domkerk te Utrecht.
Dood. Deze tentoonstelling is er om Mattia, Julia Mattia. Haar naam betekent Jeugdig, Geschenk van God. Zij stierf op 1 oktober 2015 door zelfdoding na een intens leven van begaafdheid, liefde en ziekte. De stemmen die haar tergden sloegen toe op een moment in haar leven dat zij krachtig leek. Zij was net 26 jaar oud. Haar dood, de zelfdoding van een kind, of van een naaste, doet het eigen bestaan op zijn grondvesten wankelen.
Kunst. Ik nam een sabbatical. Kan ik nog wel kunst maken, en als ik dat toch ga doen, mag het dan over onze verloren dochter gaan? In die afgezonderde tijd kwam er ruimte. Het verbeelden biedt mogelijkheden om dingen te zeggen die niet in woorden te vatten zijn. Ik begon kleine schilderijen te maken over het kind ons gegeven met als thema ‘Blessed by a child’. Ben je nog steeds gezegend met een gestorven kind? Een volgend schilderij, ‘Mijn eerste versluiering’, gist naar haar nieuwe staat. Hoe zit het met de ziel? Het schilderen werkte helend.
Janpeter Muilwijk: Mijn eerste versluiering
Groter. De psycholoog Rens Hendriks had ons al ruim voor Mattia's dood duidelijk gemaakt dat het leven meer dimensies kent. Dimensies die ons beperkte en lineair beleefde bestaan van geboorte naar dood ver overstijgen. Nu kwamen ook anderen heldere dromen en inzichten brengen die dat bevestigden. Het werd mij duidelijk dat ik altijd maar een stukje van het veel grotere geheel had gezien.
Spiegel. Katja was nog niet teruggekeerd naar haar drukke baan. Zij was kort voor Mattia's dood weer gaan schilderen. Nu had zij tijd om dit schilderen in te zetten om haar gedachten en gevoelens te ordenen. De schilderijen tonen je iets wat je tevoren niet kunt bedenken. Ze werken als een spiegel voor de ziel. Ze laten zien hoe het met je gesteld is. Ze zijn constructief, zelfs als een werk destructief geschilderd lijkt. De tunnel van dood, het zuigende gat en het toch weten van licht zijn onderwerpen die zich bij Katja aandienden. In haar laatste schilderijen heeft zij de verf nog donkerder gemaakt en nog zwaarder aangezet. Het leek of zij daar toen pas de ruimte voor kreeg. Het werden emotionele schilderijen die tegelijkertijd beheerst zijn. Donker, maar niet hermetisch – er gloort altijd licht. Het zware doek is neergelaten, maar het licht erachter is blijven branden.
Katja Bosch: Zonder titel 6
Schuld. Een niet-religieuze vriendin wees mij op het christelijke dogma van de vergeving van zonden. Het gaf ruimte. Dat ik heb gefaald als vader, dat ik mijn dochter niet voor deze daad heb kunnen behoeden, wordt mij niet aangerekend. Onvoorwaardelijke genade. Zo bezien geldt die opluchting iedereen, ook mij en mijn dochter. Het overstijgt de vage hoop. Gaandeweg werd het een zekerheid dat het goed is met Mattia, dat haar ziel de kalmte heeft die zij in haar leven niet had. Een zekerheid dat de heldere dromen en inzichten van anderen en mijzelf de ultieme werkelijkheid laten zien.
Gelaagd. Met ‘Mijn eerste versluiering’ had ik nog niet genoeg geschilderd over die andere dimensie. Ik besloot om zeven ‘Versluieringen’ te maken, die allemaal andere aspecten van mijn beeld van Mattia vertolken. Het bood troost om iets moois te maken en het kant van de jurken minutieus te schilderen. Maar ook het verdriet bleef, soms maar even en bij tijden allesoverheersend. Ik leerde het verdriet te accepteren, me ermee te verbinden en het kalmeerde om te weten dat wij altijd verbonden zullen blijven. Met het toestaan van deze diepe emotie kwam er ook ruimte voor diepere gelaagdheid in andere emoties. Groot verdriet kan tegelijk bestaan met groot geluk en een intense beleving van het leven. Ook over verdriet, het lijden als onderdeel van het aardse leven, moest ik schilderijen maken. Diepe, donkere schilderijen van het dode lichaam op de aarde, steeds verder weggeschilderd tot er een zwarte vlakte overblijft. En die verruimen met passiebloemen en de oneindige sterrenhemel vanuit het vertrouwen dat dit niet het einde is.
Sprong. Om werken voor deze tentoonstelling te schilderen, verbleven we een tijd in Ierland. Op de eerste ochtend daar werd ik wakker met de titel ‘Der Tod und das Mädchen’ in mijn hoofd. Een schilderij van een meisje dat over een graf heen springt. Ik maakte het in 1997 toen ik met Mattia naar de begrafenis van mijn grootvader was geweest. Een groot contrast: een oude, gestorven man en een springlevend meisje. Nu maakte ik een tweeluik met dezelfde titel. De situatie leek nu zo anders, maar door alles wat in de afgelopen twee jaren duidelijk is geworden, is dit nieuwe beeld toch naar dat oude beeld terug gekanteld: een springlevende ziel, die de stap over de dood gemakkelijk kan maken.
