ArtWay

Kunstenaars openen onze ogen voor rijkdom en betekenis. Sandra Bowden

Artikelen

Spirituele kunst 20e en 21e eeuw - André De Nys

Spirituele kunst in de 20e en 21e eeuw

door André De Nys
 
Het versteende dogmatisch denken uit het verleden heeft ervoor gezorgd dat onze Vlaamse kerken vandaag nog amper vijf procent van de samenleving bereiken. Het zijn er niet weinig die beweren dat het in de 21e eeuw ook zonder geloof kan. Misschien kunnen we wel verder zonder georganiseerde religie. Maar kunnen we ook verder zonder spiritualiteit? En welke positie neemt hedendaagse kunst daarbij in?
 
Voor vele westerlingen is het traditioneel geloven een cultureel erfgoed geworden. Nochtans, voor meer dan drie kwart van onze westerse samenleving is spiritualiteit nog steeds een belangrijk aspect in het leven. Je hoeft niet in een persoonlijke God te geloven om te vinden dat spiritualiteit een elementaire levensbehoefte is die de mens al sinds de prehistorie steun en troost biedt. De laatste decennia groeide een nieuwe vorm van westerse spiritualiteit die accenten legt naar menselijke waardigheid en vrijheid, maar ook naar verbondenheid met andere culturen en niet in het minst naar verbondenheid met de natuur. Spiritualiteit is een zaak geworden van individuele keuzes, waarbij waardevolle elementen worden meegepikt uit de traditie, maar waar ook plaats is voor oosterse denkpatronen. Het succes van de persoonlijke spiritualiteit wordt trouwens nog extra in de hand gewerkt door globalisering. Zo kan een Europeaan tegenwoordig probleemloos zijn weg zoeken in boeddhistische meditatie of joodse kabbala, zonder dat hij zijn vertrouwde omgeving moet verlaten.
 
Appel aux grands
Kunst en gestructureerde religie zijn de voorbije honderd jaar sterk van elkaar vervreemd geraakt. In het begin van de twintigste eeuw werden er verschillende pogingen ondernomen om de traditionele religieuze kunst nieuw leven in te blazen, weg van de eeuwenoude iconografie. Daarbij zijn aan beide kanten fouten gemaakt. De opdrachtkunst deemsterde weg omdat ze niet meer beantwoordde aan de verwachtingspatronen van de Kerk, terwijl de kunstenaar zijn arrivistische eerzoekerij vaak hoger achtte dan de universele spirituele beleving.
 
De enige ernstige toenadering tussen geloof en kunst in de twintigste eeuw moeten we situeren in een “appel aux grands”. Toonaangevende kunstenaars mochten sporadisch nog wel eens een opdracht ontvangen, ongeacht hun persoonlijke godsdienstige overtuiging: de Rozenkranskapel van Matisse in Vence, de bidplaats van Le Corbusier in Rompchamps, de interieuraankleding door Roger Raveel van de kapel in Zulte-Machelen en vrij recent ook “de Kapel van het Niets”, het architecturaal hoogstandje van Thierry De Cordier in het psychiatrisch centrum te Duffel.
 
Dat maakt ook duidelijk dat het illustrerende en belerende aspect dat in onze westerse cultuur eeuwenlang werd vooropgesteld als de enige link tussen geloof en kunst, in de twintigste eeuw onmiskenbaar werd doorprikt. Hierdoor opende zich voor beeldende kunstenaars een reeks mogelijkheden om spiritualiteit in hun werk op te nemen. De spirituele zapcultuur tilde langzaam maar zeker de kunst naar waardevolle en tot nu toe ongekende hoogtepunten. Denk maar aan de colour-field-painting van Rothko, de contemplatieve video’s van Bill Viola en de meditatieve schilderijen en tekeningen van Dan Van Severen.
 
