Kerk en kunst -> Materiaal voor kerkelijk gebruik
Zondag Trinitatis - Drie-eenheid Hans Multscher
Hans Multscher: Heilige Drie-eenheid
De Heilige Drie-eenheid als de Genadestoel
door Jan van Lier
Het onmetelijk mysterie van de goddelijke Drie-eenheid is gevat in een klein beeldje, nog geen 30 centimeter hoog. Het werd omstreeks 1430 uit een blokje albast vervaardigd door de Zuid-Duitse beeldhouwer Hans Multscher (ca. 1400-1467).
De voorstelling is beter te begrijpen als we die plaatsen op het toneel van de middeleeuwse mysteriespelen dat uit twee niveaus bestond. Op de grond lag het plankier voor de aardse taferelen en daarboven was een etage getimmerd die de hemel voorstelde. Daar troonde God en speelde hij mee of liet er tenminste zijn stem klinken. Beneden op de aarde zien we hoe het lichaam van Jezus van het kruis wordt genomen en op de schoot van zijn moeder wordt gelegd, beweend door vrouwen en engelen. Deze scène is beeld geworden in de Piëta. In het mysteriespel dragen engelen de dode Jezus vervolgens naar de hemel en tonen hem aan zijn Vader. Deze voorstelling kreeg in de kunstgeschiedenis de naam ‘Genadestoel’, naar het woord ‘Gnadenstuhl’ dat Luther gebruikte in zijn vertaling van Hebreeën 4:16: ‘Laten wij met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade.’
De heftige confrontatie van de Vader met het dode lichaam van zijn Zoon is uiterst verstild en devoot in beeld gebracht. Henk van Os nam het beeldje op in de tentoonstelling ‘Gebed in schoonheid’ bij gelegenheid van zijn afscheid van het Rijksmuseum in 1994. In de catalogus schrijft hij bewonderend over de ‘ontroerende relatie tussen Vader en Zoon’ en over de ‘grote plastische presentie’ die Multscher aan het ontzielde lichaam van Jezus wist te geven. Het beeldje is behalve in schoonheid ook in vroomheid gebed. Gebruikers van dit devotiebeeld hebben hun gebeden op de voet en achterkant van het beeldje gekrast.
In zijn beschrijving en uitleg van ‘deze emotionerende Drieëenheid’ volgt Van Os de traditionele theologie en devotie: ‘Met de rechterhand zegent God de Vader ons en de inhoud van die zegening is het offer van zijn Zoon.’ Volgens Paulus in het Nieuwe Testament was de menselijke vervreemding van God zo diep dat God zelf ervoor moest zorgen dat de mensen met hem werden verzoend. Dat gebeurde eens en voorgoed in het leven, sterven en opstaan uit de dood van Jezus Christus. Verlicht door de heilige Geest ‘kan dit offer ons tot geloof inspireren’.
We zien Gods Geest als een grote vogel van onder de baard van de Vader opduiken en over het met doornen gekroonde haar van Jezus scheren, zoals hij eerder als een duif uit de hemel op Jezus neerdaalde bij zijn doop door Johannes in de Jordaan. Dit moment, waarbij een stem uit de hemel zei:‘Deze is mijn geliefde Zoon,’ wordt in de christelijke traditie gezien als de eerste directe openbaring van het mysterie van de goddelijke drievuldigheid. Niettemin is het idee van de Drie-eenheid theologisch altijd omstreden geweest en de verbeelding ervan een eigenlijk onmogelijke opgave voor kunstenaars.
Voor sommigen van ons kan de voorstelling van Multscher misschien eerder vragen oproepen dan gebeden. De Vader kijkt getroffen naar zijn Zoon. Lijkt hij terug te deinzen? Hij heft zijn rechterhand (met afgebroken wijs- en ringvinger) omhoog. Waarom? Om te zegenen of van schrik? Een waarschuwing aan ons?
Er zit een vreemde spanning in het beeldje. Het gewicht van Jezus’ lichaam wordt getild en overeind gehouden door een engel, het rust op diens knie als op een misericorde, maar staat tegelijk op eigen benen. De engel toont de dode Jezus zowel aan de Vader die op hem neerziet als aan ons. De engel zelf heeft zijn blik ten hemel geslagen. Treurig? Vragend? Wanneer wij menen de gevoelens en gedachten van de engel te kunnen raden, zijn dat wellicht onze eigen gedachten en gevoelens. Wat denken en voelen wij als we meegaan in de blik en interactie van deze Vader, Zoon, duif en engel?
*******
Hans Multscher: Heilige Drie-eenheid, ca. 1430, albast, 28,5 x 16,3 x 9,8 cm, Frankfurt, Liebieghaus-Museum alter Plastik.
Jan van Lier was onder meer werkzaam op het Hoger Katechetisch Instituut te Nijmegen. Hij onderzoekt de betekenis van beeldende kunst voor geloofstraditie en religieuze beleving. Daarover verzorgt hij publicaties en diapresentaties.
Over de Genadestoel: de voorstelling van de Genadestoel ontstaat in de twaalfde eeuw door opname van de gekruisigde Jezus in de uitbeelding van de Drie-eenheid. Er zijn twee typen te onderscheiden:
1. Een tronende God de Vader toont in zijn armen het kruis met de gestorven Jezus. Zie o.a. Albrecht Dürer, Aanbidding van de Heilige Drie-eenheid of Allerheiligenbild, 1511, Kunsthistorisches Museum, Wenen.
2. De Vader draagt het dode lichaam van Jezus op zijn schoot. Zie Robert Campin, Heilige Drie-eenheid, 1410, Städelsches Kunstinstitut, Frankfurt.
Het beeldje van Multscher is een variatie op het tweede type.
Om verder te kijken en te lezen: Henk van Os, Gebed in schoonheid. Schatten van privé-devotie 1300-1500, Rijksmuseum Amsterdam 1994, p.124-125; 183.
ArtWay beeldmeditatie 19 juni 2011