Kerk en kunst
Christus in de voorstad van Georges Rouault
Woord en beeld bijbelstudie gebaseerd op Matteüs 8:18-27 en Christus in de voorstad van Rouault
Doelgroep Geschikt voor persoonlijke overdenking of kringen
Christus in de voorstad is een olieverfschilderij dat tussen 1920 en 1924 werd gemaakt door Georges Rouault. Rouault was een Parijsenaar die leefde van 1871-1958. Hij volgde zijn opleiding aan de École des Arts Décoratifs en de École des Beaux-Arts. In dit schilderij laat Rouault zijn vereenzelviging met het lot van de armen zien. Rouault beschouwde armoede als intrinsiek eenzaam en was begaan met de vijandige en desolate omgeving waarin de armen moeten leven. Voor Rouault waren de armen het slachtoffer van de zonde die alle lagen van de samenleving infecteert. De armen laten de leegheid en eenzaamheid van alle mensen zien, die maken dat we schreeuwen om Gods aanwezigheid. Deze afbeelding toont een centraal element in Rouaults werk, namelijk dat hij altijd oog heeft voor de zwakheid van de mens en de beloften van God.
Doel Het doel van deze studie is om met behulp van Christus in de voorstad Matteüs 8:18-27 beter te begrijpen. Dit werk kan ons helpen nieuwe dimensies te zien in het leven van Christus en onze opdracht in het leven.
Bijbellezing Lees Matteüs 8:18-27
Vragen
1. Wie benaderen Jezus in dit bijbelgedeelte?
2. Wat zegt Jezus tegen iedere persoon (of groep mensen)?
3. Hoe gaat Jezus om met zijn omgeving?
4. Wat zou een goede titel voor dit gedeelte zijn?
5. Wat leert dit gedeelte ons over de visie van Jezus op discipelschap? Wat betekent het om Jezus te volgen?
Een goede titel zou zijn: ‘Jezus is Heer’ of ‘De uitdaging om Jezus te volgen.’ Jezus liefhebben is hem volgen, zoals zijn echte discipelen deden. Twee andere zogenaamde volgelingen maakten wel opmerkingen over het volgen van Jezus, maar deden het uiteindelijk niet. Jezus verlangt absolute toewijding. Er worden geen uitzonderingen gemaakt voor menselijk gemak of familieverplichtingen. Als we Jezus volgen, zien we hem als Heer, zoals zijn discipelen hem noemden in de boot. We volgen hem op een pad dat een gebrek aan voorspelbaarheid en comfort met zich mee kan brengen.
Afbeelding
Christus in de voorstad van Rouault Kijk een paar minuten in stilte naar het schilderij. Wat ziet u? Wat is uw eerste indruk als u naar het schilderij kijkt? Wie zijn de personen in de afbeelding? Hoe zijn de kleuren? Wat is de stemming van het schilderij? Waarom komt u tot die conclusie?
Het schilderij ziet er donker en desolaat uit. De gebruikte kleuren zijn lichtgrijs, donkergrijs, zwart, terracotta, goud, gebroken wit, bruin en paars. De straat verdwijnt onbestemd in de verte. Een grote volle maan hangt dicht bij de grond en verlicht de straat. Drie grote gebouwen staren de kijker aan met ramen die op ogen en een mond lijken. Er is geen teken van leven in de gebouwen – geen licht en geen menselijke figuren achter de ramen of in de deuren. Er is een hoge donkerbruine vorm die omhoog rijst rechts van de maan. Misschien is dit een fabrieksschoorsteen? Er zijn een hoop schaduwen, vooral in de benedenhelft van het schilderij en rondom de deuropeningen van de gebouwen.
Vervolgens kijken we naar de mensen. Wat ziet u? Wat zijn de verschillen tussen de grotere personage en de kleinere personages? Het bijbelgedeelte gaat over het volgen van Jezus. Zie je deze thematiek ook in de afbeelding?
In de schaduw onderaan het schilderij zien we drie personages. Op grond van de titel van het schilderij (Christus in de voorstad) ligt voor de hand dat de grootste figuur Christus is. Er staan twee individuen naast hem die aanzienlijk korter zijn dan hij. Ze stellen wellicht zijn discipelenvoor. Ze hebben geen van drieën een waarneembare mond, wat bijdraagt aan de unheimische leegte en stilte van de afbeelding. Alle drie figuren lijken blootsvoets te zijn en werpen een schaduw op de grond. Jezus lijkt te gebaren of naar voren te wijzen. Hij heeft een wit gewaad aan. De kleinere figuren lijken bijna te worden verzwolgen door de schaduwen die hen omringen. Ze zijn anoniem. De rechterpersoon, met zijn donkerbruine kledij, is bijna onzichtbaar. Ook over Christus’ lichaam ligt een donkere schaduw. Paradoxaal genoeg schijnt Christus hen juist te wijzen in de richting van de schaduw en duisternis.
Misschien stellen de twee kleinere personages Jezus’ discipelen voor. In Matteüs 8:18-27 geven diverse mensen te kennen dat ze Jezus willen volgen. Hoe omschreef Jezus wat er voor komt kijken om met hem op te trekken en hoe wordt dat in de afbeelding weergegeven?