Janpeter Muilwijk: Das Mädchen
Bij elk schilderij is er het bewustzijn dat dit slechts beperkte menselijke beelden zijn die een onzegbare en onafbeeldbare werkelijkheid proberen te raken. Een werkelijkheid die alle verbeelding te boven gaat: het weten dat wij deel uitmaken van God.
Dank. Wij willen de Domkerk bedanken voor de moed om ons te stimuleren een tentoonstelling over dit onderwerp te maken en voor de vrijheid die wij kregen om haar te realiseren. Deze sacrale ruimte, waar al eeuwen over de grote vraagstukken van leven en dood en de plaats van God daarin wordt nagedacht, is de juiste plaats om deze beelden te tonen en deze ervaringen te delen.
Citaat. ‘Het eigenlijke leeft in het binnenste van de ziel,’ Meester Eckhart (1260–1328). Ja, laag voor laag afpellen, daaronder zakken en telkens verder, telkens dieper. Daar wil ik zijn. In het binnenste van mijn ziel. Want daar weet ik mij opgenomen en omvat door God. Zo intiem dat daarvoor geen andere plek is. Hier leeft het eigenlijke. Hier leef ik, zoals ik ten diepste ben. En hier leeft God. Niet als twee onderscheidenheden, God en ik, maar als een en dezelfde. Als oorsprong. Als doel.
En het lééft, het eigenlijke leeft! Het ís niet alleen, het ligt niet, het staat niet – het leeft. Het tintelt en bruist, het straalt en het popelt, het wil groeien en zich ontwikkelen. Toe maar, groei maar. Word maar groter. Vul mijn ziel, doorstraal alle lagen van mijn wezen totdat je aan de buitenkant zichtbaar wordt. Straal vanuit mijn binnenste, door alle lagen heen, naar buiten en verlicht de wereld om mij heen. Alles, alles wordt gevat in dat prachtige gouden licht. Opgenomen en doordrongen. En daardoor Eén.
Uit: Marga Haas: God en ik wij zijn één, veertig dagen met Meester Eckhart, 2015.
*******
Afbeeldingen:
1. Janpeter Muilwijk, Mijn eerste versluiering, 2016, olieverf op linnen, 75 x 55 cm.
2. Katja Bosch, Zonder titel 6, 2017, acryl op doek, 50 x 50 cm.
3. Janpeter Muilwijk, Das Mädchen, 2017, olieverf op linnen, 150 x 100 cm. (bovendeel tweeluik)
Uit het persbericht: Na het overlijden van hun dochter Mattia zijn Katja Bosch en Janpeter Muilwijk schilderijen gaan maken over het gat dat haar zelfdoding in hun leven sloeg. In dezelfde tijd overkwam hen de troost van het weten van de onvergankelijkheid van haar ziel. In abstracte schilderijen (Katja Bosch) en in de serie ‘mijn versluiering’ (Janpeter Muilwijk) tasten zij dit af. Met deze beelden en in woorden en muziek willen zij die ervaringen delen.
Dit project is er niet alleen ‘Om Mattia’, het geldt ook ‘de Anderen’. Dat zijn de andere suicidanten en hun nabestaanden. Familie en vrienden blijven na een zelfdoding vaak met schuldgevoelens of wrok worstelen. Ook bij Muilwijk en Bosch deed de zelfdoding van hun kind, het doel en de zin van hun eigen bestaan op zijn grondvesten wankelen. Mattia’s grote kwetsbaarheid, haar psychisch lijden, werd voor hen inzichtelijker door alles wat zij in de jaren van haar ziekte had opgeschreven. De dapperheid waarmee zij dat had doorstaan bracht begrip voor haar daad. Dit lijden had haar uitgeput. Zij kon haar liefde groots geven en was blij om die van anderen te ontvangen. Toch zag zij geen andere dan deze uitweg. Dit eenzame lijden is de overeenkomst met de anderen die hun leven zelf beëindigen. Ook zij zagen geen andere mogelijkheid dan dit te doen, terwijl de mensen om hen heen dit vaak wel denken te weten.
De steun die Muilwijk en Bosch na de dood van Mattia hebben ervaren en het maken van kunst brachten hen in een nieuwe modus. De dromen, beelden en signalen die zij kregen namen zij serieus. Ook andere mensen, vanuit allerlei achtergronden, brachten die naar hen toe. Langzaamaan kantelde hun lineaire perceptie van het aardse leven. Zo kwamen zij, naast het grote gemis van hun dochter, gaandeweg bij het weten van onze kern, ons onvergankelijke Zijn.
In de tentoonstelling is een ‘Gedenkwerk’ opgenomen waar lotgenoten de naam en hun verbondenheid met hun aan zelfdoding verloren verwante kunnen onderbrengen in een door een drieluik omarmd gouden vlak.
Bij de tentoonstelling verschijnt een boekje. Bladmuziek en cd ‘For Mattia’ zijn verkrijgbaar. Voor meer informatie: www.ommattia.nl, ommattiaendeanderen@gmail.com.
De tentoonstelling is gemaakt in samenspraak met kunsthistoricus Liesbeth de Jong, lid van de tentoonstellingscommissie van de Domkerk.