En ook in de circuits waar de betere amateurkunstenaar actief is, wordt de laatste jaren een groeiende belangstelling getoond voor spiritualiteit. De traditionele religieuze verwachtingspatronen hebben plaats gemaakt voor thema’s die elke klassieke invulling overstijgen. Eco-spiritualiteit bijvoorbeeld. Beelddenken rond verbondenheid van alles met alles is voor vele kunstenaars een missie. Kunst brengt troost en inspiratie en in die zin is elke vorm van kunst ergens te relateren aan religie. De toeschouwer in een concertzaal ervaart een zelfde ontzag en ontroering als in een kerk, een moskee of een synagoge. Maar de ambitie van hedendaagse spirituele kunst gaat nog veel verder dan louter schoonheidsbeleving. Contemplatie bijvoorbeeld. Een spiritueel geïnspireerd kunstenaar kan ontegensprekelijk een meerwaarde aanbrengen. Hij leert de mens kijken met de ogen van het hart. Paul Cézanne zei hierover: “Kunst maakt vaak zichtbaar wat voor onze ogen en onze ratio onzichtbaar blijft.” De versleten werkschoenen die van Gogh schilderde lijken op het eerste zicht een fait-divers. Maar in feite brengen ze de ganse wereld van de kunstenaar in beeld: het moeizame bestaan in de Provence, een gevoel van gebroken en afgeleefd zijn, het tekort aan levensenergie, de mysterieuze vibraties van de vergankelijkheid, de onverwoestbare kern van het leven. Een dergelijk schilderij stemt tot nadenken over ons eigen lot. De kunstenaar bekijkt de wereld met een andere blik, maakt gebruik van zijn verbeelding en zijn talenten om dit in beeld te brengen. Kunst is dan verwoording, verbeelding of verklanking van de verwondering.
 
Museum voor Moderne Religieuze Kunst
Wat er in de voorbije turbulente eeuw op dit vlak leefde in onze West-Europese cultuur, probeert het Museum voor Moderne Religieuze Kunst in Brussel onder ogen te brengen. Sinds enkele jaren kan je dit unieke en uiterst merkwaardig museum gaan ontdekken in de Nationale Basiliek van het Heilig Hart in Koekelberg. Een bezoek aan dit indrukwekkend monument is al een belevenis op zich. Het is de vijfde grootste kerk ter wereld. De buitenlengte van dit gigantisch gebouw is 165 meter. Meer dan 3500 bezoekers kunnen tegelijkertijd probleemloos ontvangen worden. In 1905 legde koning Leopold II de eerste steen, slechts in 1951 werd de kerk plechtig ingewijd.
 
Vlak onder het majestueuze ronde koepelgewelf kreeg het christelijk geïnspireerde museum een vaste stek. De unieke locatie leent zich als geen ander voor spirituele kunst. Met een lift bereik je de gaanderijen op de derde verdieping. Eenmaal boven word je getrakteerd op een adembenemend panorama. Je bevindt je letterlijk en figuurlijk tussen hemel en aarde. Over de balustrade heen kijk je veertig meter lager naar de middenbeuk van de kerk en het altaar. De top van de koepel is 83 meter hoog. Moeiteloos ervaart elke bezoeker de transcendente dimensie. Dit is onmiskenbaar the place to be voor kunst die het onzegbare in beeld wil brengen. De museumcollectie bestaat uit 250 schilderijen, grafiek en sculpturen.
 
Het begon allemaal als een éénmansinitiatief van priester Jan Ghekiere (1914-1992). Vanuit zijn christelijke achtergrond, organiseerde hij lezingen en tentoonstellingen in Oostende en De Panne. Met de financiële ondersteuning van het bisdom Brugge kon er tussendoor ook al eens een kunstwerk aangekocht worden. In 1974 stelde de Dekenij Oostende een in onbruik geraakt schoolgebouw ter beschikking aan Ghekiere. Vanaf nu kon hij zijn droom waarmaken: hij kreeg een eigen museum. Naast toonmomenten van de groeiende verzameling, werden er regelmatig ook gelegenheidstentoonstellingen opgestart. Maar na het overlijden van Ghekiere in 1992 stierf ook het initiatief een stille dood. De collectie religieuze kunst verdween in donkere magazijnen. In 1994 vroeg het bisdom Brugge aan priester Mark Delrue om de kunstcollectie nieuw leven in te blazen. De uitdaging was groot. De verzameling telde inmiddels al bijna 250 artefacten. Twaalf jaar lang werden er plannen gesmeed. Onderhandelingen brachten Delrue naar meer dan tien locaties. Pas in 2007 werd zijn gedrevenheid bezegeld. De moderne religieuze kunst kreeg een permanente thuisbasis in de koepelomgang in de basiliek van Koekelberg.
 
