Boezem, Marinus - Aniko Ouweneel-Toth
Kunst die je laat zoeken naar het hogere: Marinus Boezem laat het zien
door Anikó Ouweneel-Tóth
Anikó bezoekt een expositie van Marinus Boezem in de Oude Kerk in Amsterdam. De kunstwerken laten je (soms letterlijk) opstijgen en zijn een zoektocht naar het hogere.
Ik ben in ‘de oudste stilte van Nederland’, zoals Amsterdammers de Oude Kerk noemen. Het is de oudste kerk en tevens het nieuwste museum van onze culturele hoofdstad. Marinus Boezem exposeert er tot 26 maart 2017 zijn conceptuele kunst, waar ik erg benieuwd naar ben.
Marinus Boezem is een ‘ideeënkunstenaar’. Hij werkt concepten uit, verbeeldt zijn ideeën. Hij gebruikt de kathedraalplattegrond als beeldmerk in zijn werk. De gotiek, met de kathedraal als hoogtepunt, ziet hij als een metafoor voor het menselijk verlangen tot vergeestelijking en op te stijgen naar het hogere. ‘Het is een concept, gevormd door gemeenschappelijke denkbeelden en inspanningen,’ staat in de brochure. Boezem heeft verschillende monumentale landschapskunstwerken gerealiseerd, zoals het Gotisch groeiproject (in de volksmond De Groene Kathedraal genoemd). Zo kreeg de Flevopolder ook een gotische (s)tempel.
Zijn ‘kathedraalplattegrondconcept’ lijkt mij een metafoor voor de zoektocht naar het transcendente. De Grote Kerk verschaft daarbij een grootse context, want stilte en ruimte, tijd en aandacht zijn sleutels voor een spirituele zoektocht. De harmonie tussen de gotische architectuur en de zonnestralen, die door het glas-in-lood de grafzerken even aanraken, speelt ook mee.
Sensatie van rust
Ik ben een beetje verliefd op de Oude Kerk, op de stilte, de immense, heldere gotische ruimte. Al eeuwen is het de schuilplaats van menselijk verlangen, leed en gebeden. Duizenden liggen er ook begraven.
Sinds de 13e eeuw wordt God hier vereerd. Toen de meeste mensen in houten hutjes woonden en vroeg stierven aan ziektes of rampspoed, waren kathedralen en kloosters ijkpunten. Niet alleen waren zij van ver zichtbaar in het landschap, het waren ook centra van kennis, zuivere klanken, prachtige kleuren, licht en wierook. Ze ademden mysterie. Een bezoek had enorme impact.
Ook ik ben onder de indruk. Dit is een oase van rust na de tocht door de rosse buurt, zelfs op een doordeweekse ochtend krioelt het er van de toeristen (12 miljoen per jaar). Ooit was de kerk vol katholieke pracht en praal. Sinds de Reformatie wordt de sensatie van rust juist versterkt vanwege de kale muren, de leegte, de eenvoud. En de grootte. Het gebouw is bijna net zo breed als lang, en zo hoog dat het de wetten van de zwaartekracht tart. Een mens is meteen op zijn/haar plaats gewezen.
Generaties werkten hieraan mee, hun beste krachten gevend vanuit een en dezelfde overtuiging: op aarde een huis te bouwen voor de Schepper, gevoed door het gedeeld verlangen om het aardse te overstijgen, om God te ontmoeten. Wat een discipline, gemeenschappelijke overtuiging, verenigde kracht. Nog steeds cultuurvormend.
Meteen gepakt bij de ingang
In de kerk zijn verschillende kunstwerken uit Marinus Boezems oeuvre neergezet. Een aantal is nieuw en site specific, speciaal voor deze ruimte en voor deze gelegenheid gemaakt. Meteen bij de ingang word ik gepakt door de esthetiek van een van zijn Meteorieten. Er zijn verschillende van deze grote gebroken spiegels te vinden in de tentoonstelling.
Het concept werkt en de ideeën beginnen te stromen. De gebrokenheid in onze cultuur wordt weerspiegeld. Wat is er over van de generaties overstijgende gemeenschappelijke kracht om te reiken naar het bovennatuurlijke?