Jezus wijst de personages waar ze heen moeten gaan, ook al ligt de weg verborgen in de schaduw. Waarschijnlijk ontlenen zij een gevoel van veiligheid aan het feit dat hij veel groter is dan zij. Hij kan hen beschermen tegen de moeiten en gevaren van de schimmige wereld waarin zij zich zo zullen begeven. De discipelen in de boot in Matteüs 8 waren ook bang, maar mochten ondervinden dat Jezus Heer is over hun stormachtige omstandigheden. Zijn berisping van de wind en de golven belicht zijn rol als Schepper God, omdat alleen de Schepper van deze natuurverschijnselen de macht heeft om ze zijn wil op te leggen.
Jezus legt uit dat het volgen van hem onvoorziene omstandigheden met zich mee zal brengen. Dit betekent immers dat men moet gaan waar hij gaat en moet slapen waar hij slaapt, terwijl hij ‘nergens zijn hoofd te ruste kan leggen’. In het schilderij begeven de mensfiguurtjes zich op een onvoorspelbaar pad. Een beter verlicht pad kiezen lijkt logischer – misschien verwant aan het verzoek van de discipel om eerst zijn vader te mogen begraven. Dit is echter niet de weg die hun gewezen wordt.
De Schriftgeleerde die zegt Jezus oneindig toegewijd te zijn noemt hem in Matteüs 8 ‘Meester’. In Matteüs is ‘Meester’ een term die alleen door buitenstaanders wordt gebruikt. De Schriftgeleerde wil van Jezus leren. Hem volgen is echter niet alleen maar een zaak van het intellect. Hij is geen gewone rabbi en hem volgen vraagt volledige toewijding. Hij vroeg van zijn discipelen zijn levensstijl met hem te delen. Voor Jezus was deze manier van leven een keuze en geen noodzaak, want zijn familie behoorde waarschijnlijk tot de bemiddelde middenklasse. In Rouaults schilderij staan de personages op een keuzemoment. Zij moeten beslissen waar hun loyaliteit ligt, net als de discipel wiens vader moest worden begraven.
Het is opvallend dat er twee personages zijn. Ondanks hun schijnbare anonimiteit en eenzaamheid zijn zij blijkbaar niet helemaal alleen. Zij hebben elkaar. Het christelijk leven is niet eenzaam bedoeld. Wij zijn geroepen om met elkaar een gemeenschap te vormen. Te midden van de storm in de boot zijn de discipelen samen in hun angst en gaan ze gezamenlijk Jezus wakker maken. Samen zijn ze verbaasd over Jezus’ macht over de wind en golven. In Rouaults schilderij zijn de twee personages met elkaar verbonden in hun gehoorzaamheid aan Jezus en gaan ze samen de richting op die hij hun wijst.
De afbeelding geeft de uitdaging weer om op Jezus te vertrouwen als Heer over al onze omstandigheden en hem geheel en al trouw te zijn. Wij moeten hem in het centrum van onze wereld plaatsen, hem dienen (8:15), hem alleen volgen (8:18-23) en naar hem toegaan als we bang zijn (8:26), omdat hij gezag heeft over de grillige wendingen van de natuur (8:26). Als ze deze onzekere weg inslaan hebben de personages in het schilderij de keuze om te vertrouwen op Jezus’ aanwezigheid of zich om te draaien en een meer comfortabele route te volgen, maar dan zonder Jezus’ aanwezigheid.
Het werk van Rouault gaat vaak over de menselijke leegheid en eenzaamheid die roept om de aanwezigheid van God. In Matteüs 8:18-27 kunnen we lezen dat ook Jezus het eenzame lot ondervond van een mens die zijn roeping volgt. Christus kon zijn hoofd nergens te ruste leggen, hij werd geminacht door zijn familie (Marcus 3:21) en verlaten door de discipelen tijdens de nacht van zijn lijden en dood (Marcus 14:50). Hij vraagt ons hem te volgen op deze weg.
Maar ook de beloften van God zullen zichtbaar voor ons zijn: de Schepper die de wind en golven maakte is ook onze Heiland, in staat om ieder soort natuurgeweld te berispen en ons te helpen als wij roepen: ‘Heer, red ons toch, we vergaan!’ (8:25). De evangelieschrijver zou Psalm 107:23-32 in gedachten kunnen hebben gehad toen hij schreef over Jezus’ bedaren van de storm: ‘Ze riepen in hun angst tot de Heer – hij leidde hen weg uit vele gevaren, hij bracht de storm tot zwijgen, de golven gingen liggen. Het verheugde hen dat de zee tot rust kwam, hij bracht hen naar een veilige haven.’ In Matteüs 8 is Jezus in het schip bij zijn discipelen. Christus in de voorstad demonstreert dezelfde aanwezigheid van Jezus in moderne omstandigheden.
Midden in de vijandige en verlaten omgeving van de armen plaatst Rouault Christus die ‘arm van geest’ was. Christus in de voorstad toont dat hij ons kan bijstaan ook al roept hij ons tot de eenzaamheid van het waarachtige discipelschap. Zijn volgelingen moeten net als hij de stormen en schaduwen trotseren. Aan het eind van deze moeilijke reis bevindt zich echter het land dat leven heet. Echte toewijding leidt tot echt leven.
Slotvragen
1. Heb je iets gemeen met de twee kleinere personages in het schilderij?
2. Is je begrip van Jezus veranderd door het schilderij en Matteüs 8:18-27?
3. Ervaar je eenzaamheid op een bepaald terrein in je leven – relationeel, geestelijk of door de plek waar je woont? Hoe werkt Jezus daarop in?
Deze studie is samengesteld door Hannah Coyne. Hannah is afgestudeerd aan Georgetown University en Regent College. Zij werkt in de events en hospitality sector in Washington D.C.