Verademing
Zo’n honderdtal kunstwerken worden er getoond en met wisselende selecties komen ook de andere werken regelmatig uit het depot. De presentaties bieden een mooie staalkaart van wat de twintigste-eeuwse christelijke kunstenaar bezig hield. De meeste kunstwerken refereren nog naar de traditionele religieuze iconografie, die vooral de menselijke kwetsbaarheid in beeld brengt. Vanuit het gekwetst zijn creëert de kunstenaar de metafoor voor zingeving en vertrouwen in de toekomst. Vooral de Christusfiguur staat centraal: een kerstgebeuren van Servaes, een bronzen Christuskop van Permeke. En in het verlengde hiervan vinden we ook de schilderkunst van Gustave Van de Woestijne, Ensor en Felix De Boeck. De actuele kunstscène is vertegenwoordigd met werk van Thomas Lange, Tàpies, Luc Hoenraet, Ronald De Volder en vele anderen.
 

Jean Roulland: Le Christ du Louvain, 1931 Constant Permeke: Christuskop
 
Een overzicht van de religieuze kunst van de 20e eeuw is natuurlijk pas volledig als ook de abstracte kunst aanwezig is. Het non-figuratieve is een verademing tussen de ontelbare kruisbeelden en lijdende Christusfiguren. Abstracte kunst nodigt uit tot meditatie. De dwingende beeldvorming maakt plaats voor de vrijheid van interpretatie. Het voelt aan als een geschenk voor de toeschouwer. Miró (1893-1983) verwerkte het Zonnelied van Franciscus van Assisi in 31 zeefdrukken. Deze vaak speelse en kleurrijke werken brengen ons bij het grote mysterie van hemel en aarde. Het Psalmenboek van Ton Frenken (1930- 2004) is een schilderij dat bestaat uit twee delen. Rechts een paneel dat licht uitstraalt. Links een donker vlak waarop onleesbaar een aantal geschreven teksten werden geschilderd. “In het begin was het woord” werd een bron van inspiratie.
 
En ook in dit museum is er plaats voor verrassingselementen. Zo kan je werk van Yousofou Coulibaly, een moslim uit Ivoorkust ontdekken. Elke toeschouwer weet zich meteen aangesproken door zijn ontwapenende schilderijen. Als lepralijder had hij enkel zijn duim en wijsvinger ter beschikking. Hiermee schilderde hij met aarde en plantenpigmenten op doek. De kruisafname, Emmaüs, de Calvarieberg, Zacheus: in een haast naïeve tekenstijl bracht Coulibaly de bijbeltaferelen op doek. De grootste verrassing: het museum in de basiliek toont meer dan honderd kunstwerken, maar hiervan is slechts één werk te vinden van een vrouwelijke kunstenares. Is het christelijke denken gedoemd om eeuwig een mannenbastion te blijven?
 
Museum voor Moderne Religieuze Kunst
Basiliekvoorplein, Brussel
Open: elke donderdag, vrijdag en zondag
van 14 tot 16u of na afspraak
 
André De Nys is freelance recensent moderne en hedendaagse kunst voor verschillende tijdschriften in Vlaanderen, waaronder Kunstletter(s), curator van tentoonstellingen en semi-professioneel dichter en beeldend kunstenaar.
 
Gepubliceerd in KUNSTLETTER[s], Gent, Jaargang 9 april 2011