De belofte iets kostbaars te vinden
In de Mariakapel heeft hij een labyrinth van kerkhoge witte doeken geplaatst rondom een van de dikste pilaren van de kerk. Ventilatoren bewegen de dunne stof, wat een zacht ruisend geluid geeft. En als de ventilatoren niet zichtbaar zijn, geeft de beweging de suggestie van een aanwezigheid.
Het concept werkt voor mij op verschillende manieren. Zo’n labyrinth is altijd een symbool van een zoektocht en een belofte om iets kostbaars te vinden in het midden. Hier heb je prachtige doorkijkjes naar details van het gebouw en eindig je bij de pilaar waar je omheen kunt blijven lopen.
Oké, gotische architectuur is een van de zuilen van onze beschaving. Anderzijds vind ik de ventilatoren aandoenlijk. Het zou een onderzoek kunnen zijn naar hoever jezelf komt met het creeëren van de suggestie van aanwezigheid, de adem van God.
Bescheiden godsperspectief
Vóór het hoge koor is een bouwlift ingezet als onderdeel van de tentoonstelling. Het kunstwerk Into The Air (2016) wordt een deus ex machina genoemd, letterlijk ‘god uit de machine’. Het apparaat brengt je 15 meter hoog en je beleeft alles in vogelperspectief. De kerk onthult zich als plattegrond, je ziet de mensen, de bezigheden, de eeuwenoude stof op de balken en daken van de loges voor de rijken (zij hadden blijkbaar geen interesse om omhoog te kijken).
Je ziet meer en anders, misschien wel vanuit een bescheiden ‘godsperspectief’. Bovenaan lees je een boodschap in een spiegel. In de literatuur is een deus ex machina een techniek, waarbij onverwachte wendingen in de verhaallijn toegeschreven worden aan God. Kijk maar hoe je het bericht van de kunstenaar beleeft.
Gezamenlijk iets tot leven roepen
Er is ook een interactief borduurwerk, Gothic Gestures (2016), zoals in meerdere tentoonstellingen tegenwoordig. Buurtbewoners borduren met kruissteken aan de ontwerptekening van de kerk op een grote lap stof. De ambachtelijkheid wordt niet door de kunstenaar zelf, maar door vrijwilligers in praktijk gebracht. Wel verbindt hij in dit concept de ambachtelijkheid van het borduren met de vroegere arbeid van het gezamenlijk bouwen aan deze kathedraal.
Sommige werken maken minder indruk op mij, zoals Windschaal (1968). Ik vond de verwoordingen op de schaal van Beaufort als kind al interessant, het verrast mij niet. Maar toegegeven, het blijft leuk om na te denken over hoe ‘het weer’ of ‘de adem’ in woorden te vangen. Het is een van de thematische lijnen die door de expositie lopen. En het geluid van de flink ruisende Groene-Kathedraal-populieren – het werk Transformation (2016) – verstoren ‘de oudste stilte van Nederland’, in ieder geval wat mij betreft.
Marinus Boezem heeft een conceptuele zoektocht neergezet en houdt onze tijd een spiegel voor. Hij gebruikt de kracht en de sereniteit van de Oude Kerk en stelt ons de vraag: hebben we nog krachtige, cultuurvormende gemeenschappen? Kunnen we Gods adem en het hogere nog aanwezig stellen in onze maatschappij? En hoe gaat zoiets in zijn werk?
Laat zijn zoekende concepten je uitdagen en inspireren.
*****
De tentoonstelling van Marinus Boezem is te zien tot 26 maart 2017 in de Oude Kerk in Amsterdam.
Om naar een video van Mick van Dantzig over Marinus Boezem en zijn werk te kijken, klik hier.
Anikó Ouweneel studeerde Engelse Literatuur en Taalkunde en Finse Cultuur en Taal in Budapest. Later studeerde zij Cultureel Erfgoed aan de Universiteit Utrecht. Zij werkte mee aan het internationaal project ‘Converting Sacred Spaces’ in opdracht van Museum Catharijneconvent. Samen met Marleen Hengelaar-Rookmaaker stelde zij het Handboek voor kunst in de kerk (Buijten & Schipperheijn 2015) samen. Momenteel werkt ze aan verschillende projecten als cultuurhistoricus en kunstadviseur. Haar website is http://www.visiodivina.eu/.
Eerst gepubliceerd op Lazarus